Deze bijlage bevat twee rekenvoorbeelden: een kleine school met twee vestigingen en
een grote school met veel gewichtenleerlingen.
Voorbeeld 1
School A heeft 126 leerlingen verdeeld over twee vestigingen. Een hoofdvestiging met
72 leerlingen en een nevenvestiging met 54. Voor de berekeningen is het belangrijk
om de verdeling van de leerlingen naar gewicht per vestiging beschikbaar te hebben.
De verdeling van de leerlingen naar leeftijd hoeft alleen voor de gehele school beschikbaar
te zijn.
De hoofdvestiging heeft 72 leerlingen:
-
67 leerlingen zonder gewicht;
-
5 leerlingen met het gewicht 1,25;
-
geen leerlingen met de overige gewichten.
De nevenvestiging heeft 54 leerlingen:
-
28 leerlingen zonder gewicht;
-
25 leerlingen met het gewicht 1,25;
-
1 leerling met het gewicht 1,7;
-
geen leerlingen met het gewicht 1,4 of 1,9.
De school als geheel heeft op de teldatum:
Voor de bepaling van de onderbouwformatie wordt in dit rekenvoorbeeld uitgegaan van
het schooljaar 2000-2001 (8,88 fre per leerling).
Totale lineaire formatie
Om de totale lineaire formatie te kunnen berekenen, zijn de volgende basisgegevens
nodig:
A =
|
het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar = 58
|
B =
|
het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder = 68
|
C =
|
de toeslag voor kleine scholen = 350 fre minus 2,57 fre per leerling met een minimum
van nul = 350 fre – 126 x 2,57 fre = 26,18 fre.
|
D =
|
het schoolgewicht. Het schoolgewicht wordt eerst per vestiging bepaald. De twee deeluitkomsten
worden gesommeerd. Het schoolgewicht is gelijk aan de som van de gewichten van de
leerlingen minus 9 procent van het aantal leerlingen (rekenkundig afgerond, met een
minimum van nul). Voor de kleinste vestiging is dit:
|
|
25 x 0,25 + 1 x 0,7 – 0,09 x 54 = 2,09.
|
|
Dit wordt rekenkundig afgerond op 2.
|
Voor de grootste vestiging is de berekening als volgt: 5 x 0,25 – 0,09 x 72 = – 5,23.
Omdat deze uitkomst kleiner is dan nul, wordt dit getal op nul gezet.
Het schoolgewicht van de school als geheel bedraagt dan: 2 + 0 = 2.
Met de getallen onder A tot en met D valt de totale lineaire formatie per 1 augustus
2000 als volgt te berekenen:
F = A x 9,62 fre + B x 7,71 fre + C + D x 7,61 fre
F = 58 x 9,62 fre + 68 x 7,71 fre + 26,18 fre + 2 x 7,61 = 1123,64 fre
Totale formatie
In de berekening van de totale lineaire formatie is nog geen rekening gehouden met
de extra basisformatie die wordt toegekend voor scholen met nevenvestigingen. School
A kan de totale formatie berekenen door de totale lineaire formatie te vermeerderen
met deze toeslag voor nevenvestigingen en de salarisopslag voor de schoolleiding.
De toeslag voor nevenvestigingen is driekwart van het verschil tussen de kleine-scholentoeslagen
berekend voor de afzonderlijke vestigingen en de kleine-scholentoeslag voor de gehele
school:
0,75 x {(350 – 54 x 2,57) + (350 – 72 x 2,57) – (350 – 126 x 2,57)} =0,75 x (211,22
+ 164, 96 – 26,18) = 0,75 x 350,00 =262,50
Men kan ook de ’snellere rekenmethode’ (zie ook 5.1.3.) toepassen. Het aantal leerlingen van de school als geheel is minder dan 137, dus
de toeslag voor de nevenvestigingen is 262,50 maal het aantal nevenvestigingen. In
dit voorbeeld is er sprake van één nevenvestiging.
De salarisopslag voor de schoolleiding is voor deze school 86 fre (zie tabel in paragraaf 5.1.2.2.).
De totale formatie van de school is dan de som van de totale lineaire formatie, de
opslag in verband met nevenvestigingen en de salarisopslag voor de schoolleider.
Totale formatie = 1123,64 fre + 262,50 fre + 86 fre = 1472,14 fre.
Dit wordt afgerond op 1472 fre.
Hieronder volgt de berekening voor de afzonderlijke formatiecomponenten.
1
|
Basisformatie
|
|
1.1
|
Groepsformatie
|
|
1.1.1
|
Formatie voor onderwijs aan 4- tot en met 7-jarigen
|
aantal 4- tot 7-jarigen maal 8,88 fre:
58 x 8,88 fre = 515,04 fre
|
1.1.2
|
Formatie voor onderwijs aan 8-jarigen en ouder
|
aantal 8-jarigen en ouder maal 6,97:
68 x 6,97 fre = 473,96 fre
|
1.2
|
Toeslagen
|
|
1.2.1
|
Toeslag voor kleine scholen
|
350 fre minus 2,57 fre per leerling met een minimum van nul:
350 fre – 126 x 2,57 fre = 26,18 fre
|
1.2.2
|
Toeslag schoolleiding
|
|
|
Formatief deel
|
(aantal leerlingen + schoolgewicht) maal 0,45 fre:
(126 + 2) x 0,45 = 57,60 fre
|
|
Salarisopslag
|
volgens tabel: 86 fre
|
1.2.3
|
Toeslag Bapo
|
conform huidige regeling
|
1.3
|
Nevenvestigingen
|
driekwart van het verschil tussen de kleine-scholentoeslag van de afzondelijke vestigingen
en de kleine-scholentoeslag van de totale school:
0,75 x {(350 – 54 x 2,57) +
+ (350 – 72 x 2,57) – (350 – 126 x 2,57)} = = 0,75 x (211,22 + 164, 96 – .26,18) =
= 0,75 x 350,00 = 262,50
|
2.
|
Formatie voor speciale doeleinden
|
|
2.1
|
Formatie ter bestrijding van onderwijsachterstanden
|
het schoolgewicht maal 6,87 fre:
2 x 6,87 fre = 13,74 fre
|
2.2
|
Schoolprofielbudget
|
(aantal leerlingen + schoolgewicht) maal 0,29 fre:
(126 + 2) x 0,29 fre = 37,12 fre
|
3.
|
Groeiformatie
|
De school komt in aanmerking voor groeiformatie zodra het leerlingenaantal 13 leerlingen
hoger is dan het leerlingenaantal op de teldatum verhoogd met drie procent (naar beneden
afgerond), dus bij:
126 x 1,03 + 13 = 142,78
naar beneden afgerond: 142 leerlingen
|
4
|
Aanvullende formatie
|
regeling blijft ongewijzigd
|
5.
|
Zorgformatie
|
0,434 fre per leerling:
126 x 0,434 fre = 54,684 fre rekenkundig afgerond: 55 fre
|
De som van de uitkomsten onder de punten 1 (basisformatie) en 2 (formatie voor speciale
doeleinden) is gelijk aan de eerder berekende totale formatie. Groeiformatie is aan
de orde zodra de school gegroeid is tot 142 leerlingen. Aanvullende formatie wordt
alleen verstrekt bij bijzondere omstandigheden. De zorgformatie wordt niet aan de
school, maar aan het samenwerkingsverband uitgekeerd.
Voorbeeld 2
School B: 652 leerlingen, geen nevenvestigingen:
Voor de bepaling van de onderbouwformatie wordt ook indit rekenvoorbeeld uitgegaan
van het schooljaar 2000-2001(8,88 fre per leerling).
Totale lineaire formatie
Om de totale lineaire formatie te kunnen berekenen, zijnde volgende basisgegevens
nodig:
A =
|
het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar = 288
|
B =
|
het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder = 364
|
C =
|
de toeslag voor kleine scholen = 350 fre minus 2,57fre per leerling met een minimum
van nul = 350 – 652x 2,57 = – 1325,64, wordt 0
|
D =
|
het schoolgewicht. Het schoolgewicht is gelijk aan desom van de gewichten van de leerlingen
minus 9 procent van het totaal aantal leerlingen (rekenkundigafgerond, met een minimum
van nul) = 15 x 0,25 + 607x 0,9 – 0,09 x 652 = 491,37. Afgerond: 491.
|
Met de getallen onder A tot en met D valt de totale lineaire formatie per 1 augustus
2000 als volgt te berekenen:
F = A x 9,62 fre + B x 7,71 fre + C + D x 7,61 fre
F = 288 x 9,62 fre + 364 x 7,71 fre + 0 + 491 x 7,61 = 9313,51fre
De totale formatie
Aangezien deze school geen nevenvestigingen heeft, hoeftvoor de bepaling van de totale
formatie alleen nog de salarisopslag voor de schoolleider bijgeteld te worden. Volgensde
tabel in paragraaf 5.1.2.2 is dat voor deze school 140 fre.
De totale formatie wordt dan:
9313,51 fre + 140 fre = 9453,51 fre
Dit wordt afgerond op 9454 fre.
Hieronder worden de afzonderlijke formatiecomponentenstap voor stap berekend.
1.
|
Basisformatie
|
|
1.1
|
Groepsformatie
|
|
1.1.1
|
Formatie voor onderwijs aan 4- tot en met 7-jarigen
|
aantal 4- tot 7-jarigen maal 8,88 fre:
288 x 8,88 fre = 2557,44 fre
|
1.1.2
|
Formatie voor onderwijs aan 8-jarigen en ouder
|
aantal 8-jarigen en ouder maal 6,97:
364 x 6,97 fre = 2537,08 fre
|
1.2
|
Toeslagen
|
|
1.2.1
|
Toeslag voor kleine scholen
|
350 fre minus 2,57 fre per leerling met een minimum van nul:
350 – 652 x 2,57 = – 1325,64, wordt 0
|
1.2.2
|
Toeslag schoolleiding
|
|
|
Formatief deel
|
(aantal leerlingen + schoolgewicht) maal 0,45 fre:
(652 + 491) x 0,45 = 514,35
|
|
Salarisopslag
|
volgens tabel: 140 fre
|
1.2.3
|
Toeslag Bapo
|
conform huidige regeling
|
2.
|
Formatie voor speciale doeleinden
|
|
2.1
|
Formatie ter bestrijding van onderwijsachterstanden
|
het schoolgewicht maal 6,87 fre:
491 x 6,87 fre = 3373,17 fre
|
2.2
|
Schoolprofielbudget
|
(aantal leerlingen + schoolgewicht) maal 0,29 fre:
(652 + 491) x 0,29 fre = 331,47 fre
|
3.
|
Groeiformatie
|
De school komt in aanmerking voor groeiformatie zodra het leerlingenaantal 13 leerlingen
hoger is dan het leerlingenaantal op de teldatum verhoogd met drie procent (naar beneden
afgerond), dus bij:
652 x 1,03 + 13 = 684 leerlingen
|
4.
|
Aanvullende formatie
|
Regeling blijft ongewijzigd.
|
5.
|
Zorgformatie
|
0,434 fre per leerling:
652 x 0,434 fre = 282,968 fre rekenkundig afgerond: 283 fre
|
Ook in dit voorbeeld geldt weer dat de som van de uitkomsten bij de rubrieken 1 (basisformatie)
en 2 (formatie voor speciale doeleinden) gelijk is aan de totale formatie. Groeiformatie
is aan de orde zodra de school gegroeid is tot 684 leerlingen. Aanvullende formatie
wordt alleen verstrekt bij bijzondere omstandigheden. De zorgformatie wordt niet aan
de school, maar aan het samenwerkingsverband uitgekeerd.
De
staatssecretaris
van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
drs. K.Y.I.J. Adelmund