Vaststelling bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds 1999

[Regeling vervallen per 01-02-2005.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 02-03-2001 t/m 31-01-2005

Vaststelling bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds 1999

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet en artikel 6 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet,

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Voor het uitkeringsjaar 1999 worden de bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Voor de uitkeringsjaren 1998 en 1999 worden de bedragen, bedoeld in artikel 6 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.G. de Vries

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W. Bos

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, over het uitkeringsjaar 1999 (bijlage bij artikel 1)

Nr.

Maatstaven

Bedragen

1

OZB (per 5000 eenheden)

-15,63

2

Inwoners

215,05

3

Jongeren

292,24

4

Ouderen

79,76

5-a

Waddengemeenten, eerste schijf

382,00

5-b

Waddengemeenten, tweede schijf

320,00

5-c

Waddengemeenten, derde schijf

43,00

6

Huishoudens met een laag inkomen

718,48

7

Bijstandsontvangers

2.771,95

8

Uitvoeringskosten bijstandsontvangers

2.156,80

9

Schaalfactor uitvoeringskosten bijstandsontvangers

450.000,00

10

Uitkeringsontvangers

328,77

11

Minderheden

537,42

12

Lokaal klantenpotentieel

114,89

13

Regionaal klantenpotentieel

56,13

14

Leerlingen speciaal, voortgezet speciaal en voortgezet onderwijs

435,45

15

Land en binnenwater

189,40

16

Buitenwater

50,44

17-a

Slechte bodem, eerste groep

22,09

17-b

Slechte bodem, tweede groep

36,82

17-c

Slechte bodem, derde groep

51,55

18

Riool in slechte bodem binnengebied (per 10000 eenheden)

9,91

19

Riool in slechte bodem buitengebied (per 10000 eenheden)

2,99

20

Oppervlak bebouwde kom

1,99

21

Woonruimten

468,65

22-a

Oppervlak historische kernen, eerste groep

18.750,52

22-b

Oppervlak historische kernen, tweede groep

37.501,04

23

Lengte historisch water

99,41

24

Historisch aantal woningen in bewoonde oorden

67,12

25

Historisch aantal woningen in historische kernen

175,54

26

Stadsvernieuwing

245.788.230,12

27

Omgevingsadressendichtheid (per 1000 eenheden)

156,99

28

Vast bedrag voor iedere gemeente

261.253,68

29

Vast bedrag voor Amsterdam

220.484.350,75

30

Vast bedrag voor Rotterdam

205.495.366,33

31

Vast bedrag voor Den Haag

140.139.105,66

32

Vast bedrag voor Utrecht

77.813.326,78

33

Vast bedrag voor de Waddengemeenten

300.000,00

34

Gewenningsbijdrage herindeling

1,20

35

Verfijningsuitkering omvangrijke opgave woningbouw

1.143,15

36

Verfijningsuitkering wijziging gemeentelijke indeling, onderdeel startbijdrage

11.431,47

Naar boven