Regeling oplosmiddelenboekhouding en metingen VOS-emissies

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 11-08-2001 t/m 31-12-2012

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer houdende voorschriften omtrent de inrichting van een oplosmiddelenboekhouding en nadere voorschriften omtrent metingen betreffende de emissies van VOS en de beoordeling van meetresultaten

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 10, derde lid, en 11, tweede lid, van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-Richtlijn milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Besluit:

Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-Richtlijn milieubeheer;

b. vaste-stofregeling:

de regeling met betrekking tot het reductieprogramma, bedoeld in bijlage IIB, onder 2, van het Besluit;

c. afgasconcentratie:

de concentratie van VOS in de afgassen uitgedrukt in mg C/Nm3;

d. referentie-emissie:

de referentie-emissie, bedoeld in bijlage IIB, onder 2, van het Besluit;

e. beoogde emissie:

de beoogde emissie, bedoeld in bijlage IIB, onder 2, van het Besluit;

f. R-stoffen:

stoffen als bedoeld in artikel 4, tweede, vierde en zesde lid, van het Besluit;

g. I:

input van organische oplosmiddelen gedurende een periode van twaalf maanden;

h. I1:

de hoeveelheid aangekochte organische oplosmiddelen, met inbegrip van oplosmiddelen in preparaten, die in het proces wordt ingevoerd;

i. I2:

de hoeveelheid binnen de inrichting teruggewonnen en als oplosmiddel bij de activiteit hergebruikte organische oplosmiddelen, met inbegrip van oplosmiddelen in preparaten;

j. O:

output van organische oplosmiddelen gedurende een periode van twaalf maanden;

k. O1:

de hoeveelheid vluchtige organische stoffen in de afgassen;

l. O2:

de hoeveelheid in water geloosde vluchtige organische stoffen, met uitzondering van vluchtige organische stoffen die verwijderd zijn bij de afvalwaterzuivering;

m. O3:

de hoeveelheid organische oplosmiddelen, die als verontreiniging of als residu in de bij de activiteit vervaardigde producten achterblijft;

n. O4:

de hoeveelheid niet-gekanaliseerde emissie van vluchtige organische stoffen in de lucht;

o. O5:

de hoeveelheid organische oplosmiddelen, die door verbranding, een andere zuivering van afgassen of door afvalwaterzuivering vernietigd wordt;

p. O6:

de hoeveelheid organische oplosmiddelen in van de inrichting afkomstige afvalstoffen die zijn ontstaan bij het uitoefenen van een activiteit;

q. O7:

de hoeveelheid organische oplosmiddelen, met inbegrip van oplosmiddelen in preparaten, die als een product of als onderdeel van een product met handelswaarde wordt verkocht of bestemd is om te worden verkocht, met uitzondering van oplosmiddelen die vallen onder O3;

r. O8:

de hoeveelheid organische oplosmiddelen, met inbegrip van organische oplosmiddelen in preparaten, die voor hergebruik is teruggewonnen maar niet opnieuw bij de activiteit wordt gebruikt en niet onder O7 valt;

s. O9:

de hoeveelheid vluchtige organische stoffen, die op andere wijze dan bedoeld onder O1 tot en met O8 vrijkomt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van twaalf maanden en wordt binnen dertien weken na afloop van die periode afgesloten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De oplosmiddelenboekhouding bevat in elk geval de volgende gegevens:

  • a. het verbruik, uitgedrukt in gewichtseenheden;

  • b. de input, uitgedrukt in gewichtseenheden;

  • c. de totale emissie, uitgedrukt in gewichtseenheden, en

  • d. de berekeningsmethoden en gegevens, die ten grondslag liggen aan de in onderdeel a tot en met c bedoelde gegevens.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De oplosmiddelenboekhouding bevat voorts de volgende gegevens:

  • a. de totale emissie, uitgedrukt in een percentage van de input, indien degene die de inrichting drijft, gebruik maakt van een totale-emissiegrenswaarde in een percentage van de input om aan te tonen dat aan het Besluit is voldaan;

  • b. de totale emissie, uitgedrukt in een eenheid die aansluit bij de totale emissiegrenswaarde van de activiteiten uit de categorieën 9, 11, 12, 13, 14, 15 en 19 van bijlage IIA, deel I, van het Besluit of van de activiteiten van bijlage IIA, deel II, van het Besluit, indien degene die de inrichting drijft, gebruik maakt van een totale-emissiegrenswaarde per hoeveelheid product om aan te tonen dat aan het Besluit is voldaan;

  • c. de afgasconcentratie, uitgedrukt in milligram koolstof per kubieke meter, indien degene die de inrichting drijft, gebruik maakt van een emissiegrenswaarde voor afgassen om aan te tonen dat aan het Besluit is voldaan;

  • d. de diffuse emissies, uitgedrukt in een percentage van de input, indien degene die de inrichting drijft, gebruik maakt van een diffuse-emissiegrenswaarde om aan te tonen dat aan het Besluit is voldaan;

  • e. de beoogde emissie, uitgedrukt in gewichtseenheden, indien degene die de inrichting drijft, gebruik maakt van een reductieprogramma om aan te tonen dat aan het Besluit is voldaan;

  • f. de referentie-emissie, uitgedrukt in gewichtseenheden, indien degene die de inrichting drijft, gebruik maakt van een reductieprogramma met vaste-stofregeling om aan te tonen dat aan het Besluit is voldaan, en

  • g. de berekeningsmethoden en gegevens, die ten grondslag liggen aan de in de onderdelen a tot en met f bedoelde gegevens.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het verbruik, de input, de diffuse emissies en de totale emissie worden uitgedrukt in gewichtseenheden en bepaald volgens de volgende formules:

    • a. verbruik: I1 - O8;

    • b. input: I1 + I2;

    • c. diffuse emissies: [I1 - O1 - O5 - O6 - O7 - O8] of [O2 + O3 + O4 + O9];

    • d. totale emissie: [O1 + diffuse emissies] of [I1 - O5 - O6 - O7 - O8].

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan voor de bepaling van de diffuse emissies of de totale emissie een methode worden gebruikt die naar het oordeel van het bevoegd gezag ten minste gelijkwaardig is aan de in het eerste lid genoemde methodes.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien de installatie R-stoffen emitteert, bevat de oplosmiddelenboekhouding tevens de volgende gegevens:

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Ten aanzien van continue en periodieke meting geldt de meetmethodiek, zoals beschreven in de paragrafen 3.7.2 tot en met 3.7.4 van de Nederlandse emissierichtlijn lucht, uitgave 2000.

  • 2 Ten aanzien van de frequentie van periodieke meting gelden de daaromtrent gegeven voorschriften in de paragrafen 3.7.2 tot en met 3.7.4 van de Nederlandse emissierichtlijn lucht, uitgave 2000.

  • 3 Ten aanzien van de beoordeling van meetresultaten gelden de voorschriften, zoals beschreven in paragraaf 3.7.4, onder `Onnauwkeurigheid van het meetresultaat', van de Nederlandse emissierichtlijn lucht, uitgave 2000.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling oplosmiddelenboekhouding en metingen VOS-emissies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 juli 2001

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk

Naar boven