Mandaatverlening uitoefening taken en bevoegdheden Mediawet

[Regeling vervallen per 04-02-2007.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-02-2003 t/m 03-02-2007

Mandaatverlening uitoefening taken en bevoegdheden Mediawet

De Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 10:3, eerste lid en artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de artikelen V en VI van de Wet tot wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep (afschaffing omroepbijdrage, Stb. 1999, 573),

Besluit:

[Regeling vervallen per 04-02-2007]

de voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, genoemde organisatieonderdelen van de Belastingdienst alsmede de Directeur van de Dienst omroepbijdragen aan te wijzen om namens hem de taken en bevoegdheden uit te oefenen als bedoeld in de artikelen 112, vierde lid, 113,118, tweede, vierde en vijfde lid, 119, 121, 140,141 en 144 tot en met 145h van de Mediawet voor zover het betreft de betaling en invordering van nog niet betaalde omroepbijdragen waarvan de verschuldigdheid is ontstaan vóór 1 januari 2000;

De Directeur van de Dienst omroepbijdragen te machtigen hem te vertegenwoordigen in wettelijke procedures en rechtsgedingen als bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet tot wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep;

De Directeur van de Dienst omroepbijdragen aan te wijzen als bestuursorgaan in de zin van de Wet Nationale ombudsman met betrekking tot in te stellen onderzoeken als bedoeld in artikel V, tweede lid, van de Wet tot wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep;

de voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, genoemde organisatieonderdelen van de Belastingdienst alsmede de Directeur van de Dienst omroepbijdragen te machtigen om terzake het uitoefenen van de taken en bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 112, vierde lid, 113,118, tweede, vierde en vijfde lid, 119, 121, 140,141 en 144 tot en met 145h van de Mediawet voor zover het betreft de betaling en invordering van nog niet betaalde omroepbijdragen waarvan de verschuldigdheid is ontstaan vóór 1 januari 2000, ondermandaat te verlenen aan daartoe aan te wijzen functionarissen;

De Directeur van de Dienst omroepbijdragen te machtigen om terzake het uitoefenen van de taken als bedoeld in artikel V, eerste en tweede lid, van de Wet tot wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep ondermandaat te verlenen aan daartoe aan te wijzen functionarissen;

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.A. Vermeend

Naar boven