Regeling afgeschermde rekeningen

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2006

Regeling van de Nederlandsche Bank ingevolge artikel 22, 22a, 30c en 30ca Wet toezicht kredietwezen 1992 juncto artikel 2, tweede lid, 3, derde lid, 5, tweede lid en 7, van het Besluit integere bedrijfsvoering kredietinstellingen en verzekeraars met betrekking tot het houden van een centraal register van afgeschermde rekeningen

I. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Na overleg met de representatieve organisaties van het bankwezen heeft de Nederlandsche Bank besloten ingevolge artikel 22, 22a, 30c en 30ca van de Wet toezicht kredietwezen 1992 juncto artikel 2, tweede lid, 3, derde lid, 5, tweede lid en 7, van het Besluit integere bedrijfsvoering kredietinstellingen en verzekeraars een regeling uit te vaardigen houdende een richtlijn met betrekking tot het per instelling bijhouden van een centraal register van rekeningen waarbij de gegevens omtrent de identiteit van een cliënt bij transactieverwerkingen niet zichtbaar of anderszins afgeschermd zijn, terwijl deze gegevens wel elders bij de instelling bekend zijn. Gebleken is dat afscherming voor het eigen personeel van de instelling veelal ten doel heeft de privacy en veiligheid van de betrokken cliënten te beschermen en overigens vormen van gebruik van voorwetenschap te voorkomen en derhalve gerechtvaardigde belangen dient.

De Nederlandsche Bank acht deze regeling van groot belang voor de integriteit van en het vertrouwen van de samenleving in het Nederlandse bankwezen alsmede om de controle op de naleving van op de financiële instellingen rustende wettelijke verplichtingen te vergemakkelijken.

Voor de goede orde wordt erop gewezen dat op grond van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 (Wif) financiële instellingen verplicht zijn de identiteit van een cliënt vast te stellen, voordat zij die cliënt een financiële dienst verlenen. Het verlenen van financiële diensten, waarbij al dan niet gebruik wordt gemaakt van afgeschermde rekeningen, zonder dat de identiteit van de cliënt door de instelling vooraf is vastgesteld, is bij wet strafbaar gesteld.

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 1999. De instellingen ingeschreven in Afdeling I, onderafdeling 1, 2, 4, 5 en 6 en Afdeling II van het register als bedoeld in artikel 52, eerste lid, van de Wtk 1992 dienen deze Regeling om te zetten in een interne regeling dan wel, indien noodzakelijk, hun bestaande interne regeling dienovereenkomstig aan te passen.

II. Richtlijn met betrekking tot het houden van een centraal register van afgeschermde rekeningen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 1. Toepassinggebied

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De regeling heeft betrekking op alle rekeningen waarbij de identiteit van de cliënt bij de transactieverwerking niet zichtbaar is of anderszins afgeschermd is, terwijl deze gegevens wel bekend zijn bij de instelling.

  • 2 De regeling heeft betrekking op in Nederland bestaande en nog open te stellen rekeningen, aangehouden bij de instelling.

Artikel 2. Restrictief beleid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Instellingen dienen een restrictief beleid te voeren ten aanzien van het openen van afgeschermde rekeningen.

  • 2 Instellingen dienen geen afgeschermde rekeningen open te stellen anders dan met het oog op de bescherming van privacy en veiligheid van cliënten dan wel ter voorkoming van gebruik van voorwetenschap.

  • 3 Instellingen dienen aangaande het openen en beheer van afgeschermde rekeningen de noodzakelijke instructies op te stellen voor het perceel.

Artikel 3. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Als afgeschermde rekening wordt aangemerkt een rekening waarop een saldo in geld, effecten, edele metalen of andere waarden kan worden aangehouden en waarbij de identiteit van de cliënt is afgeschermd, doordat deze – in afwijking van wat bij toepasselijke transactieverwerking gebruikelijk is – niet zichtbaar is omdat slechts gebruik wordt gemaakt van een (rekening)nummer of codewoord.

  • 3 Onder centraal register wordt verstaan een bij de vergunninghoudende instelling op één centrale plaats toegankelijk register.

  • 4 Onder transactieverwerking wordt verstaan het uitvoeren van (betaal)opdrachten ten gunste of ten laste van een rekening.

Artikel 4. Centraal register

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 3 Het centrale register verschaft ten minste op naam en nummer- of codesleutel toegang.

  • 4 Instellingen wijzen een beheerder van het centrale register aan.

Artikel 5. Interne controle

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Instellingen dragen zorg voor voldoende interne controle op de volledigheid en juistheid van de gegevens met betrekking tot de in het centrale register opgenomen rekeningen.

Artikel 6. Toetsing op de naleving

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Toetsing op de naleving van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 zal plaatsvinden door de externe accountant in opdracht van de instelling.

  • 2 De externe accountant van de instelling zal de bevindingen van zijn toetsing op de naleving jaarlijks schriftelijk vastleggen in een brief aan de instelling, waarvan de Bank gelijktijdig een afschrift ontvangt.

Artikel 7. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 1999.

Naar boven