Opleiding Nederlands als tweede taal in het primair onderwijs

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 27-06-2001 t/m heden

Opleiding Nederlands als tweede taal in het primair onderwijs

Inleiding

Taal is een van de belangrijkste factoren bij het behalen van schoolsucces.

Kinderen met een andere moedertaal dan het Nederlands moeten zich tijdens hun schoolloopbaan het Nederlands eigen maken en tegelijkertijd de reguliere schoolvakken leren. Het vergroten van hun onderwijskansen hangt daarom vooral samen met de vraag in hoeverre het onderwijs erin slaagt deze leerlingen het Nederlands als tweede taal aan te leren.

Om het rendement van het onderwijs aan leerlingen met een andere moedertaal dan het Nederlands te verbeteren moet de school beschikken over deskundig opgeleide leraren die het Nederlands als tweede taal(NT2) kunnen verzorgen.

Met het oog daarop is met ingang van het studiejaar 1995-1996 op initiatief van enige hogescholen een éénjarige post-hbo-opleiding tot leraar NT2 gestart. Gedurende de eerste drie cursusjaren heeft het departement voor deze opleiding subsidie verleend.

Het is gebleken dat de belangstelling voor deze opleiding de laatste jaren sterk is teruggelopen. Deze terugloop vindt zijn oorzaak in de geringe bekendheid bij de basisscholen met deze opleiding; ook is het wegvallen van de financiële bijdrage door het departement van invloed geweest op de terugloop in de belangstelling.

Voor de kwaliteit van het onderwijs aan tweetalige leerlingen is het van het grootste belang dat deze post-hbo-opleiding behouden blijft. In het kader van het onderwijskansenbeleid waarbinnen taalbeleid een hoge prioriteit heeft, mag ook worden verwacht dat de behoefte aan deze opleiding zal toenemen.

Om de deelname aan de opleiding te stimuleren is besloten opnieuw een subsidie te verlenen en is door middel van de publicatie van 21 september 2000, kenmerk PO/PJ-00/35216, gepubliceerd in Uitleg Gele katern, nummer 23 van 4 oktober 2000, opnieuw de aandacht gevestigd op de opleiding Nederlands als tweede taal.

Hierin werd onder meer meegedeeld dat deze opleiding met ingang van 1 december 2000 van start zou gaan. Gebleken is echter dat als gevolg van het startmoment midden in het schooljaar zich te weinig deelnemers hebben aangemeld.

Bovendien bleek het noodzakelijk dat het opleidingsmodel moest worden geactualiseerd.

De consequentie van het een en ander is:

  • -

    dat gedurende het huidige schooljaar het opleidingscurriculum is herzien en

  • -

    dat de opleiding met ingang van 1 september 2001 opnieuw zal starten.

Doel

De post-hbo-opleiding Nederlands als tweede taal is gericht op kwaliteitsverbetering van het onderwijs aan van oorsprong niet-Nederlandstalige kinderen.

De opleiding richt zich op het geven van Nederlands aan onderinstromers en neveninstromers op de school of vervolgopvang en op het ondersteunen van leerlingen bij de talige aspecten van alle vakken van het primair onderwijs.

Doelgroep/Toelating

Deelnemers aan de opleiding moeten in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid voor het primair onderwijs en zij moeten, in verband met het praktijkgerichte karakter van de opleiding, minimaal 10 uur per week werkzaam zijn in het primair onderwijs waar ze te maken hebben met niet-Nederlandstalige leerlingen, dan wel werkzaam zijn in een eerste-opvangproject.

Duale opzet

De opleiding heeft een duaal karakter. Dat wil zeggen dat het uitgangspunt van de opleiding een wisselwerking is tussen de theorie en de eigen lespraktijk.

De praktijk staat centraal en de theorie is ondersteunend voor de praktijk.

Tijdens elke bijeenkomst is er ruimte voor het doorspreken van vragen en problemen uit de eigen lespraktijk. Vrijwel elk onderwerp dat aan de orde komt wordt gevolgd door een praktijkopdracht die in de eigen lespraktijk moet worden uitgevoerd.

De uitgevoerde opdrachten worden in eerste instantie door de deelnemers onderling besproken, waarbij een begeleider aanwezig is.

Naar aanleiding van het verslag van de opdracht wordt door de begeleider individuele feedback gegeven.

Inhoud

De onderwerpen die aan de orde komen zijn verdeeld over drie blokken:

Eerste blok:

tweetaligheid in Nederland, eerste- en tweede taalverwerving en opvangmodellen.

Tweede blok:

Het leren van en het leren in het Nederlands, aspecten van taalleren met een daarbij passende didactiek.

Derde blok:

Integratie van wat tot dan in de opleiding aan bod is gekomen, toetsing en diagnostiek.

Duur/Omvang/Afsluiting

De opleiding bestaat uit 20 bijeenkomsten van 3 uur gedurende een schooljaar.

Voor bestudering van de theorie moet rekening worden gehouden met 90 uur en voor het uitvoeren van de praktijkopdrachten met 100 uur. De verslaglegging van het eigen leerproces zal ongeveer 30 uur vergen.

Inclusief de eigen lespraktijk van 400 uur (40 weken x 10 uur) bedraagt de totale studiebelasting 680 uur.

Ter afsluiting van de opleiding ontvangen de deelnemers een certificaat.

De faciliteiten

Het ministerie zal voor de uitvoering van de opleidingen die respectievelijk per 1 september 2001 en 2002 zullen starten, door middel van een subsidiebeschikking, een financiële bijdrage leveren van ƒ 2500,- (€ 1134) per deelnemer tot een landelijk maximum van 60 deelnemers per schooljaar. Vervangingsgelden worden niet beschikbaar gesteld.

Kosten deelnemer

De subsidiebijdrage van het ministerie dekt niet de totale uitvoeringskosten, daarom zullen de hogescholen aan de deelnemer een eigen bijdrage van ƒ 2500,- (€ 1134) vragen. De kosten voor boeken en achtergrondmateriaal bedragen ƒ 300,-. (€ 136).

Start / Aanmelding/ Waar te volgen

Start: 1 september 2001

Aanmelding: tot en met 5 juli 2001 bij de hierna genoemde hogescholen.

Hogescholen:

  • -

    Hogeschool I.PABO Amsterdam/Alkmaar

    Jan Tooropstraat 136

    1061 AD AMSTERDAM

    contactpersoon: mw. E. Boer

    tel.nr. 020-6137079

    E-mail: E.Boer@hs-ipabo.edu

  • -

    Transfergroep Rotterdam

    Unit Onderwijs en Educatie

    Postbus 420

    3000 AK ROTTERDAM

    contactpersoon: mw. W.Briaire

    tel.nr. 010-2414440

    E-mail: W.T. Braire@hro.nl

  • -

    Hogeschool van Utrecht

    Theo Thijssen Akademie

    Archimedeslaan 16

    Postbus 14007

    3508 SB UTRECHT

    contactpersoon: mw. M. van Ingen

    tel. 030-2547170

    E-mail: posthbont2@feo.hvu.nl

  • -

    Pabo Hogeschool Haarlem

    Santpoorterplein 28

    2023 DN HAARLEM

    Postbus 614

    2003 RP HAARLEM

    contactpersoon: dhr. T. van Rijn

    tel. 023-5412112

    E-mail: a.v.rijn@hshaarlem.nl

  • -

    Hanzehogeschool Groningen

    Afdeling Hanze Service

    Zernikeplein 23

    9747 AS GRONINGEN

    contactpersoon: dhr. J.Woudenberg of mw.Y. Vosdijk

    tel. 050-5953300

    E-mail: j.h.woudenberg@pl.hanze.nl

  • -

    Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

    Nascholing en Dienstverlening Onderwijs

    Postbus 30011

    6503 HN NIJMEGEN

    contactpersoon: mw. T. Hermans

    tel.nr. 024-3459801

    E-mail: Truus.Hermans@ils.han.nl

  • -

    Fontys PABO Eindhoven

    Postbus 347

    5600 AH EINDHOVEN

    contactpersoon: mw. E.Sánchez Garcia

    tel. 0877-878018

    E-mail: E.Sanchezgarcia@fontys.nl

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

drs. K.Y.I.J. Adelmund

Naar boven