Tijdelijke Subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2005

Tijdelijke Subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de Stichting:

de Stichting Nederland Maritiem Land, gevestigd te Rotterdam;

b. bureaukosten:

gemaakte en betaalde kosten die betrekking hebben op het functioneren van de organisatie van de Stichting;

c. activiteitenkosten:

noodzakelijke, rechtstreeks aan een activiteitenplan toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten;

d. voorschot:

de verstrekking van een bedrag of van meerdere bedragen, voorafgaande aan de vaststelling van de subsidie;

e. maritiem cluster:

groepering van verwante maritieme sectoren met de corresponderende toeleveranciers die een specifieke sociaal-economische dynamiek teweeg brengen en daarmee bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de Nederlandse bestaansbronnen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De Minister verstrekt de Stichting jaarlijks een subsidie om het maritieme cluster in Nederland te versterken door middel van voorlichting, educatie, bewustwording, samenwerking, netwerkvorming, onderzoek en andere activiteiten die daarmee verband houden of daartoe bevorderlijk zijn.

  • 2 De subsidie wordt per boekjaar verleend. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar, met dien verstande dat het eerste boekjaar loopt van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het subsidieplafond voor de bureau- en activiteitenkosten gezamenlijk bedraagt € 1.815.120,86 jaarlijks.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De subsidie bedraagt per kalenderjaar 50% van de totale bureaukosten met een maximum van € 204.201,10 te vermeerderen met een per jaar door de Minister te bepalen percentage van de activiteitenkosten.

  • 2 In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie voor de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001 maximaal een vierde van de subsidie voor een kalenderjaar.

  • 3 Binnen het in artikel 3 genoemde subsidieplafond kan de Minister ten behoeve van activiteiten die rechtstreeks verband houden met lange termijn onderzoek met een precompetitief karakter of die uitstijgen boven het gebied van een thema, een subsidie verlenen tot 100% van de daarmee gepaard gaande bureau- en activiteitenkosten, met een maximum van € 113.445,05 per jaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De aanvraag van de subsidie voor de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001 dient uiterlijk op 1 oktober 2001 te zijn ontvangen.

  • 2 De aanvraag wordt gericht aan de Minister en ingediend bij de Directeur-Generaal Goederenvervoer, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In aanvulling op artikel 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht, kan de Minister de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de Stichting wijzigen indien:

  • a. de Stichting voor de uitoefening van de gesubsidieerde activiteiten tevens geheel of gedeeltelijk financiële bijdragen krijgt van (overheids)instanties, anders dan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, of anders dan al vermeld in de subsidieaanvraag;

  • b. vermogen is gevormd met de door de subsidie verstrekte gelden;

  • c. de Stichting wordt ontbonden; of

  • d. één der eventuele overige subsidieverstrekkers de subsidieverlening intrekt of ten nadele van de Stichting wijzigt.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De Minister kan de Stichting voorschotten verlenen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De verklaring van de accountant, bedoeld in art. 4.78, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht voldoet aan het in de bijlage bij deze regeling opgenomen model controleprotocol subsidies.

  • 2 De Minister of een door hem aan te wijzen accountant kan een review houden bij de fungerende derde-accountant ter toetsing van de naleving van het controleprotocol. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Minister, tenzij van onjuistheden blijkt. Indien een review wordt gehouden wordt hierover tevens overleg gevoerd met de Stichting.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De Minister brengt na twee jaar een rapport uit betreffende een tussentijdse evaluatie van de doeltreffendheid van de gesubsidieerde activiteiten en brengt na vier jaar een rapport uit betreffende een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Bijlage als bedoeld in artikel 9 van de Tijdelijke Subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

MODEL CONTROLEPROTOCOL SUBSIDIES

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1.2 De volgende begrippen zijn van toepassing:

    de Minister:

    de Minister van Verkeer en Waterstaat;

    onderwerp:

    versterking maritieme cluster in Nederland;

    derde accountant:

    de externe accountant van de subsidie-ontvanger;

    de beschikking:

    de beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat waarin het desbetreffende onderwerp is goedgekeurd en de daarop betrekking hebbende rijksbijdrage is verleend;

    bureaukosten:

    gemaakte en betaalde kosten die betrekking hebben op het functioneren van de organisatie van de Stichting;

    activiteitenkosten:

    noodzakelijke, rechtstreeks aan een activiteitenplan toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten;

    maritieme cluster:

    groepering van verwante maritieme sectoren met de corresponderende toeleveranciers die een specifieke sociaal-economische dynamiek teweeg brengen en daarmee bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de Nederlandse bestaansbronnen.

  • 1.3 De volgende regelgeving is van toepassing:

  • 1.5 In dit controleprotocol wordt uiteengezet welke algemene uitgangspunten en specifieke vereisten gelden bij de controle door de derde accountant ten behoeve van de onder 1.1. genoemde subsidie alsmede op welke wijze de uitkomsten van deze controle dienen te worden gerapporteerd.

  • 1.6 Wij wijzen erop dat mogelijk, op verzoek van de Minister, door accountants van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat of door haar aangewezen accountants een review zal worden uitgevoerd bij de fungerende derde accountant ter toetsing op de naleving van dit controleprotocol. Indien een review wordt uitgevoerd zal hierover tevens overleg worden gepleegd met de subsidie-ontvanger.

2. Algemene uitgangspunten voor de controle

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2.1 De controle dient zowel de getrouwe weergave van de ingediende verantwoording alsmede de rechtmatige besteding van de ter beschikking gestelde middelen te omvatten.

    Van de derde accountant wordt derhalve verwacht dat hij niet alleen de getrouwe weergave controleert, maar ook dat hij de naleving van de subsidieregelgeving (zoals genoemd onder punt 1.3) toetst.

  • 2.2 Ten aanzien van de uitvoering van de controle door de derde accountant geldt, voor wat betreft de rechtmatigheid en/of juistheid, een controletolerantie van 1% en voor wat betreft de betrouwbaarheid een controletolerantie van 3%. Beide percentages hebben betrekking op het totaal toegezegde subsidiebedrag, conform het vastgestelde bedrag in de beschikking.

3. Specifieke vereisten

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 3.1 Bij de uitvoering van de controle van de verantwoording dient, met inachtneming van de onder punt 2 genoemde uitgangspunten, door de derde accountant te worden vastgesteld dat aan de volgende specifieke vereisten is voldaan:

    • a. dat de door de subsidie-ontvanger gevoerde administratie zodanig is ingericht dat daaruit door de Minister op ieder moment op eenvoudige en eenduidige wijze de aan de activiteiten gerelateerde kosten kunnen worden afgeleid;

    • b. of er activiteiten hebben plaatsgevonden welke hebben geresulteerd in de totstandkoming van rapporten, documenten en dergelijke, welke door de subsidie-ontvanger niet ter kennisname aan de Minister zijn gezonden;

    • c. of er bij het opzetten van de verantwoording zoveel mogelijk is aangesloten bij de indeling van de subsidie-aanvraag;

    • d. of er aan de subsidie-ontvanger surséance van betaling is verleend, het faillissement van de subsidie-ontvanger is aangevraagd, dan wel dat er een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

4. Rapportering

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 4.1 Een model van de goedkeurende accountantsverklaring in het kader van deze subsidieregeling luidt als volgt:

    ACCOUNTANTSVERKLARING M.B.T. <SUBSIDIEREGELING/SUBSIDIEBESCHIKKING>

    afgegeven t.b.v. het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

    Wij hebben (in dit rapport/verslag opgenomen) de door ons gewaarmerkte verantwoording inzake de kosten van <naam project> in het kader van de subsidieregeling <naam subsidieregeling> gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording te verstrekken. Deze verantwoording is bestemd voor de bepaling van de definitieve bijdrage in het kader van de Subsidieregeling/Subsidiebeschikking <naam regeling/beschikking>. De gewaarmerkte verantwoording is genummerd van blad <blad nummer> tot en met blad <blad nummer>.

    Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Verder is ons onderzoek verricht met inachtneming van hetgeen is vermeld in het “<naam controleprotocol:gt;” d.d. <datum>.

    Wij zijn van oordeel dat de verantwoording voldoet aan de terzake geldende eisen.

    <plaats> <datum>

    <handtekening> <naam van de ondertekenaar>

    <paraaf voor waarmerkings-doeleinden> <naam van de parafeerder>

Naar boven