Besluit BOA Dienst Ondersteunende Taken van het GVB Amsterdam 2000

[Regeling vervallen per 01-03-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 22-11-2000 t/m 29-02-2004

Besluit BOA Dienst Ondersteunende Taken van het GVB Amsterdam 2000

De Minister van Justitie;

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaat;

Gelezen het verzoek van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam, d.d. 13 juni 2000 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam en de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland;

Gelet op: de artikelen 61c en 142, eerste lid, onder b, en derde lid van het Wetboek van Strafvordering; het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar; artikel 8, eerste, derde en zevende lid, van de Politiewet 1993; artikel 3a, derde lid, van de Wet wapens en munitie; artikel 4 van de Regeling wapens en munitie; de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

De personen in dienst van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam, die de functie vervullen van 'controleur ondersteunende taken', zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

  • 2.a De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied, waarop het Gemeentevervoersbedrijf Amsterdam, in dienst waarvan de buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is, vervoer verricht of lijnverbindingen exploiteert;

  • 2.b De uitoefening van de aan de buitengewoon opsporingsambtenaar op grond van dit besluit toegekende bevoegdheid, beperkt zich tot bussen, pontveren, trams, metrotreinen en in en om daarbij behorende stations en haltes binnen het onder 2.a beschreven opsporingsgebied;

  • 2.c Van de krachtens dit besluit verleende bevoegdheden wordt uitsluitend gebruik gemaakt tijdens de uren dat betrokkene daadwerkelijk in de onderhavige functie werkzaam is en overeenkomstig de bevelen door het Openbaar Ministerie gegeven.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

De onder artikel 2 bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar, dient de/het door hem/haar opgemaakte proces(sen)-verbaal, de aangifte(n) of berichten inzake de onder artikel 3, eerste lid, bedoelde feiten, met inbeslaggenomen voorwerp(en), te doen toekomen aan de wijkteamchef van de reguliere politie, in haar/zijn functie van hulpofficier van justitie, binnen wiens gebied het feit is gepleegd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

  • 1 De direct toezichthouder als bedoeld in artikel 6 lid 2 van deze beschikking is namens mij bevoegd tot beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 Op grond van dit besluit kunnen maximaal 90 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar beëdigd worden.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie in het arrondissement Amsterdam.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de politieregio Amsterdam-Amstelland.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste lid genoemde strafbare feiten, gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993. Hij/zij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar uitgerust zijn met:

  • a. een korte wapenstok van een door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken goedgekeurd merk en type;

  • b. handboeien van een door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken goedgekeurd merk en type.

Het op basis van artikel 8, onder a en b, aan de buitengewoon opsporingsambtenaar te verlenen voorschrift geldt slechts gedurende de periode dat de buitengewoon opsporingsambtenaar beschikt over een titel van opsporingsbevoegdheid.

Dit voorschrift geldt voorts pas indien de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 6, tweede lid van dit besluit, heeft vastgesteld, dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid t.a.v. het gebruik van en het omgaan met het hiervoor beschreven geweldsmiddel ad a en de handboeien ad b.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

Het hoofd van de Dienst Ondersteunende Taken van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam, verstrekt de toezichthouder/direct toezichthouder als bedoeld in artikel 6, alle door hen gewenste informatie en voert zo nodig en desgevraagd periodiek overleg tussen voornoemden, ter afstemming van beleid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

  • 1 Het hoofd van de Dienst Ondersteunende Taken van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, met betrekking tot de onder diens verantwoordelijkheid werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren binnen voornoemd bedrijf;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten;

    • c. het aantal van interventies waarbij het gebruik/toepassing van handboeien en/of een korte wapenstok geïndiceerd is geweest;

    • d. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in dat jaar voor die Cito-toets zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 6 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, directie Bestuurszaken, afd. IBB, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

Het Besluit BOA, Dienst Ondersteunende Taken, GVB Amsterdam, Nr. 96/6025-7916/ASD, d.d. 5 februari 1996, alsmede het aanvullend besluit d.d. 3 maart 1997, Nr. 96/6025-7619, wordt ingetrokken. De akten en legitimatiebewijzen die op basis van deze besluiten zijn afgegeven, worden geacht op het onderhavig besluit te berusten met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 november 2000 en vervalt op 22 november 2005.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-03-2004]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit BOA Dienst Ondersteunende Taken van het GVB Amsterdam 2000.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 november 2000

De

Minister

van Justitie,
namens deze,
het

hoofd van de afdeling Individuele Beleidsbeslissingen

, wnd.,

H. Gerritse

Naar boven