Artikel 1
De aan de directeur-generaal van de Volkshuisvesting bij artikel 1, eerste en derde
lid, van het Beluit Mandaat DGVH Regeling milieugerichte technologie 1999 en Subsidieregeling sanering loden drinkwaterleidingen verleende bevoegdheden worden gemandateerd aan de directeur van de directie Reken-
en Administratiecentrum, het hoofd van de afdeling Uitvoering Volkshuisvestingsregelingen
en de hoofden van de clusters Eigen Woningen en Overige Regelingen van het Reken en
Administratiecentrum.
Artikel 2
De aan directeur-generaal van de Volkshuisvesting bij artikel 1, tweede lid, van het
besluit Mandaat DGVH Regeling milieugerichte technologie 1999 en Subsidieregeling
sanering loden drinkwaterleidingen verleende bevoegdheid wordt gemandateerd aan de
directeur van de directie Reken- en Administratiecentrum.
Artikel 3
De directeur van de directie Reken- en Administratiecentrum kan de bevoegdheid tot
het beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 2 van deze regeling niet
uitoefenen, indien hij tevens het besluit, waartegen het bezwaar zich richt, krachtens
artikel 1 van deze regeling heeft genomen.
Artikel 4
Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 1 of artikel 2 van deze regeling, luidt
de ondertekening:
de Minister van de Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
voor deze:
De directeur-generaal van de Volkshuisvesting,
o.l.
gevolgd door de functieaanduiding, de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.