Vaststellingsbesluit vergoedingen voorzitter en leden Commissie innovatie stedelijke vernieuwing

[Regeling vervallen per 01-01-2005.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 05-04-2002 t/m 31-12-2004

Besluit van 5 november 2001, houdende vaststelling van de vergoedingen van de voorzitter en de leden van de Commissie innovatie stedelijke vernieuwing

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 oktober 2001, nr. MJZ2001118 793, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

De vergoeding van de voorzitter van de Commissie innovatie stedelijke vernieuwing, bedoeld in artikel 10 van het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing, wordt vastgesteld volgens het maximum salarisnummer behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, uitgaande van een arbeidsduur van gemiddeld:

  • a. 30 uren per maand gedurende de maanden juni tot en met oktober 2001;

  • b. 22 uren per maand gedurende de maanden april tot en met oktober van elk van de jaren 2002 tot en met 2004.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

De vergoeding van de leden van de Commissie innovatie stedelijke vernieuwing, bedoeld in artikel 10 van het Besluit bevordering innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing, wordt vastgesteld volgens het maximum salarisnummer behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, uitgaande van een arbeidsduur van gemiddeld:

  • a. 15 uren per maand gedurende de maanden juli tot en met oktober 2001;

  • b. 10 uren per maand gedurende de maanden april tot en met oktober van elk van de jaren 2002 tot en met 2004.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2001.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2005.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 november 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Uitgegeven twintigste november 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven