Instellingsbesluit Landelijke Coördinatiecommissie Milieuwethandhaving (LCCM)

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 02-03-1999 t/m 31-12-2002

Instellingsbesluit Landelijke Coördinatiecommissie Milieuwethandhaving (LCCM)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

gelet op het bepaalde in het LCCM-strategiedocument ’Naar samenhang en transparantie in de milieuwethandhaving’ van maart 1998 besluit mede namens de ministers van Justitie, van Verkeer en Waterstaat, van Landbouw, Natuurbehoud en Visserij, van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en met instemming van het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen tot vervanging van het besluit tot instelling van de Landelijke Coordinatiecommissie Milieuwethandhaving (LCCM) d.d. 10 februari 1992, Kenmerk: HIMH/hm/LEF-IV-05N1005).

Het besluit luidt als volgt:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

  • 1 Er is een Landelijke Coördinatiecommissie Milieuwethandhaving, verder te noemen LCCM.

  • 2 In de LCCM zijn vertegenwoordigd de instanties, dan wel koepelorganisaties van instanties, die zijn belast met de handhaving van de milieuwetgeving, verder te noemen de handhavingspartners.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

  • 1 De LCCM heeft tot taak:

    • -

      landelijk samenhang te brengen in de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het handhavingsbeleid door de handhavingspartners;

    • -

      de transparantie van de handhaving van de milieuwetgeving te vergroten door inspanningen en resultaten in samenhang inzichtelijk te maken;

    • -

      de verbetering te bevorderen van de uitvoering van de handhaving van de milieuwetgeving.

  • 2 De LCCM voert deze taak uit door:

    • -

      de afstemming te bevorderen van het handhavingsbeleid van de handhavingspartners;

    • -

      de operationele samenwerking tussen de handhavingspartners te faciliteren;

    • -

      gevraagd of ongevraagd te adviseren aan de regering, de wetgever of een of meer handhavingspartners ten aanzien van de handhaving van de milieuwetgeving.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

  • 1 De LCCM stelt tweejaarlijks een document vast, waarin afspraken worden vastgelegd inzake de gezamenlijke handhavingsprioriteiten, de vaststelling van het gezamenlijk beleid, alsmede over de verdere verbetering van de uitvoering.

  • 2 De LCCM brengt over elke tweejaarlijkse periode waarop de afspraken betrekking hebben een rapportage uit over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de in het eerste lid bedoelde afspraken en de resultaten die daarmee zijn bereikt. Voor de aanlevering van gegevens voor deze rapportage stelt de LCCM een informatieprotocol vast, waarbij de rapportages op grond van de per provincie gesloten bestuursovereenkomsten inzake handhavingssamenwerking uitgangspunt zijn.

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde stukken worden door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mede namens de andere betrokken ministers, naar de Tweede Kamer gezonden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

  • 1 De leden van de LCCM verplichten zich ertoe zich te zullen inspannen, opdat de afspraken die zijn neergelegd in het eerste lid van artikel 3 genoemde document, doorwerken in de uitvoering van het handhavingsbeleid zoals dat tot stand komt door de instanties die zij vertegenwoordigen. In dit document wordt aangegeven op welke wijze aan deze verplichting uitvoering zal worden gegeven.

  • 2 De leden van de LCCM verplichten zich er tevens toe zich te zullen inspannen dat de instanties die zij vertegenwoordigen, de gegevens als bedoeld in het tweede lid van artikel 3 aanleveren.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

  • 1 De voorzitter van de LCCM wordt benoemd door de Minister van Volshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, gehoord de LCCM.

  • 2 In de LCCM hebben naast de voorzitter in ieder geval zitting leden aan te wijzen door:

    • a. de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • b. de minister van Justitie;

    • c. de minister van Landbouw Natuurbeheer en Visserij;

    • d. de minister van Verkeer en Waterstaat;

    • e. de minister van Economische Zaken;

    • f. de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties;

    • g. het Interprovinciaal Overleg;

    • h. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

    • i. de Unie van Waterschappen;

    • j. de Raad van Hoofdcommissarissen;

    • k. het College van procureurs-generaal.

  • 3 Over ad hoc deelname van andere dan de in het tweede lid genoemde handhavingspartners beslist de LCCM.

  • 4 Voor elk lid van de commissie kan een vaste plaatsvervanger worden aangewezen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

De LCCM wordt bijgestaan door een secretariaat dat is geplaatst binnen de organisatie van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De secretaris en de aan hem toegevoegde ambtenaren zijn geen lid van de LCCM.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

De kosten die zijn verbonden aan het functioneren van de LCCM worden gedragen door het Rijk. De LCCM dient daartoe voorstellen in bij de minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

De LCCM kan haar werkwijze nader vaststellen in een reglement van orde.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-06-2005 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003]

  • 1 Dit besluit wordt geplaatst in de Staatscourant.

  • 2 Het treedt in werking met ingang van de dag volgend op die wanneer het in de Staatscourant wordt geplaatst en werkt terug tot en met l januari 1999.

’s-Gravenhage, 11 februari 1999

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. Pronk

Naar boven