Besluit ex artikel 47, tweede en derde lid, Visserijwet 1963

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-10-2012 t/m heden

Besluit van 25 juni 1999, houdende uitvoering van artikel 47, tweede en derde lid, van de Visserijwet 1963

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 18 juni 1999, No. TRCJZ/1999/5502, Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 47, tweede en derde lid, van de Visserijwet 1963;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De navolgende organisaties worden aangewezen tot het voordragen van het achter hun naam vermelde aantal leden van de Kamer voor de Binnenvisserij:

  • a. de Combinatie van Beroepsvissers: 3 leden;

  • b. Sportvisserij Nederland: 3 leden;

  • c. de Unie van Waterschappen: 1 lid;

  • d. de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland: 1 lid;

  • e. de Federatie Particulier Grondbezit: 1 lid.

Artikel 2

Het besluit van 19 augustus 1994, houdende uitvoering van artikel 47, tweede en derde lid, van de Visserijwet 1963, wordt ingetrokken.

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 juni 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G. H. Faber

Uitgegeven de dertiende juli 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven