[Regeling vervallen per 15-07-2009]
Tot het vaststellen van het programma Ketenmobiliteit 1999. De Kaderregeling Personenvervoer
van deur tot deur en op maat voorziet in het jaarlijks kunnen vaststellen van programma’s.
Doel van onderhavig programma is het stimuleren van de ontwikkeling en toepassing
van dienstverlening rond ketenmobiliteit en beoogt een bijdrage te leveren aan het
beleid van de overheid als weergegeven in de beleidsnota ’Dienstverlening en ketenmobiliteit’
en de nota ’Milieu en economie’.
De sterke groei van de automobiliteit in, van en naar Nederland leidt ertoe dat er
in toenemende mate sprake is van een bereikbaarheid- en leefbaarheidprobleem. De prognoses
rond de ontwikkeling van het energiegebruik en de CO2 emissie in de sector verkeer en vervoer geven aan dat ook op langere termijn een
aanzienlijke toename verwacht moet worden. Teneinde de bereikbaarheid- en energie-
en milieudoelstellingen binnen bereik te brengen, zijn op het gebied van ketenmobiliteit,
reisinformatie en integratie van betaalsystemen forse inspanningen noodzakelijk.
Ketenmobiliteit is een verzamelbegrip voor het op maat combineren van het gebruik
van verschillende vervoerswijzen (collectief, particulier, openbare voertuigen/middelen:
auto, metro, boot, people mover, fiets, lopen) om gemak, comfort en snelheid voor
de ’mobilist’ te combineren met verbetering van bereikbaarheid en leefbaarheid. De
reiziger kan zelf door het combineren van afzonderlijke vervoerswijzen zijn mobiliteitspakket
samenstellen en regisseren of dit laten doen. Door onder meer technologische ontwikkelingen
kan de consument daarbij ondersteund worden. Het programma richt zich zowel op de
zakelijke markt, de recreatieve markt als het woon-werkverkeer.
Het gaat bij alle projecten om samenhang tussen de ontwikkeling van de vraag bij potentiële
gebruikers, het stimuleren van samenwerkingsverbanden, de ontwikkeling van ondernemerschap
en het realiseren van technische voorzieningen en het aandragen van oplossingsrichtingen
voor beleidsmatige knelpunten.
De voornaamste projecten die in 1999 voor subsidie in aanmerking komen zijn projecten
die zich richten op het beter laten aansluiten van vervoersvormen door:
-
1. het ontwikkelen en toepassen van mobiliteitsdiensten, vooral die in eerste instantie
gericht zijn op de zakelijke markt;
-
2. het ontwikkelen en toepassen van bereikbaarheidsdiensten, vooral die in eerste instantie
gericht zijn op de sociaal-recreatieve- en evenementenmarkt;
-
3. het stimuleren van gedeeld autogebruik, vooral die in eerste instantie gericht zijn
op het bevorderen van mobiliteitsdiensten.
Aan de doelstelling van het programma kunnen met name bijdragen marktpartijen en organisaties
zoals autolease-maatschappijen, recreatieparken, vergadercentra, autodistributeurs,
autoverhuurbedrijven of organisaties als BOVAG, de KNV, de groeps- en toervervoersbedrijven,
vervoermaatschappijen en gemeenten. Ook nieuwe bedrijven of samenwerkingsverbanden,
of bedrijven die telematica toepassingen als kernactiviteit hebben, kunnen voor subsidie
in aanmerking komen.
Beoordelingsaspecten:
De mate waarin een project bijdraagt aan de doelstellingen van het programma wordt
naast de aspecten als vermeld in artikel 3, tweede lid van de Kaderregeling tevens
bepaald door de volgende aspecten, voorzover deze van toepassing zijn:
- -
het aansluiten bij algemeen gangbare betaal- en informatiesystemen en voldoen aan
de eisen die de overheid hieraan stelt;
- -
de voorkeur gaat uit naar projecten die worden uitgevoerd door een samenwerkingsverband
van relevante ondernemers;
- -
de mate waarin het individuele en het maatschappelijk/algemeen belang elkaar versterkt;
met name zullen projecten worden gehonoreerd, waarmee bereikbaarheid en leefbaarheid
zijn gebaat.
Toelichting
Toelichting op de bovengenoemde aspecten.
Mate waarin een project aansluit bij een aanwezig innovatietraject van de aanvrager
of van anderen: van belang is dat project zoveel mogelijk aansluiten bij op reeds
eerder door de aanvrager of door anderen gegenereerde kennis en dat voor wat betreft
haalbaarheids- en ontwikkelingsprojecten doublures worden vermeden.
Milieuverdienste van het project: De voorkeur gaat uit naar projecten die aantoonbaar
leiden tot een reductie van louter individuele autokilometers.
Slaagkans van het project: Voor het vaststellen van de slaagkans van het project wordt,
naast een inschatting van de technische en financieel/economische haalbaarheid, tevens
rekening gehouden met factoren van organisatorische en bestuurlijke aard, alsmede
met de financiële draagkracht van de aanvrager.
Nieuwheid van het project: onder het nieuwheidscriterium wordt in dit programma verstaan
het ontwikkelen of implementeren van nog niet eerder in Nederland toegepaste vormen
van dienstverlening.
Mate waarin relevante kennisoverdracht plaatsvindt: naast de bereidheid van de aanvrager
tot het schrijven van een artikel, het organiseren van een work-shop of het openstellen
van het project voor bezoek van derden, wordt hierbij met name aandacht besteed aan
de participatie van relevante partijen in het project.
Mate van betrokkenheid van de aanbieders of organisaties vanuit de vraagkant: het
ontwikkelde product moet aantoonbaar voorzien in de behoeft van de consument danwel
organisaties of aanbieders die de belangen van deze consumenten vertegenwoordigen.
Toepassingsmogelijkheden van het projectresultaat in de markt: een project wordt beoordeeld
op basis van de mate waarin het toepasbaar is in de markt en de mate waarin herhalingspotentieel
aanwezig is. Hierbij moet het project de potentie hebben om relatief grote aantallen
reizigers te bereiken. De dienstverlening moet zonder structurele subsidie levensvatbaar
zijn.
Indiening van subsidieaanvragen
Aanvragen met betrekking tot het programma Ketenmobiliteit 1999 kunnen worden ingediend
vanaf heden en dienen uiterlijk op 1 november 1999 te zijn ontvangen door het programmabureau
MOVE, p.a. Novem b.v., Postbus 8242, 3503 RE Utrecht.
Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidie in 1999 bedraagt f 4.000.000,-.
Programmabeheerder
De Nederlandse Onderneming Voor Energie en Milieu b.v. is aangewezen als programmabeheerder
als bedoeld in artikel 1 onder a van de Kaderregeling personenvervoer van deur tot
deur en op maat. Ten behoeve van de uitvoering van het programma Ketenmobiliteit 1999
is er mandaat en machtiging verleend aan Novem. In een samenwerking tussen Novem en
Senter is er het programmabureau Move opgericht. De subsidieaanvragen zullen aan een
inhoudelijk oordeel van de minister van Verkeer en Waterstaat worden onderworpen.