Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op
de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het beroep
in cassatie in strafzaken (uitsluiting beroep in lichte overtredingszaken en invoering
verplichte schriftuur van een advocaat)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling met betrekking
tot het beroep in cassatie in strafzaken te wijzigen en de instroom van zaken te beperken
teneinde de doelmatigheid en de kwaliteit van de rechtsbedeling in cassatie te verbeteren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: