Openstellingsbesluit Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, onderdeel verwerking en afzet landbouwproducten

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-06-1999 t/m 23-01-2004

Openstellingsbesluit Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, onderdeel verwerking en afzet landbouwproducten

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 1.3, 6.2, tweede lid, 6.8, tweede lid, 7.1, eerste, tweede en derde lid en 8.1, vijfde lid, van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Aanvragen voor de verlening van een subsidie voor investeringsprojecten als bedoeld in artikel 3.1 van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht kunnen worden ingediend vanaf 19 april 1999 tot en met 28 mei 1999.

  • 2 Met betrekking tot deze aanvraagperiode:

    • a. wordt het subsidieplafond vastgesteld op f 5.000.000,- aan nationale middelen;

    • b. zijn de artikelen 7.4 en 7.5 van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht van toepassing;

    • c. zijn de kosten voor de bouw van onroerende zaken, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b, van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht niet subsidiabel, met uitzondering van deze kosten voor investeringsprojecten in de sectoren boomkwekerij en biologische landbouw en veeteelt;

    • d. bedraagt het subsidiepercentage 30% voor investeringsprojecten in de sector:

      • -

        biologische landbouw en veeteelt, en

      • -

        agrificatie;

    • e. voert de subsidieontvanger, in afwijking van artikel 8.1, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, het investeringsproject uiterlijk op 31 oktober 2001 uit.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Bij de beoordeling, bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht wordt prioriteit gegeven aan investeringsprojecten:

  • a. die zijn gericht op nieuwe producten of productieprocessen;

  • b. betreffende specifieke en innovatieve logistieke investeringen die het gevolg zijn van integratie van de keten;

  • c. betreffende de (her)inrichting van de agrologistieke centra;

  • d. die voortvloeien uit milieumaatregelen ten aanzien van zuiveringsslib;

  • e. met betrekking tot agrificatie, voor zover passend in het beleid zoals neergelegd in de notitie agrificatie (IH 932687 d.d. 21 december 1993);

  • f. in de sector biologische landbouw en veeteelt, voorzover het investeringsprojecten betreft die passen in het plan van aanpak voor de biologische landbouw (Kamerstukken II, 1996-1997 25 127, nr. 1);

  • g. ten behoeve van samenwerking in de keten in de sector tuinbouw;

  • h. ten behoeve van hygiëne-maatregelen in de roodvleessector, gericht op preventie of minimalisering van het risico van dierziekten;

  • i. gericht op de etikettering met betrekking tot de herkomst van rund- en kalfsvlees voor zover de investeringen verder gaan dan hetgeen voortvloeit uit nationale of communautaire regelgeving dienaangaande, of

  • j. ten behoeve van kwaliteitsbewaking gedurende de verwerking en handel van tuinbouwproducten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 april 1999

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

H.H. Apotheker

Naar boven