Opleiding leraar Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 04-10-2000 t/m heden

Opleiding leraar Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs

Inleiding

Taal is een van de belangrijkste factoren bij het behalen van schoolsucces.

Kinderen met een andere moedertaal dan het Nederlands moeten zich tijdens hun schoolloopbaan het Nederlands eigen maken en tegelijkertijd de reguliere schoolvakken leren. Het vergroten van hun onderwijskansen hangt daarom vooral samen met de vraag in hoeverre het onderwijs erin slaagt deze leerlingen het Nederlands als tweede taal aan te leren.

Om het rendement van het onderwijs aan leerlingen met een andere moedertaal dan het Nederlands te verbeteren moet de school beschikken over deskundig opgeleide leraren die het Nederlands als tweede taal(NT2) kunnen verzorgen.

Met het oog daarop is met ingang van het studiejaar 1995-1996 op initiatief van enige hogescholen een éénjarige post-hbo-opleiding tot leraar NT2 gestart. Gedurende de eerste drie cursusjaren heeft het departement een startsubsidie voor deze opleiding verleend.

Het is gebleken dat de belangstelling voor deze opleiding de laatste jaren sterk is teruggelopen. Deze terugloop vindt zijn oorzaak in de geringe bekendheid bij de basisscholen met deze opleiding; daarnaast is mogelijk het wegvallen van de financiële bijdrage door het departement (de subsidiëring liep tot en met het schooljaar 1997-1998) mede van invloed geweest op de terugloop in de belangstelling. Voor de kwaliteit van het onderwijs aan tweetalige leerlingen is het van het grootste belang dat deze post- hbo-opleiding behouden blijft. In het kader van het onderwijskansenbeleid waarbinnen taalbeleid een hoge prioriteit heeft, mag ook worden verwacht dat de behoefte aan deze opleiding zal toenemen.

Om de deelname aan de opleiding te stimuleren is besloten opnieuw een subsidie te verlenen voor de komende drie schooljaren en wordt door middel van deze publicatie opnieuw de aandacht gevestigd op de opleiding tot leraar Nederlands als tweede taal.

In de verdere uitwerking van het onderwijskansenbeleid zal o.a. via de website ”Onderwijskansen.nl” eveneens bekendheid aan deze opleiding worden gegeven.

Opzet

De opleiding heeft een duaal karakter. Dat wil zeggen dat het uitgangspunt van de opleiding een wisselwerking is tussen de theorie en de eigen lespraktijk.

Ongeveer eenderde van de tijd wordt besteed aan theorie, tweederde aan praktijk.

Elke theoriebijeenkomst wordt gevolgd door een praktijkopdracht die in een kleine, vaste praktijkgroep onder begeleiding van de opleiding wordt besproken. Ook supervisie maakt deel uit van de praktijkbegeleiding. De begeleider van de praktijkgroep bezoekt elke leraar in opleiding minimaal twee keer op de eigen werkplek.

Doelgroep/toelating

Het praktijkgerichte karakter van de opleiding heeft uiteraard consequenties voor de toelatingseisen voor de cursisten.

Deelnemers moeten in het bezit zijn van een pabo-diploma of een ander getuigschrift dat de bevoegdheid verleent tot het lesegeven in bepaalde vakken in het basisonderwijs en moeten werkzaam zijn in het basisonderwijs voor minimaal 10 uur per week. Ervaring met het geven van NT2-onderwijs is niet noodzakelijk.

Duur/omvang/diplomering

De opleiding duurt in principe één jaar. De duur kan langer zijn, indien wordt gekozen voor een meer modulaire opzet van de opleiding.

Het totaal aantal studiebelastingsuren bedraagt 840; globaal wordt hiervan 1/3 deel bestemd voor de theorie-component en 2/3 deel voor de praktijkcomponent.

Degenen die de opleiding met voldoende resultaat afronden ontvangen het Certificaat leraar Nederlands als Tweede taal(NT-2).

De faciliteiten

Het ministerie zal voor de uitvoering van de opleiding voor de komende drie schooljaren een financiële bijdrage leveren van f. 1500,- per deelnemer per jaar tot een landelijk maximum van 100 deelnemers per jaar. Vervangingsgelden worden niet beschikbaar gesteld.

Start

Hieronder worden de hogescholen genoemd waar de opleiding leraar Nederlands als tweede taal basisonderwijs - bij voldoende aanmelding - zal kunnen worden gevolgd. Om organisatorisch-technische redenen was het niet mogelijk dat de opleiding direct bij de aanvang van het schooljaar 2000-2001 zou starten.

De Transfergroep Rotterdam zal de opleiding met ingang van 1 november 2000 beginnen.

De overige hogescholen zullen niet eerder dan 1 december 2000 met de opleiding kunnen starten.

Met ingang van het schooljaar 2001-2002 zal de opleiding wel direct bij de aanvang van het schooljaar van start gaan.

Waar te volgen

Bij de hierna genoemde hogescholen kunt u zich aanmelden:

  • Transfergroep RotterdamUnit Onderwijs en Educatie

    Postbus 420

    3000 AK ROTTERDAM

    tel.nr. 010-2414440

    contactpersoon: mw. B. Struyk

  • Hogeschool van Arnhem/Nijmegen Nascholing en Dienstverlening

    Van Schuylenburgweg 3

    6538 LH NIJMEGEN

    tel.nr. 024-3459955

    contactpersoon: dhr. J. Wolsing

  • Fontys hogescholen

    Postbus 90900

    5000 GA TILBURG

    tel.nr. 013- 5394777

    contactpersoon: dhr. T. Schouten

  • Hogeschool van Utrecht

    Archimedeslaan 16

    Postbus 14007

    3508 SB UTRECHT

    tel.nr. 030-2547313

    contactpersoon: mw. H.Bisschop

  • Hogeschool I.PABO Amsterdam/Alkmaar

    Jan Tooropstraat 136

    1061 AD AMSTERDAM

    tel.nr. 020-6137079

    contactpersoon: mw. D.Kock

  • Noord-Nederland

    Indien mogelijk - d.w.z. bij voldoende aanmelding -zal in het noorden van Nederland onder auspiciën van de hogescholen in Utrecht en Amsterdam, eveneens een opleiding starten.

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

drs. K.Y.I.J. Adelmund

Naar boven