Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij

[Regeling vervallen per 01-04-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-03-2007

Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

§ 1. Begripsomschrijvingen en toepasselijkheid andere regelingen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. minister:

    Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    b. wet:

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    c. veehouderijtak:

    productie van dierlijke meststoffen afkomstig van hetzij de dieren van de diersoort varkens, hetzij de dieren van de diersoorten kippen en kalkoenen, hetzij de dieren van de diersoort rundvee behorende tot de diercategorieën die in bijlage A bij de Meststoffenwet worden aangeduid met de nummers 110, 111, 112, 120, 121, 122, 123, 124 en 125 afzonderlijk;

    d. Nederlandse grootte-eenheden:

    Nederlandse grootte-eenheden als bedoeld in artikel 4 van de Regeling landbouwtelling 2000;

    e. zelfstandige:

    persoon die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf;

    f. bijdrage:

    bijdrage als bedoeld in artikel 6;

    g. Laser:

    Agentschap Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    h. MKZ-geruimde:

    zelfstandige op wiens bedrijf op of na 21 maart 2001 de evenhoevigen zijn gedood op grond van artikel 22, eerste lid, onderdeel f, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, vanwege besmetting danwel een verdenking van besmetting met mond- en klauwzeer;

    i. MKZ-getroffene:

    zelfstandige die ter genoegdoening van Laser aannemelijk maakt dat hij een inkomensderving van meer dan € 4.537,80 heeft geleden als gevolg van vervoersbeperkingen danwel import- en exportrestricties die van kracht waren in de periode van 13 maart tot en met 25 juni 2001 op grond van de artikelen 17, 18, 22, 25, 30, en 80 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wegens de uitbraak van mond- en klauwzeer.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

In deze regeling wordt met de zelfstandige gelijkgesteld de meewerkende echtgenoot, die gedurende het kalenderjaar ten minste 525 uren arbeid verricht in het voor eigen rekening feitelijk uitgeoefende bedrijf en voldoet aan de voorwaarde genoemd in artikel 9, eerste lid, onderdeel a.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

In deze regeling wordt mede als zelfstandige aangemerkt de persoon die voldoet aan artikel 1, tweede lid, en aan de voorwaarden genoemd in artikel 9 en die:

  • a. met anderen een bedrijf uitoefent in de vorm van een maatschap, een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap, indien:

    • 1º. de volledige zeggenschap in het bedrijf alleen of met die anderen wordt uitgeoefend en

    • 2º. de financiële risico’s van het bedrijf alleen of met die anderen worden gedragen, of

  • b. anders dan als werknemer als bedoeld in de Werkloosheidswet, een bedrijf uitoefent in de vorm van een besloten vennootschap of naamloze vennootschap.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De bij of krachtens de artikelen 3, 4, 5, vierde lid, 8, eerste en tweede lid, 9, tweede lid, 10, eerste lid, 14, 20, tweede tot en met vierde lid en zesde lid, 23, 24, 35, eerste tot en met derde lid en vijfde lid, 36, 37, eerste lid, 38, 47 en 48 van de wet gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een vermogensvrijlating geldt die gelijk is aan het bedrag, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de wet, vermenigvuldigd met de factor 1,5 en met dien verstande dat voor de toepassing van bij of krachtens de artikelen 14, 20, tweede tot en met vierde lid en zesde lid, 36, 38, 47 en 48 van de wet gestelde regels de minister in de plaats treedt van burgemeester en wethouders.

§ 2. Bijdrage

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De minister kan een bijdrage verstrekken aan een zelfstandige voor het beëindigen van het bedrijf.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 2 De grondslag, bedoeld in het eerste lid, is voor:

    • a. de gewezen zelfstandige en de echtgenoot tezamen netto gelijk aan € 1.067,74;

    • b. de alleenstaande gewezen zelfstandige met een of meer kinderen netto gelijk aan € 960,90;

    • c. de alleenstaande gewezen zelfstandige zonder kinderen netto gelijk aan € 747,36.

  • 3 Indien de in artikel 5, vijfde lid, van de wet voor de onderscheiden situaties geldende grondslagen wijzigen, treden deze grondslagen in de plaats van de in het tweede lid onderscheiden grondslagen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Op grond van deze regeling kan een bijdrage worden verstrekt tot en met 31 december 2003, dan wel, indien dit eerder is, tot de eerste dag van de maand waarin de gewezen zelfstandige de leeftijd van 65 jaar bereikt.

§ 3. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De zelfstandige voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. de zelfstandige is op het tijdstip van de indiening van de aanvraag nog geen 65 jaar en is op 1 januari 2004 ten minste 55 jaar;

    • b. de zelfstandige oefent één of meer bedrijven uit met tezamen, blijkens de opgave gedaan overeenkomstig artikel 3 van de Regeling landbouwtelling 2000, een productieomvang van ten minste 15 Nederlandse grootte-eenheden van de in bijlage A bij deze regeling aangegeven diersoorten, onderscheidenlijk diercategorieën;

    • c. de zelfstandige heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan de aanvraag onafgebroken rechtmatig in Nederland of in een andere lidstaat van de Europese Unie een bedrijf uitgeoefend, en heeft gedurende zeven jaar voorafgaand aan de bedoelde drie jaar rechtmatig een bedrijf of een beroep in Nederland of in een andere lidstaat van de Europese Unie uitgeoefend of arbeid in dienstverband verricht;

    • d. de zelfstandige heeft gedurende de laatste drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend gemiddeld per jaar een inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven genoten dat minder is dan € 30.017,56;

    • e. de zelfstandige zou bij voortzetting van het bedrijf een inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven hebben dat naar het oordeel van de minister duurzaam minder is dan € 20.011,71;

    • f. de zelfstandige komt niet in aanmerking voor een uitkering op grond van de wet of komt in aanmerking voor een uitkering op grond van de wet maar heeft een vermogen dat groter is dan € 102.554,33;

    • g. de zelfstandige heeft uiterlijk tegelijk met de aanvraag tot verlening van een bijdrage op grond van deze regeling bij de Directeur Laser een aanvraag ingediend tot subsidieverlening op grond van artikel 5 van de Regeling beëindiging veehouderijtakken voor alle veehouderijtakken op elk van zijn bedrijven.

  • 3 Indien zich ten aanzien van de echtgenoot een omstandigheid voordoet als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, d of e, wordt de zelfstandige voor de toepassing van artikel 7 aangemerkt als alleenstaande.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

§ 4. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De aanvraag voor een bijdrage wordt ingediend bij de Directeur Laser, te Diemen.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe door de Directeur Laser ter beschikking gesteld formulier.

  • 3 De aanvraag kan worden ingediend door de zelfstandige met ingang van 1 augustus 2001 om 9.00 uur tot uiterlijk 20 december 2001 om 17.00 uur.

  • 4 De aanvragen worden in behandeling genomen in volgorde van ontvangst van de volledig ingediende aanvragen. Bij gelijktijdige ontvangst wordt de volgorde van behandeling door loting bepaald.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Op grond van deze regeling wordt aan ten hoogste 300 zelfstandigen een bijdrage verleend.

§ 5. Verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De zelfstandige of gewezen zelfstandige is verplicht aan de Directeur Laser:

  • a. onverwijld uit eigener beweging mededeling te doen van al hetgeen van belang is voor de verstrekking of voortzetting van de bijdrage, zo mogelijk onder overlegging van bewijsstukken;

  • b. alle medewerking te verlenen die nodig is voor de uitvoering van deze regeling;

  • c. toestemming te verlenen voor inzage en gebruik van de voor de verstrekking van de bijdrage noodzakelijke belastinggegevens.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 1 De bijdrage wordt vastgesteld nadat de zelfstandige het bedrijf heeft beëindigd. De daartoe dienende bewijsstukken worden bij de Directeur Laser ingediend.

  • 2 De verlening van de bijdrage wordt ingetrokken indien de zelfstandige niet binnen een periode van 18 maanden na verlening van de bijdrage het bedrijf heeft beëindigd.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

  • 2 Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op de MKZ-geruimde of MKZ-getroffene.

  • 3 Indien de beschikking tot verlening of vaststelling van de bijdrage vanwege één van de in artikel 9, tweede lid, onderdelen b tot en met e, bedoelde omstandigheden is ingetrokken en deze omstandigheid zich niet langer voordoet, herleeft het recht op de bijdrage.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Indien de beschikking tot vaststelling van de bijdrage is ingetrokken of ten nadele van de gewezen zelfstandige is gewijzigd, betaalt de gewezen zelfstandige de door hem ontvangen bedragen terug op eerste vordering van de minister vermeerderd met de wettelijke rente over de periode van de datum van intrekking tot het tijdstip van algehele voldoening.

§ 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast medewerkers van Laser en van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst

Bijlage A

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De diersoorten, onderscheidenlijk diercategorieën, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij

Diersoort

Diercategorie landbouwtelling

Rubriek-

nummer

Bruto

standaardsaldo

per dier (bss) 1

Rundvee (vlees- of weidevee)

vleeskalveren voor de witvleesproductie

214

165

vleeskalveren voor de rosé vleesproductie

216

170

     

ander jongvee voor de vleesproductie

   

- jonger dan 1 jaar

217/219

290

- 1 tot 2 jaar

221/223

290

- 2 jaar en ouder, vrouwelijk

(nog nooit gekalfd)

225

290

     

stieren voor de vleesproductie,

2 jaar en ouder

227

290

zoogkoeien (tenminste 1 maal gekalfd)

228

520

vlees- en weidekoeien (2 jaar en ouder)

229

290

       

Varkens

biggen tot 20 kg

   
 

- nog bij zeug

235

-

 

- niet meer bij zeug

237

69

 

vleesvarkens

   
 

- 20 tot 50 kg

239

69

 

- 50 kg en meer (incl. vleeszeugen

en -beren

241

69

 

fokvarkens

   
 

- 20 tot 50 kg, opfokzeugjes en beertjes

243

100

 

- 50 kg en meer, opfokzeugen, niet gedekt

245

100

 

- 50 kg en meer, zeugen, gedekt

(al dan niet drachtig)

247

400

 

- 50 kg en meer, zeugen, bij biggen

249

400

 

- 50 kg en meer, overige zeugen (gust)

251

400

 

beren

   
 

- nog niet dekrijp

253

100

 

- dekrijp

255

400

       

Kippen

vleeskuikens

269

2,3

 

ouderdieren van vleesrassen

   
 

- jonger dan 18 weken

271

6,2

 

- 18 weken en ouder

273

10,0

 

leghennen

   
 

- jonger dan 18 weken (incl. kuikens)

275

2,55

 

- 18 weken tot 20 maanden

(incl.ouderdieren)

276

4,05

 

- 20 maanden en ouder (incl.

ouderdieren)

278

4,05

       

Kalkoenen

 

289

9.05

Bijlage B

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De diersoorten, onderscheidenlijk diercategorieën, bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij

Diersoort

Diercategorie landbouwtelling

Rubriek-

nummer

Bruto

standaardsaldo

per dier (bss) 2

Rundvee (geen vlees of weidevee)

jongvee

   

- jonger dan 1 jaar vrouwelijk

201

315

- jonger dan 1 jaar mannelijk

203

315

 

- 1 tot 2 jaar mannelijk

205

460

 

- 1 tot 2 jaar vrouwelijk

207

920

 

- 2 jaar of ouder vrouwelijk

(nog nooit gekalfd)

209

460

       
 

melk- en kalfkoeien

211

1840

       
 

stieren voor de fokkerij, 2 jaar of ouder

213

920

       

Rundvee (vlees- of weidevee)

vleeskalveren voor de witvleesproductie

214

165

       
 

vleeskalveren voor de rosé vleesproductie

216

170

       
 

ander jongvee voor de vleesproductie

   
 

- jonger dan 1 jaar

217/219

290

 

- 1 tot 2 jaar

221/223

290

 

- 2 jaar en ouder, vrouwelijk

(nog nooit gekalfd)

225

290

       
 

stieren voor de vleesproductie,

2 jaar en ouder

227

290

       
 

zoogkoeien (tenminste 1 maal gekalfd)

228

520

       
 

vlees- en weidekoeien (2 jaar en ouder)

229

290

       

Varkens

biggen tot 20 kg

   
 

- nog bij zeug

235

-

 

- niet meer bij zeug

237

69

       
 

vleesvarkens

   
 

- 20 tot 50 kg

239

69

 

- * 50 kg en meer (incl. vleeszeugen

en -beren)

241

69

       
 

fokvarkens

   
 

- 20 tot 50 kg, opfokzeugjes en beertjes

243

100

 

- 50 kg en meer, opfokzeugen,

245

100

 

niet gedekt

   
 

- 50 kg en meer, zeugen, gedekt

(al dan niet drachtig)

247

400

 

- 50 kg en meer, zeugen, bij biggen

249

400

 

- 50 kg en meer, overige zeugen (gust)

251

400

 

beren

   
 

- nog niet dekrijp

253

100

 

- dekrijp

255

400

Bijlage C

[Regeling vervallen per 01-04-2007]

De diersoorten, onderscheidenlijk diercategorieën, bedoeld in artikel 9a, tweede lid, van de Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij

Diersoort

Diercategorie landbouwtelling

Rubriek-

nummer

Bruto

standaardsaldo

per dier (bss) 3

Rundvee (vlees- of weidevee)

vleeskalveren voor de witvleesproductie

214

165

     

vleeskalveren voor de rosé vleesproductie

216

170

 

ander jongvee voor de vleesproductie

   
 

- jonger dan 1 jaar

217/219

290

 

- 1 tot 2 jaar

221/223

290

 

- 2 jaar en ouder, vrouwelijk

(nog nooit gekalfd)

225

290

       
 

stieren voor de vleesproductie,

2 jaar en ouder

227

290

       
 

zoogkoeien (tenminste 1 maal gekalfd)

228

520

       
 

vlees- en weidekoeien (2 jaar en ouder)

229

290

       

Varkens

biggen tot 20 kg

   
 

- nog bij zeug

235

-

 

- niet meer bij zeug

237

69

       
 

vleesvarkens

239

69

 

- 20 tot 50 kg

241

69

 

- * 50 kg en meer

(incl. vleeszeugen en -beren)

fokvarkens

   
 

- 20 tot 50 kg, opfokzeugjes en beertjes

243

100

 

- 50 kg en meer, opfokzeugen, niet gedekt

245

100

 

- 50 kg en meer, zeugen, gedekt

(al dan niet drachtig)

247

400

 

- 50 kg en meer, zeugen, bij biggen

249

400

 

- 50 kg en meer, overige zeugen (gust)

251

400

beren

     
 

- nog niet dekrijp

253

100

 

- dekrijp

255

400

       

Schapen en geiten

schapen

   

- Lammeren

265

105

 

- overige schapen vrouwelijk

266

105

 

- overige schapen mannelijk

268

105

       
 

geiten

   
 

- overige geiten

284

65

  1. Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1390 eenheden bruto-standaardsaldo. ^ [1]
  2. Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1390 eenheden bruto-standaardsaldo. ^ [2]
  3. Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1390 eenheden bruto-standaardsaldo. ^ [3]
Naar boven