Instellingsbeschikking commissie cultuur en belastingen

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-05-1999 t/m heden

Instellingsbeschikking commissie cultuur en belastingen

De Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

Overwegende dat het wenselijk is een commissie cultuur en belastingen in te stellen;

Besluiten:

§ 1. Instelling en taak

Artikel 2

  • 1 De commissie heeft tot taak de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te adviseren over de verschillende aspecten van belastingheffing in relatie tot het terrein van cultuur en ontwikkelingen op dit gebied. De commissie betrekt in haar werkzaamheden de plannen om te komen tot een belastingherziening in het kader van de 21

  • 2 De commissie besteedt bij haar werkzaamheden aandacht aan internationale aspecten.

§ 2. Samenstelling en werkwijze

Artikel 3

  • 1 Tot lid, tevens voorzitter van de commissie wordt benoemd: mevrouw C. Habbema.

  • 2 Tot lid, tevens secretaris van de commissie wordt benoemd: mevr. mr. E.A. Starke

  • 3 Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • E. Burgers AA;

    • mevr. mr. J. Kamp;

    • P.L.M. Kamphuis FB;

    • mr. H. Mobach;

    • drs. J. Riezenkamp;

    • mevr. drs. M.E.J. Schuit;

    • mr. J.P. van der Stap;

    • mr. D.E. Witteveen.

Artikel 4

Ter uitvoering van haar taak kan de commissie ‐ mede gezien de breedte van het onderwerp ‐ zich rechtstreeks tot derden wenden voor het verkrijgen van inlichtingen en hen zo nodig ter vergadering uitnodigen om hun mening nader uiteen te laten zetten.

Artikel 5

De commissie brengt voor 1 oktober 1999 advies uit aan de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

§ 3. Overige bepalingen

Artikel 6

De leden van de commissie, voor zover geen ambtenaar, ontvangen vacatiegelden alsmede een vergoeding voor de reis- en verblijfkosten volgens de bestaande rijksregelingen, voor zover niet uit anderen hoofde een vergoeding van deze kosten wordt verleend uit ’s Rijks kas.

Artikel 7

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 8

  • 1 Dit besluit wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

  • 2 Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.A. Vermeend

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Naar boven