Vennootschapsbelasting, juridische fusie, achterwaartse verliesverrekening van de [...] met vóórfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon

[Regeling vervallen per 11-07-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-06-2014.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-01-2001 t/m 29-06-2014

Vennootschapsbelasting, juridische fusie, achterwaartse verliesverrekening van de verkrijgende rechtspersoon met vóórfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is een herdruk van het besluit van 8 juli 1998, nr. DB98/1510M. Als gevolg van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 is met ingang van 1 januari 2001 de fiscale begeleiding van fusies in de zin van artikel 14b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: juridische fusie) gewijzigd. Als gevolg van deze wijziging behoeft de regeling voor de achterwaartse verliesverrekening van de verkrijgende rechtspersoon met vóórfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon aanpassing. Dit Besluit voorziet in deze aanpassingen, die verband houden met de invulling van het fusiebegrip met ingang van 1 januari 2001.

Bij een juridische fusie gaat de mogelijkheid van achterwaartse verliesverrekening met winst van de verdwijnende rechtspersoon verloren. De verdwijnende rechtspersoon houdt immers op te bestaan. Tijdens de parlementaire behandeling (Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 25 709, nr. 5, p.11) heb ik toegezegd dat bij zuivere splitsing desalniettemin achterwaartse verliesverrekening mogelijk zal zijn. Omdat bij juridische fusie eenzelfde lijn wordt gevolgd, heb ik de hierna omschreven regeling getroffen.

Op grond van deze regeling wordt, indien bij een juridische fusie artikel 14b, tweede of derde lid, van de Wet Vpb van toepassing is, op verzoek toegestaan dat een náfusieverlies van de verkrijgende rechtspersoon binnen de daarvoor geldende termijn kan worden verrekend met vóórfusiewinsten van de verdwijnende rechtspersoon.

Ik geef hierbij de inspecteur toestemming om op verzoek van de verkrijgende rechtspersoon – voor zich en als rechtsopvolger van de verdwijnende rechtspersoon – goed te keuren dat een ná het fusietijdstip geleden verlies van de verkrijgende rechtspersoon kan worden verrekend met winsten van de verdwijnende rechtspersoon. De goedkeuring geldt slechts in het geval dat de juridische fusie plaatsvindt met toepassing van artikel 14b, tweede of derde lid, van de Wet Vpb.

Aan de goedkeuring verbindt de inspecteur de volgende voorwaarden:

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

  • de Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

  • de verdwijnende rechtspersoon: een of meer rechtspersonen die in het kader van een fusie in de zin van artikel 14b van de Wet Vpb (hierna: juridische fusie) hun vermogensbestanddelen overdragen;

  • de verkrijgende rechtspersoon: de rechtspersoon die in het kader van een juridische fusie vermogensbestanddelen verkrijgt, eventueel op de voet van artikel 15 van de Wet Vpb verenigd met één of meer rechtspersonen;

  • het fusietijdstip: het tijdstip van wanneer af de overgedragen vermogensbestanddelen worden geacht rechtstreeks voor rekening en risico van de verkrijgende rechtspersoon te komen;

  • een fuserende rechtspersoon: een verdwijnende rechtspersoon, dan wel de verkrijgende rechtspersoon;

  • onderneming: de vermogensbestanddelen met de daarbij eventueel behorende activiteiten van de betreffende rechtspersoon.

  • 1. Voor de toepassing van artikel 20 van de Wet Vpb op terug te wentelen verlies van de verkrijgende rechtspersoon van één der jaren na het fusietijdstip naar winsten van de verdwijnende rechtspersoon, vindt verrekening plaats onder de volgende voorwaarden:

    • a. Indien de berekening van de belastbare winst van de verkrijgende rechtspersoon leidt tot een negatief bedrag, wordt de winst van de verkrijgende rechtspersoon telkenjare gesplitst in delen die betrekking hebben op de vóór het fusietijdstip door elk van de fuserende rechtspersonen gedreven ondernemingen (hierna: winstsplitsing). Deze winstsplitsing vindt plaats alsof de fusie niet heeft plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan de onderneming van een fuserende rechtspersoon kan worden toegerekend voor zover deze als zodanig bij de verkrijgende rechtspersoon tot uitdrukking komt.

    • b. Een aldus uit bovenstaande winstsplitsing eventueel voortvloeiend positief deel wordt, voor zoveel mogelijk, in mindering gebracht op de negatieve delen betrekking hebbend op de ondernemingen van fuserende rechtspersonen die geen aanspraak hebben op verrekening met winst van een aan het fusietijdstip voorafgaand jaar, waarna het resterende gedeelte in mindering komt op de negatieve delen die betrekking hebben op de ondernemingen van de overige fuserende rechtspersonen. Deze verminderingen vinden, voor zover nodig, naar verhouding van de negatieve delen plaats.

    • c. De vóór het fusietijdstip behaalde winsten van de verdwijnende rechtspersoon worden slechts verrekend met het overeenkomstig de onderdelen a. en b. bepaalde deel van het verlies van de verkrijgende rechtspersoon dat betrekking heeft op de voor het fusietijdstip door de verdwijnende rechtspersoon gedreven onderneming, behalve voor zover de verrekening uit anderen hoofde is beperkt. Deze verrekening is echter uitgesloten indien dat verlies al is verrekend met winsten van de verkrijgende rechtspersoon.

    • d. Indien verrekening van verlies overeenkomstig c. heeft plaatsgevonden, vervalt de mogelijkheid dat verlies te verrekenen met winsten van de verkrijgende rechtspersoon.

  • 2. Deze goedkeuring geldt slechts in het geval dat de juridische fusie plaatsvindt met toepassing van artikel 14b, tweede of derde lid, van de Wet Vpb.

Bijlage: concept-brief voor te verlenen goedkeuring

Bijlage

[Regeling vervallen per 11-07-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-06-2014]

Vennootschapsbelasting. Juridische fusie.

[Regeling vervallen per 11-07-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-06-2014]

Inwilliging van verzoek om achterwaartse verliesverrekening van de verkrijgende rechtspersoon met vóórfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon.

Belastingdienst/<eenheid>

Uw brief van:

Uw kenmerk:

Datum:

Ons kenmerk:

<naam geadresseerde>

<adres>

<postcode + plaats>

Onderwerp: Vennootschapsbelasting. Juridische fusie. Achterwaartse verliesverrekening. Toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Geachte <naam>,

Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief deel ik u het volgende mede.

De Staatssecretaris van Financiën heeft mij in het besluit van 8 juli 1998, nr. DB98/1510M, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 december 2000, nr. CPP2000/3149M, toegestaan een beslissing te nemen op uw verzoek namens <naam verkrijgende rechtspersoon (LVN)> te <vestigingsplaats> voor zich en als rechtsopvolger van <naam verdwijnende rechtspersoon>.

Gevolg gevend aan die toestemming deel ik u het volgende mede.

Ik keur goed dat bij de fusie in de zin van artikel 14b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: juridische fusie) tussen <naam verkrijgende rechtspersoon>, als verkrijgende rechtspersoon, en <naam verdwijnende rechtspersoon>, als verdwijnende rechtspersoon, de na het fusietijdstip geleden verliezen van de verkrijgende rechtspersoon binnen de in artikel 20 van de Wet Vpb bedoelde termijn kunnen worden verrekend met winsten van de verdwijnende rechtspersoon.

Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden:

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

  • de Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

  • de verdwijnende rechtspersoon: een of meer rechtspersonen die in het kader van een fusie in de zin van artikel 14b Wet Vpb (hierna: juridische fusie) hun vermogensbestanddelen overdragen;

  • de verkrijgende rechtspersoon: de rechtspersoon die in het kader van een juridische fusie vermogensbestanddelen verkrijgt, eventueel op de voet van artikel 15 van de Wet Vpb verenigd met één of meer rechtspersonen;

  • het fusietijdstip: het tijdstip van wanneer af de overgedragen vermogensbestanddelen worden geacht rechtstreeks voor rekening en risico van de verkrijgende rechtspersoon te komen;

  • een fuserende rechtspersoon: een verdwijnende rechtspersoon, dan wel de verkrijgende rechtspersoon;

  • onderneming: de vermogensbestanddelen met de daarbij eventueel behorende activiteiten van de betreffende rechtspersoon.

  • 1. Voor de toepassing van artikel 20 van de Wet Vpb op terug te wentelen verlies van de verkrijgende rechtspersoon van één der jaren na het fusietijdstip naar winsten van de verdwijnende rechtspersoon, vindt verrekening plaats onder de volgende voorwaarden:

    • a. Indien de berekening van de belastbare winst van de verkrijgende rechtspersoon leidt tot een negatief bedrag, wordt de winst van de verkrijgende rechtspersoon telkenjare gesplitst in delen die betrekking hebben op de vóór het fusietijdstip door elk van de fuserende rechtspersonen gedreven ondernemingen (hierna: winstsplitsing). Deze winstsplitsing vindt plaats alsof de fusie niet heeft plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan de onderneming van een fuserende rechtspersoon kan worden toegerekend voor zover deze als zodanig bij de verkrijgende rechtspersoon tot uitdrukking komt.

    • b. Een aldus uit bovenstaande winstsplitsing eventueel voortvloeiend positief deel wordt, voor zoveel mogelijk, in mindering gebracht op de negatieve delen betrekking hebbend op de ondernemingen van fuserende rechtspersonen die geen aanspraak hebben op verrekening met winst van een aan het fusietijdstip voorafgaand jaar, waarna het resterende gedeelte in mindering komt op de negatieve delen die betrekking hebben op de ondernemingen van de overige fuserende rechtspersonen. Deze verminderingen vinden, voor zover nodig, naar verhouding van de negatieve delen plaats.

    • c. De vóór het fusietijdstip behaalde winsten van de verdwijnende rechtspersoon worden slechts verrekend met het overeenkomstig de onderdelen a. en b. bepaalde deel van het verlies van de verkrijgende rechtspersoon dat betrekking heeft op de vóór het fusietijdstip door de verdwijnende rechtspersoon gedreven onderneming, behalve voor zover de verrekening uit anderen hoofde is beperkt. Deze verrekening is echter uitgesloten indien dat verlies al is verrekend met winsten van de verkrijgende rechtspersoon.

    • d. Indien verrekening van verlies overeenkomstig c. heeft plaatsgevonden, vervalt de mogelijkheid dat verlies te verrekenen met winsten van de verkrijgende rechtspersoon.

  • 2. Deze goedkeuring geldt slechts in het geval dat de juridische fusie plaatsvindt met toepassing van artikel 14b, tweede of derde lid, van de Wet Vpb.

Hoogachtend,

Belastingdienst/<aanduiding eenheid + plaats>

De inspecteur,

...............................................................

Naar boven