Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam 2001

[Regeling vervallen per 25-03-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 05-04-2001 t/m 24-03-2006

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam 2001

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaat;

Gelezen het verzoek van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam, d.d. 29 januari 2001 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam en de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland;

Gelet op:

- artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering;

- artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

- artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

- het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

De personen in dienst van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam, die de functie vervullen van havenbeambte, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

    a) de Scheepvaartverkeerswet, doch uitgezonderd de feiten genoemd in paragraaf 3 van Hoofdstuk 2 van voornoemde wet en onder de restrictie dat de op deze wet gebaseerde opsporingsbevoegdheid beperkt blijft tot daarin genoemde feiten die geen misdrijf zijn;

    de als overtredingen strafbaar gestelde feiten uit het Binnenvaartpolitiereglement;

    b) de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren in verband met artikel 4, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit, artikel 1, derde lid, van voornoemde wet;

    c) de Verordening op de haven en het binnenwater en/of andere verordeningen, voor zover de functionarissen, als bedoeld in artikel 2 van dit besluit, daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen;

    d) de Wet op de economische delicten, voor zover het economische delicten betreft waarvoor in dit besluit en binnen de op grond van dit besluit uit te vaardigen `akten' opsporingsbevoegdheid is verleend.

  • 2 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het onder beheersverantwoordelijkheid van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam vallend grondgebied.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

  • 1 Namens het College van procureurs-generaal is de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland bevoegd tot beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 Op grond van dit besluit kunnen maximaal 58 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de politieregio Amsterdam-Amstelland.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

  • 1 De havenmeester van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, met betrekking tot de onder diens verantwoordelijkheid werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Minister van Justitie, directie Bestuurszaken, afd. IBB, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

Het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam, Nr. 96/6025-7837/ASD, d.d. 25 maart 1996 wordt ingetrokken.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, welke zijn uitgevaardigd op het in artikel 7 van dit besluit omschreven besluit, zijn van kracht tot de aan de in die akten en overige benoemingsbescheiden vermelde geldigheidsdatum.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie van de Staatscourant waarin het is geplaatst en werkt terug tot 25 maart 2001 en vervalt op 25 maart 2006.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 25-03-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam 2001.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en het Algemeen Politieblad.

Den Haag, 16 maart 2001

De

Minister

van Justitie,
namens deze,
Het

hoofd van de afdeling Individuele Beleidsbeslissingen

,

H. Gerritse

, wnd
Naar boven