Instellingsregeling Regieraad ICT Politie

[Regeling vervalt op nader te bepalen datum].
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-12-2005 t/m heden

Instellingsregeling Regieraad ICT Politie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Justitie;

Gehoord het Korpsbeheerdersberaad, de Raad van Hoofdcommissarissen en het Hoofdofficierenberaad;

Gelet op het Convenant politie 1999, gesloten tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen, kenmerk EA99/U72651, waarin is uitgesproken dat gezamenlijk geformuleerd beleid door de regio’s en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie (ICT) noodzakelijk is,

Besluit:

Artikel 2

De regieraad draagt zorg voor:

  • a) de ontwikkeling, de implementatie, de evaluatie en de bijstelling van het ICT-beleid van de Nederlandse politie;

  • b) een gelijkwaardig basisniveau van ICT-voorzieningen en een homogene basisinformatievoorziening bij de politiekorpsen;

  • c) de ontwikkeling van standaarden voor netwerkvoorzieningen, hardware en software, ten behoeve van de politiekorpsen onderling en ten behoeve van de aansluiting tussen de politiekorpsen en de door de regieraad aangewezen derden.

Artikel 3

Ter uitvoering van zijn taken stelt de regieraad, na overleg met het Korpsbeheerdersberaad, de Raad van Hoofdcommissarissen, en het Hoofdofficierenberaad, een masterplan ICT op voor de periode 2000 - 2005 en zendt dit ter goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Na goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verleent de regieraad opdracht tot uitvoering van het plan.

Artikel 4

De regieraad stelt op basis van het goedgekeurde masterplan ICT jaarlijks een jaarplan en een begroting op en zendt deze ter goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan eisen stellen ten aanzien van de indieningstermijn, de inhoud en de vorm van het jaarplan en de begroting.

Artikel 5

De regieraad stelt op basis van de resultaten jaarlijks een jaarverslag en een jaarrekening op en zendt deze ter goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan eisen stellen ten aanzien van de indieningstermijn, de inhoud en de vorm van het jaarverslag en de jaarrekening.

Artikel 6

  • 1 De regieraad is als volgt samengesteld:

    • a. de heer drs. H.J.J. Lenferink, korpsbeheerder van het regionale politiekorps Hollands-Midden, voorzitter;

    • b. de heer drs. H.W.M. Schoof, directeur-generaal Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • c. de heer mr. J. van der Vlist, directeur-generaal Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie;

    • d. de heer L.Th.C. Kuijs, korpschef van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost;

    • e. de heer mr. H.A. van Brummen, hoofdofficier van Justitie te Rotterdam;

    • f. de heer mr. J.R. Eland, hoofdofficier van Justitie te Middelburg.

  • 2 Als secretaris van de regieraad treedt op de heer C.D.G. van den Heuvel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, op voordracht van de beraden en organisaties die door bovengenoemde leden worden vertegenwoordigd, voorzien in tussentijdse vervanging van de voorzitter en de leden.

Artikel 7

  • 1 De regieraad wordt ondersteund door een secretariaat dat wordt gevormd door vertegenwoordigers van de Taakorganisatie-ICT/NPI, en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De regieraad stelt de inrichting en taken van het secretariaat vast.

  • 2 [Red: Vervallen.]

  • 3 Het secretariaat archiveert de stukken van de regieraad met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het beheersreglement van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Na de opheffing van de regieraad wordt het archief overgedragen aan het centraal archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 8

De regieraad kan een huishoudelijk reglement opstellen met betrekking tot de inrichting van de procesgang, werkwijze en administratieve organisatie.

Artikel 9

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de regieraad en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Regieraad ICT Politie.

Artikel 12

Deze regeling zal worden geplaatst in Staatscourant en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan:

  • -

    de leden van de regieraad;

  • -

    de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal;

  • -

    de Minister van Justitie;

  • -

    de Algemene Rekenkamer;

  • -

    de Inspectie van de Rijksfinanciën;

  • -

    de voorzitter van het Korpsbeheerdersberaad;

  • -

    de voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen;

  • -

    de voorzitter van het Hoofdofficierenberaad;

  • -

    de voorzitter van het college van procureurs-generaal.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven