Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Arbeidsinspectie 2002

[Regeling vervallen per 02-04-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 27-07-2003 t/m 01-04-2004

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Arbeidsinspectie 2002

De Minister van Justitie,

Gelezen het verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 11 december 2001, kenmerk PO/2001/82710;

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken, van Verkeer en Waterstaat, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en het Besluit Buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. buitengewoon opsporingsambtenaar:

de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2;

b. Arbeidsinspectie:

de Arbeidsinspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

Maximaal 600 ambtenaren werkzaam bij de Arbeidsinspectie en belast met de opsporing van strafbare feiten zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket te Den Haag.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Haaglanden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie brengt jaarlijks vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand, met betrekking tot de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Arbeidsinspectie aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij de Arbeidsinspectie;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Arbeidsinspectie 1996 wordt ingetrokken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging, de legitimatiebewijzen buitengewoon opsporingsambtenaar en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 6 genoemde besluit, worden voor de duur van hun geldigheid, tot daarover nader zal zijn beslist of tot uiterlijk één jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige besluit geacht akten en legitimatiebewijzen of overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit te zijn, met dien verstande dat de opsporingsbevoegdheid beperkt wordt tot de in artikel 3 van dit besluit genoemde strafbare feiten.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002 en vervalt met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 02-04-2004]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Arbeidsinspectie 2002.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, postbus 20301, 2500 EH, Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Den Haag, 19 december 2001

De

Minister

van Justitie,
Namens deze,
De Directeur-Generaal Rechtshandhaving,

C.W.M. Dessens

Naar boven