Instellingsbesluit adviescommissie TENDEM

Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 10-12-1999 t/m heden

Instelling adviescommissie TENDEM

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. energieprogramma:

een programma als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit subsidies energieprogramma’s;

b. TENDEM:

een energieprogramma met de naam Tender Industriële Demonstratie- en Marktintroductieprojecten;

c. tender:

een periode waarin aanvragen om subsidie in het kader van een energieprogramma moeten zijn ontvangen, waarna gelijktijdig op de aanvragen zal worden beslist op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstelling van het programma.

Artikel 2

  • 1 Er is een adviescommissie TENDEM die tot taak heeft Novem op haar verzoek te adviseren omtrent aanvragen in het kader van het energieprogramma TENDEM.

  • 2 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier en ten hoogste acht andere leden.

  • 3 De voorzitter en de leden worden door de Minister van Economische Zaken voor een termijn van ten hoogste drie jaar benoemd. Zij zijn te allen tijde opnieuw benoembaar.

  • 4 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 5 Een lid van de commissie neemt niet deel aan de voorbereiding en vaststelling van een advies, indien hij een persoonlijk belang heeft bij de beschikking op de aanvraag.

  • 6 De Minister van Economische Zaken kan waarnemers aanwijzen, die het recht hebben de vergaderingen van de commissie bij te wonen.

  • 7 In het secretariaat van de commissie wordt door Novem voorzien.

  • 8 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij Novem. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeborgen in het archief van Novem.

Artikel 3

Ter gelegenheid van de instelling van de adviescommissie TENDEM worden, te rekenen vanaf 11 oktober 1999, voor een periode van twee jaar als leden benoemd:

  • a. ir. J.L. Klei te ’s-Gravenhage, voorzitter;

  • b. mevr. ing. M.C. Kalf te Velp;

  • c. ir. T.G. Potma te Kaageiland;

  • d. ir. E. van Buuren te Beverwijk;

  • e. ir. J.G. ten Wolde te Naarden;

  • f. ir. M.A.M. Splinter te Nuenen;

  • g. prof. ir. G. Honderd te Delft;

  • h. ir. E. van Andel te Boekelo.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 december 1999

De

Minister

van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven