Regeling vergoeding kosten woon-werkverkeer 2002

[Regeling vervallen per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-07-2002 t/m 31-12-2003

Regeling vergoeding kosten woon-werkverkeer 2002

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst,

Gelet op artikel 6, achtste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. woon-werkverkeer:

    het ten minste eenmaal per week plegen te reizen tussen de woning of verblijfplaats en de plaats of plaatsen waar arbeid wordt verricht, waarbij binnen een tijdsbestek van 24 uur zowel heen als terug wordt gereisd;

    b. reisafstand:

    de afstand tussen de woning of verblijfplaats en de plaats van arbeid gemeten langs de meest gebruikelijke weg voorzover over die afstand geen vervoer vanwege de werkgever plaatsvindt;

    c. vervoer vanwege de werkgever:
    • 1°. vanwege de werkgever georganiseerd vervoer met uitzondering van het woon-werkverkeer van de werknemer die als bestuurder met een niet door de werkgever ter beschikking gesteld voertuig een of meer collega's mede vervoert;

    • 2°. het reizen per openbaar vervoer op basis van door de werkgever aangeschafte en door hem aan de werknemer verstrekte plaatsbewijzen.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a:

    • a. pleegt de werknemer in ieder geval ten minste eenmaal per week te reizen indien hij in het kalenderjaar op 60 dagen of meer heeft gereisd of vermoedelijk zal reizen van zijn woning of verblijfplaats naar de plaats of plaatsen waar arbeid wordt verricht;

    • b. mag worden aangenomen dat de werknemer niet ten minste eenmaal per week pleegt te reizen als hij in het kalenderjaar op minder dan 60 dagen heeft gereisd of vermoedelijk zal reizen van zijn woning of verblijfplaats naar de plaats of plaatsen waar arbeid wordt verricht.

  • 3 Zodra de werknemer op 60 dagen in het kalenderjaar heeft gereisd, wordt aangenomen dat de werknemer gedurende de verstreken periode in het kalenderjaar ten minste eenmaal per week placht te reizen.

  • 4 Loon terzake van het derde lid wordt geacht te worden genoten zodra de werknemer op 60 dagen heeft gereisd.

Artikel 2. Vergoeding kosten openbaar vervoer

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Indien de afstand woon-werkverkeer geheel of gedeeltelijk per openbaar vervoer is afgelegd wordt, indien zulks leidt tot een hoger bedrag dan het overeenkomstig artikel 3 bepaalde bedrag, in afwijking van dat artikel de vergoeding ter zake van de kosten van de desbetreffende plaatsbewijzen geacht te strekken tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking tot ten hoogste de prijs van de vervoerbewijzen voor de per openbaar vervoer afgelegde reisafstand vermeerderd met € 91 op jaarbasis indien:

  • a. de werknemer de vervoerbewijzen ter vergoeding overhandigt of zo spoedig mogelijk zal overhandigen aan de werkgever; en

  • b. deze de vervoerbewijzen per werknemer administreert en voor controle beschikbaar houdt.

Artikel 3. Vergoeding kosten woon-werkverkeer

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Een vergoeding ter zake van kosten van woon-werkverkeer waarbij de reisafstand niet per openbaar vervoer is afgelegd of anderszins niet aan de voorwaarden van artikel 2 is voldaan, wordt geacht te strekken tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking voor ten hoogste het bedrag bepaald volgens de in de volgende leden opgenomen regels.

  • 2 Voor de werknemer die op ten minste vier dagen per week naar dezelfde arbeidsplaats pleegt te reizen wordt een vergoeding ter zake van kosten van woon-werkverkeer geacht te strekken tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking tot het bedrag bepaald aan de hand van de navolgende tabel:

    reisafstand meer dan doch niet meer dan bedrag per maand bedrag per week

     

    -

    10 km

    -

    -

    10 km

    15 km

    € 65

    € 15

    15 km

    20 km

    € 91

    € 21

    20 km

    -

    € 130

    € 30

  • 3 Voor de werknemer die op drie dagen, op twee dagen of op één dag per week naar dezelfde arbeidsplaats pleegt te reizen, wordt een vergoeding terzake van kosten van woon-werkverkeer geacht te strekken tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking tot respectievelijk driekwart, de helft of een kwart van het bedrag aangegeven in de in dit artikel opgenomen tabel.

  • 4 Voor de werknemer die naar verschillende arbeidsplaatsen pleegt te reizen, zijn het tweede en derde lid afzonderlijk van toepassing met betrekking tot het reizen naar elk van die plaatsen. Het voor hem geldende bedrag is gelijk aan de som van de volgens het tweede en het derde lid bepaalde bedragen maar bedraagt ten hoogste € 130 per maand respectievelijk € 30 per week.

Artikel 4. Vergoeding kosten bij woon-werkverkeer waarbij tevens een of meer andere werknemers worden vervoerd

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 In afwijking van artikel 3 kan een vergoeding voor woon-werkverkeer worden toegekend tot ten hoogste een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer, strekkende tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking, mits:

    • a. de afstand tussen de woning of verblijfplaats en de arbeidsplaats gemeten langs de meest gebruikelijke weg meer dan 10 kilometer beloopt;

    • b. de werknemer met een niet door de werkgever ter beschikking gestelde auto pleegt te reizen en hij daarbij krachtens een schriftelijk vastgelegde regeling van de werkgever, dan wel van de werkgever en een of meer andere werkgevers tezamen, over een afstand van meer dan 10 kilometer voor zowel de heenreis als de terugreis tevens een of meer andere werknemers pleegt te vervoeren;

    • c. de werknemer het in onderdeel b bedoelde vervoer is overeengekomen in een schriftelijk vastgelegde overeenkomst met de in onderdeel b bedoelde werkgevers en andere werknemers; en

    • d. de in onderdeel b bedoelde werkgever de volgende gegevens administreert en beschikbaar houdt:

      • 1°. de in onderdeel c bedoelde schriftelijk vastgelegde overeenkomst;

      • 2°. een lijst van namen en adressen van de in onderdeel b bedoelde werknemers; en

      • 3°. een lijst met de dagen, plaatsen en afstanden waarop het in onderdeel b bedoelde vervoer pleegt plaats te vinden.

  • 2 De in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde andere werknemers worden geacht te worden vervoerd vanwege hun werkgever.

Artikel 5. Intrekking en overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De Regeling vergoeding kosten woon-werkverkeer 2001 wordt ingetrokken. De bepalingen van die regeling blijven van kracht ten aanzien van premiebetalingstijdvakken gelegen tussen 1 januari 2001 en 1 januari 2002.

  • 2 De bepalingen van de regeling Vergoeding kosten woon-werkverkeer 1998 blijven van kracht ten aanzien van premiebetalingstijdvakken die zijn gelegen tussen 1 januari 1998 en 1 januari 2001.

  • 3 De bepalingen van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 juli 1990, nr. 90/3736 (Stcrt. 140) inzake vergoeding kosten woon-werkverkeer blijven van kracht ten aanzien van premiebetalingstijdvakken die zijn geëindigd vóór 1 januari 1998.

Artikel 6. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Artikel 7. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoeding kosten woon-werkverkeer 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 19 december 2001

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Naar boven