Opwaarderen voorraden en bedrijfsmiddelen

[Regeling vervallen per 01-03-2012 met terugwerkende kracht tot en met 16-02-2012.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2001 t/m 15-02-2012

Opwaarderen voorraden en bedrijfsmiddelen

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die gold voor de toepassing van de Wet IB 1964, Besluit van 1 maart 1996, nr. 563 DGM5.

Mij is de vraag voorgelegd of (ter voorkoming van verliesverdamping) opwaardering van voorraden of bedrijfsmiddelen tot op verkoopwaarde fiscaal toelaatbaar is. Hierover deel ik het volgende mede.

Voorraden

[Regeling vervallen per 01-03-2012 met terugwerkende kracht tot en met 16-02-2012]

Bij voorraadwaardering is in het algemeen waardering op kostprijs of op lagere marktwaarde gebruikelijk. Als marktwaarde geldt daarbij de op balansdatum op de inkoopmarkt te betalen prijs (HR 10 juni 1959, BNB 1959/262*). Voor voorraden geldt dat waardering op verkoopwaarde in strijd is met goed koopmansgebruik.

Bedrijfsmiddelen

[Regeling vervallen per 01-03-2012 met terugwerkende kracht tot en met 16-02-2012]

Met betrekking tot bedrijfsmiddelen is waardering op kostprijs (verminderd met de daarop toegepaste afschrijving) of lagere bedrijfswaarde in overeenstemming met goed koopmansgebruik. Uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat de bedrijfswaarde niet gelijk gesteld kan worden aan de verkoopwaarde. Slechts in heel specifieke situaties is de verkoopwaarde met de bedrijfswaarde te vereenzelvigen. Ik wijs in dit verband op HR 17 april 1991, BNB 1991/236*. Overigens was in dat arrest sprake van een afwaardering tot op de onderhandse verkoopwaarde terwijl in de onderhavige kwestie sprake is van een opwaardering.

Waardering van bedrijfsmiddelen op verkoopwaarde is derhalve in zijn algemeenheid in strijd met goed koopmansgebruik.

Indien afwaardering op lagere bedrijfswaarde heeft plaatsgevonden en nadien stijging van de bedrijfswaarde tot een opwaardering noopt, blijft deze beperkt tot de oorspronkelijke kostprijs casu quo de gemaakte voortbrengingskosten minus de afschrijving. Een vrijwillige verdere opwaardering acht ik in strijd met goed koopmansgebruik.

Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.

Naar boven