Instelling interdepartementaal ICT-beraad

[Regeling vervallen per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 05-10-2000 t/m 31-12-2003

Instelling interdepartementaal ICT-beraad

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Er is een interdepartementaal Informatie- en Communicatietechnologieberaad, hierna te noemen ICT-beraad. Het ICT-beraad ressorteert onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het ICT-beraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, of de ministers wie het aangaat, te adviseren over het gevoerde of te voeren informatievoorzieningsbeleid van de overheid, de implementatie daarvan en de daaruit voortvloeiende maatregelen, teneinde te bevorderen dat informatie- en communicatietechnologie structureel worden ingebed in het functioneren van de overheid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Onder overheidsinformatievoorzieningsbeleid wordt verstaan: het beleid over de wijze waarop informatie- en communicatietechnologie wordt ingezet voor de bevordering van de toegankelijkheid van overheidsinformatie, de transparantie van het overheidsfunctioneren, de dienstverlening door de overheid (inclusief de transacties die de overheid intern en met burgers en bedrijfsleven uitvoert), de betrekkingen die de overheid intern en met haar omgeving onderhoudt waartoe ook de besluitvormings- en meningsvormingsprocessen behoren en de beveiliging van informatie.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Het ICT-beraad bestaat uit de volgende leden:

    • a. de directeur-generaal Openbaar Bestuur van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tevens voorzitter;

    • b. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tevens plaatsvervangend voorzitter;

    • c. de plaatsvervangend hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst van het ministerie van Algemene Zaken;

    • d. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken;

    • e. de directeur-generaal Economie en Financiën van het ministerie van Defensie;

    • f. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken;

    • g. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Financiën;

    • h. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Justitie;

    • i. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    • j. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

    • k. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • l. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat;

    • m. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • n. de plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 2 Een lid van het ICT-beraad kan zich bij uitzondering en na schriftelijke mededeling aan de secretaris, bedoeld in het derde lid, door een andere ambtenaar van zijn ministerie laten vervangen.

  • 3 De directeur van de directie Informatiebeleid Openbare Sector van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is secretaris van het ICT-beraad. Hij heeft in de vergaderingen van het ICT-beraad geen stemrecht.

  • 4 Het ICT-beraad kan zich in zijn vergaderingen doen adviseren door deskundigen.

  • 5 Het ICT-beraad kan zich voor zijn werkzaamheden laten ondersteunen door een of meerdere overlegorganen, bestaande uit vertegenwoordigers van de in het eerste lid genoemde ministeries.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De adviezen van het ICT-beraad worden overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van het beraad vastgesteld.

  • 2 Op verzoek van de leden die ter vergadering een standpunt hebben ingenomen dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid van het beraad, wordt dat standpunt bij het advies vermeld. Een lid dat ter vergadering een standpunt heeft ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, kan over dat standpunt een afzonderlijke nota aan het advies toevoegen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het ICT-beraad stelt jaarlijks een jaaarverslag, jaarplan en een vergaderschema op. Deze stukken worden toegezonden aan de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het ICT-beraad wordt ingesteld voor een periode van vier jaar. Het ICT-beraad brengt tijdig voor het verstrijken van de genoemde periode aan de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid een evaluatie uit over zijn functioneren, met inbegrip van een advies over de eventuele voortzetting van het ICT-beraad.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het instellingsbesluit van de interdepartementale commissie Informatiebeveiligingsberaad van 5 november 1996 (Stcrt, 1996, 226) en het instellingsbesluit van de permanente commissie documentaire informatieverzorging van 2 oktober 1981 (Stb. 662) worden ingetrokken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2004.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Algemene Rekenkamer, de Registratiekamer en alle ministers.

De

Minister

voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Naar boven