Er kunnen drie soorten nationale visa worden onderscheiden:
-
a. een visum voor terugkeer;
-
b. een visum voor verblijf van langere duur (mvv) (type D);
-
c. een mvv gecombineerd met visum kort verblijf (D+C-visum).
Ad a Visum voor terugkeer
Een terugkeervisum is een nationaal visum, dat recht geeft op terugkeer naar Nederland
(zie artikel 2.3, eerste lid, onder d, Vb).
Een dergelijk visum kan onder bepaalde voorwaarden door de Visadienst, aan vreemdelingen
die daarom verzoeken, worden afgegeven indien:
De indiening van een verzoek om een terugkeervisum geschiedt op dezelfde wijze als
een verzoek tot wijziging of verlenging van een visum.
Het model van de aanvraag om verlening van een terugkeervisum wordt beheerd door de
IND. Dit geldt ook voor de modellen van de beschikkingen tot afwijzing van deze aanvraag.
Het terugkeervisum is opgenomen in model M2-C.
Vreemdelingen in procedure
Een vreemdeling aan wie het is toegestaan om in Nederland een (definitieve) beslissing
op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel dan wel regulier
af te wachten, heeft, indien hij na uitreis uit Nederland aanspraak wil maken op wedertoegang
tot Nederland, hiervoor een terugkeervisum nodig. Indien de vreemdeling niet visumplichtig
is voor Nederland geldt deze eis niet.
Ten aanzien van de vreemdeling die in afwachting is van de beslissing op een aanvraag
tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier (eerste aanleg, bezwaar of beroep)
geldt het volgende. Indien de vreemdeling is ingereisd zonder te beschikken over de
vereiste mvv welke overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning
is aangevraagd, en evenmin besloten is dat er sprake is van een gerechtvaardigd beroep
op de hardheidsclausule of vrijstelling van het mvv-vereiste, wordt aan hem geen terugkeervisum
verleend.
De vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, aanhef en onder f, g of h, Vw, én met de vereiste mvv is ingereisd, welke overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor
de verblijfsvergunning is aangevraagd, komt in aanmerking voor een terugkeervisum,
indien:
-
1. sprake is van een dringende reden die geen uitstel van vertrek gedoogt;
-
2. de vreemdeling zich gedurende zijn verblijf in Nederland heeft gehouden aan de maatregelen
van toezicht in het kader van de Vw;
-
3. de vreemdeling, om de reden voor vertrek uit en terugkeer naar Nederland aannemelijk
te maken, alle daarvoor noodzakelijke gegevens heeft verstrekt en bescheiden heeft
overgelegd aan de verzoekende instantie;
-
4. de vreemdeling zelfstandig beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding;
-
5. het OM geen bezwaar heeft tegen vertrek uit Nederland in verband met vervolging wegens
strafbare feiten of tenuitvoerlegging van een vonnis;
-
6. de beslissing op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning, een bezwaarschrift,
een beroep op de Rechtbank of een hoger beroep op de ABRvS niet binnen de geldigheidsduur
van het terugkeervisum wordt verwacht.
In de volgende gevallen is er sprake van dringende redenen die geen uitstel van vertrek
gedogen:
-
– ernstige ziekte of overlijden van een nabije bloedverwant (in de eerste en tweede
graad);
-
– het bijwonen van een huwelijk van een nabije bloedverwant (in de eerste en tweede
graad);
-
– onder voogdij gestelde minderjarigen die met het pleeggezin op vakantie naar het
buitenland gaan;
-
– deelname aan een in het kader van de opleiding of studie van belang zijnde excursie
of werkweek in het buitenland; of
-
– deel uitmaken van een sportteam dat Nederland in het buitenland zal vertegenwoordigen.
Daarnaast kunnen vreemdelingen die voor zakelijke doeleinden wensen te reizen in aanmerking
komen voor een terugkeervisum, ongeacht het feit of er sprake is van dringende redenen
die geen uitstel van vertrek gedogen. Deze categorie vreemdelingen dient wel te voldoen
aan de voorwaarden 2 tot en met 6 zoals hierboven opgesomd. Bovendien moeten zij kunnen
aantonen dat zij een aanvraag tot het verlenen van een reguliere verblijfsvergunning
hebben ingediend en hiervoor leges hebben betaald.
Het terugkeervisum wordt voor een vreemdeling die rechtmatig verblijf houdt op grond
van artikel 8, aanhef en onder f, g of h, Vw alleen kort voor het vertrek van de vreemdeling afgegeven. Het terugkeervisum wordt
afgegeven met een geldigheidsduur voor het beoogde doel, maar voor ten hoogste drie
maanden. De geldigheidsduur van een terugkeervisum kan na uitreis niet worden gewijzigd
of verlengd. De geldigheidsduur van het noodzakelijke document voor grensoverschrijding
dient ten minste één maand langer te zijn dan de termijn waarbinnen de vreemdeling
op grond van zijn terugkeervisum kan terugkeren.
Het terugkeervisum is in deze gevallen slechts geldig voor één reis, tenzij het gaat
om vreemdelingen die voor zakelijke doeleinden wensen te reizen. Deze categorie vreemdelingen
kan een terugkeervisum voor meerdere reizen krijgen.
Terugkeervisa ten behoeve van asielzoekers
Een terugkeervisum kan worden verleend aan een vreemdeling die een aanvraag tot het
verlenen van een verblijfsvergunning asiel (als bedoeld in de artikelen 28 en 33 Vw) heeft gedaan en rechtmatig verblijf houdt op grond van artikel 8, aanhef en onder f, g of h, Vw, indien althans aan de hierboven onder 1 tot en met 6 genoemde voorwaarden is voldaan.
Echter, deze vreemdelingen komen niet in aanmerking voor een terugkeervisum wanneer
het de terugkeer vanuit het land van herkomst betreft.
Vreemdelingen in het bezit van een verblijfsvergunning
In principe hebben vreemdelingen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning
asiel dan wel regulier geen terugkeervisum nodig indien zij na een reis naar het buitenland
(binnen dan wel buiten het Schengengebied) weer naar Nederland willen terugkeren.
Immers, deze vreemdelingen hebben zonder visum toegang tot Nederland indien zij beschikken
over:
-
– een paspoort of ander erkend reisdocument en een afzonderlijk document als bedoeld
in bijlage 7 VV; of
-
– een paspoort en een door het ministerie van BuZa afgegeven geprivilegieerdendocument
(zie A2/6.2.3).
Niettemin kan aan deze vreemdelingen op hun verzoek een terugkeervisum worden afgegeven,
indien zij dit visum nodig hebben voor de reis door of naar een land gelegen buiten
het Schengengebied (bijvoorbeeld ter verkrijging van visumfaciliteiten voor of toegang
tot dat land).
Het vorenstaande geldt ook voor:
-
– Molukkers die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers (Stb. 1976,
468) als Nederlander worden behandeld; en
-
– vreemdelingen die al wel een positieve beslissing op hun aanvraag tot het verlenen
van een verblijfsvergunning regulier hebben ontvangen maar nog in afwachting zijn
van een verblijfsdocument als bedoeld in bijlage 7 VV.
Zij behoeven hiervoor géén dringende reden aan te dragen.
De geldigheidsduur van zowel het grensoverschrijdingsdocument als de geldigheidsduur
van de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning dient de duur van het terugkeervisum
met ten minste één maand te overschrijden.
Het terugkeervisum wordt voor ten hoogste één jaar verleend. Echter, dit laat onverlet
dat de vreemdeling zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland mag vestigen. De geldigheidsduur
van een terugkeervisum kan na uitreis niet worden gewijzigd of verlengd. Het terugkeervisum
kan, voor de hiervoor genoemde vreemdelingen, worden verleend voor één of meerdere
reizen.
Terugkeervisa aan vreemdelingen die in afwachting zijn van een beslissing op hun aanvraag
tot verlenging of wijziging van de vergunning
Een terugkeervisum kan tevens worden verstrekt aan de vreemdeling die in het bezit
is (was) van een verblijfsvergunning, indien hij (tijdig) verlenging of wijziging
van de beperking van zijn vergunning heeft gevraagd. In deze gevallen behoeft geen
dringende reden te worden aangevoerd. De overige voorwaarden zoals eerder vermeld
onder 2 tot en met 6 ‘vreemdeling in procedure’ blijven onverkort van kracht.
Aan studenten die in afwachting zijn van een beslissing op hun aanvraag tot verlenging
van de verleende vergunning kan – indien zij in het kader van hun studie voor langere
tijd naar het buitenland moeten reizen – een terugkeervisum worden verleend met een
geldigheidsduur van maximaal zes maanden. De student dient de noodzaak en de duur
van zijn verblijf in het buitenland met documenten te onderbouwen.
Houders van een verblijfsvergunning asiel
Een terugkeervisum kan worden verleend aan een vreemdeling die in het bezit is van
een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde of onbepaalde tijd. Zij behoeven hiervoor
géén dringende reden aan te dragen. Echter, deze vreemdelingen komen niet in aanmerking
voor een terugkeervisum wanneer het de terugkeer vanuit het land van herkomst betreft.
Het is hierbij niet van belang of het om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde
of voor onbepaalde tijd gaat.
Indien de vreemdeling beschikt over een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd,
vormt een aanvraag tot het verlenen van een terugkeervisum voor terugkeer uit het
land van herkomst grond om op basis van artikel 32, eerste lid, onder c, Vw een aanvraag tot verlenging van die verblijfsvergunning af te wijzen. De grond voor
verlening is daaraan immers kennelijk ontvallen. Ook de vreemdeling die beschikt over
een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd komt niet in aanmerking voor een
terugkeervisum voor terugkeer uit het land van herkomst, aangezien diens vluchtelingenpaspoort
niet geldig is voor zijn land van herkomst.
Indien de vreemdeling die in het bezit is van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde
tijd, van oordeel is dat hij niet meer behoeft te vrezen voor vervolging in zijn land
van herkomst, bijvoorbeeld vanwege een regimewijziging, dan kan hij zich tot de eigen
autoriteiten wenden voor het verkrijgen van een nieuw nationaal document voor grensoverschrijding,
waarmee hij naar het land van herkomst kan reizen.
Kosten terugkeervisa
Voor de behandeling van een aanvraag voor een terugkeervisum zijn leges verschuldigd
(zie verder A2/4.3.5).
Ad b Visum voor verblijf van langere duur (mvv) (type D)
Visa voor een verblijf van langere duur (type D) zijn visa die door de diplomatieke
of consulaire vertegenwoordiging van een Schengenstaat overeenkomstig de eigen wetgeving
worden afgegeven. In de Nederlandse situatie geeft het D-visum de houder het recht
tot inreis in Nederland om vervolgens een verblijfsvergunning aan te vragen voor een
verblijf van langer dan drie maanden.
Een dergelijk visum geeft de houder bovendien het recht op doorreis over het grondgebied
van de overige Schengenstaten te reizen, teneinde zich te begeven naar het Schengenstaat
dat het visum heeft verleend. Voor een dergelijke doorreis dient de vreemdeling overigens
te voldoen aan de normale voorwaarden voor binnenkomst als bedoeld in A2/4.2, met uitzondering van het middelenvereiste (zie ook hoofdstuk I, § 2.2 en hoofdstuk
V, § 5, BNL-kader, GVI).
De mvv is een nationaal visum dat wordt afgegeven door een Nederlandse diplomatieke
of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland (artikel 1, onder h, Vw).
Een mvv-verklaring, in de vorm van een voorbedrukt formulier (zie BNL-bijlage VI,
GVI), kan in de plaats komen van de mvv gesteld in het paspoort. In dat geval moet
de houder van de verklaring steeds in het bezit zijn van het daarin aangegeven reisdocument.
Zie voor bepalingen omtrent aanvraag, afgifte en vrijstellingen van een mvv B1/1.1 tot en met B1/1.3 van de Vc.
Ad c Mvv gecombineerd met visum kort verblijf (D+C-visum)
De aanvraag om afgifte van een mvv leidt in de praktijk veelal tot afgifte van een
D+C-visum. Dit is een combinatie van een nationaal visum voor langere duur met een
reisvisum (zie artikel 18, SUO, hoofdstuk I, § 2.2, GVI en B1/1.1).
Het C-deel van dit combinatievisum is geldig voor een periode van maximaal negentig
dagen vanaf de dag van afgifte en wordt verstrekt als multi-entry visum. Het D-deel
van het combinatievisum is geldig voor een periode van honderdtachtig dagen vanaf
de datum van afgifte.