Tijdstip vrijwillige verbetering

[Regeling vervallen per 31-03-2007.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-07-2000 t/m 30-03-2007

Tijdstip vrijwillige verbetering

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 31-03-2007]

De inspecteur heeft een schriftelijke mededeling d.d. 9 juli 1996 dat over het jaar 1995 te weinig loonbelasting is afgedragen, niet aangemerkt als een vrijwillige verbetering, aangezien de brief na 1 april 1996 was ingediend. Het gerechtshof oordeelde dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat ambtenaren van de belastingdienst reeds op het spoor waren gekomen of binnen afzienbare tijd zouden zijn gekomen van de onjuistheid of de onvolledigheid van de aangiften loonbelasting betreffende het jaar 1995. De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het gerechtshof (HR 29 september 1999, V-N 1999/47.8).

2. Vraag

[Regeling vervallen per 31-03-2007]

Naar aanleiding van de hiervoor genoemde uitspraak van de Hoge Raad is de vraag opgekomen of een beleidsregel zou kunnen worden vastgesteld die zou inhouden dat een schriftelijke mededeling dat te weinig belasting is betaald, indien voor een bepaald tijdstip ingediend, in aanmerking wordt genomen als een vrijwillige verbetering, en daarna niet meer.

3. Antwoord

[Regeling vervallen per 31-03-2007]

Er is sprake van een vrijwillige verbetering indien de belasting die op aangifte moet worden voldaan of afgedragen, niet of gedeeltelijk niet is betaald maar belanghebbende, voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur bekend is of zal worden met dat feit, schriftelijk uitdrukkelijk kenbaar maakt aan de inspecteur dat en tot welk bedrag niet of gedeeltelijk niet is betaald (paragraaf 28, derde lid, van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998.

De belastingdienst controleert of de juiste bedragen aan loon- en omzetbelasting zijn ingehouden respectievelijk afgedragen. Wanneer dergelijke controles worden uitgevoerd, hangt af van de lokale omstandigheden op de eenheid. Zodra wordt geconstateerd dat te weinig belasting is afgedragen of ingehouden en belanghebbende over deze bevinding wordt geïnformeerd, kan belanghebbende niet meer vrijwillig verbeteren. Belanghebbende kan ook niet meer vrijwillig verbeteren nadat hem is medegedeeld dat een boekenonderzoek zal worden ingesteld.

Het bewijs dat er geen sprake is van een vrijwillige verbetering dient te worden geleverd door de inspecteur aan de hand van de concrete feiten en omstandigheden. De termijn waarbinnen de verbetering plaatsvindt, speelt daarbij op zichzelf geen rol.

Naar boven