Regeling zakgeld jeugdigen

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Regeling zakgeld jeugdigen

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 51, derde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

Gezien het advies van het College van advies voor de justitiële kinderbescherming van 30 mei 2000, nr. 5032390/00/TH/JMO;

Besluit:

Artikel 2

Aan jeugdigen die in een inrichting verblijven wordt zakgeld verstrekt, met inachtneming van het navolgende.

Artikel 3

  • 1 Het zakgeld bedraagt 1,26 euro per dag.

  • 2 Het zakgeld wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan het bedrag aan zakgeld dat is opgenomen in de normprijzen, die de Dienst Justitiële Inrichtingen jaarlijks vaststelt voor de justitiële jeugdinrichtingen.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in artikel 4, wordt het zakgeld door de directeur tenminste eenmaal per maand aan de jeugdige verstrekt door overmaking op zijn rekening-courant bij de inrichting.

Artikel 4

  • 1 De directeur kan bepalen dat een deel van het aan de jeugdige toegekende zakgeld onder zijn bewaring blijft ter aanwending van de jeugdige tijdens zijn verblijf in de inrichting, of ter uitkering bij het einde van het verblijf van de jeugdige in de inrichting. De uitkering bij het einde van het verblijf geschiedt aan de jeugdige of diens wettelijke vertegenwoordiger.

  • 2 Indien de jeugdige naar een andere inrichting wordt overgeplaatst, worden de in het eerste lid bedoelde gelden overgemaakt aan die inrichting.

Artikel 5

  • 1 Het zakgeld kan - tot ten hoogste het zakgeld van zeven dagen - worden aangewend tot vergoeding van schade die het gevolg is van een onrechtmatige daad van de jeugdige.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Justitie,

A.H. Korthals

Naar boven