Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (strafrechtelijke opvang verslaafden)

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-04-2004 t/m heden

Wet van 21 december 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de Penitentiaire beginselenwet (strafrechtelijke opvang verslaafden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in een wettelijke regeling voor de strafrechtelijke opvang van verslaafden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI

  • 1 Onze Minister van Justitie zendt binnen drie jaren na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na drie jaren aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

  • 2 De gemeenten die deelnemen aan de tenuitvoerlegging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden, verlenen hun medewerking aan de totstandkoming van het in het eerste lid bedoelde verslag.

Artikel VII

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2 [Red: Vervallen.]

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 21 december 2000

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de achttiende januari 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven