Uniform reglement gerechtshoven voor rekestprocedures in familiezaken

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 07-06-2004 t/m heden

Uniform reglement gerechtshoven voor rekestprocedures in familiezaken

De gerechtshoven zijn bij elkaar te rade gegaan teneinde in aanvulling op de wettelijke regels te voorzien in een eenvormig reglement voor de voortgang van rekestprocedures in familiezaken.

De gerechtshoven hebben zich ten doel gesteld te komen tot een reglement dat bijdraagt aan een behoorlijke en doelmatige voortgang van de rekestprocedures in familiezaken.

Daartoe gelden met ingang van 1 januari 2000 de volgende regels.

Artikel 1. Wijze van indiening

  • 1 Stukken in rekestzaken kunnen bij het hof worden ingediend op de volgende wijzen:

    • Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch:

      • a. per post, postbus 70583, 5201 CZ’ s-Hertogenbosch,

      • b. per fax, nummer 073-6204283 (liefst zonder bijlagen, met uitzondering van de beschikking waarvan beroep),

      • c. in handen aan de centrale info balie, Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch, kamer A-1.32 op werkdagen tussen 08.00 en 17.00 uur.

    • Gerechtshof te Arnhem:

      • a. per post, postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

      • b. per fax, nummer 026-3592384 (liefst zonder bijlagen, met uitzondering van de beschikking waarvan beroep),

      • c. in handen, aan de Infobalie Paleis van Justitie, Walburgstraat 2-4, Arnhem, op werkdagen van 08.00 uur - 17.00 uur.

    • Gerechtshof te ’s-Gravenhage:

      • a. per post, postbus 20302, 2500 EH Den Haag.

      • b. per fax, nummer 070-3813256 (liefst zonder bijlagen, met uitzondering van de beschikking waarvan beroep),

      • c. in handen, aan de balie van de griffie, Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag.

      Balie eerste etage. Openingstijden 8.30 u - 17.00 u op werkdagen

    • Gerechtshof te Amsterdam:

      • a. per post, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam,

      • b. per fax, nummer 020-5413423 (liefst zonder bijlagen, met uitzondering van de beschikking waarvan beroep),

      • c. in handen, aan de balie van de griffie, Prinsengracht 436 te Amsterdam, kamer 17 op werkdagen tussen 9.00 en 15.00 uur.

    • Gerechtshof te Leeuwarden:

      • a. per post, postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden,

      • b. per fax, nummer 058-2341835 (liefst zonder bijlagen, met uitzondering van de beschikking waarvan beroep),

      • c. in handen, aan de balie van de griffie, Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden, kamer D109 op werkdagen van 08.30 uur - 12.30 uur en van 13.30 uur - 16.30 uur.

  • 2 Na indiening per fax moet het oorspronkelijke rekest met alle bijlagen worden nagezonden per post of worden bezorgd in het vereiste aantal.

Artikel 2. Aantal in te dienen exemplaren

  • 1 Verzoek- en verweerschriften met bijlagen moeten worden ingediend in viervoud, te vermeerderen met:

    • a. een exemplaar met bijlagen voor de wederpartij en voor iedere belanghebbende, alsmede

    • b. in kinderzaken een exemplaar ten behoeve van de Raad voor de Kinderbescherming met de bijlagen die deze nog niet heeft.

  • 2 Bij gebreke van een voldoende aantal ingediende exemplaren bepaalt het hof of de procedure voortgang kan vinden, zoals het hem geraden voorkomt.

Artikel 3. Verzoek- en verweerschriften

  • 1 Naam en adres van de advocaat van de wederpartij(en) in eerste aanleg moeten in het verzoekschrift worden opgegeven evenals in voorkomend geval de namen en verblijfplaatsen van te horen kinderen.

  • 2 Processtukken worden niet ongevraagd aan minderjarigen gestuurd en desgevraagd slechts met inachtneming van artikel 811 lid 1 en onder d Rv.

  • 3 In kinderalimentatiezaken wordt aan kinderen van 16 of 17 jaar gevraagd hun mening te geven, uitsluitend schriftelijk.

Artikel 4. Toevoegingsbewijs

In het verzoek- of verweerschrift moet een door de verzoeker of verweerder verkregen of aangevraagde toevoeging worden vermeld.

Artikel 5. Andere vóór de mondelinge behandeling over te leggen stukken, uiterste termijn.

  • 1 Bij een verzoekschrift moeten tenminste de bewijsstukken en alle stukken van de eerste aanleg worden overgelegd, evenals (in kinderzaken) de rapporten.

  • 2 In alimentatiezaken moeten, voor zover de draagkracht of behoefte van een partij omstreden is, ten minste worden overgelegd:

    • a. van een werknemer de jaaropgaven over het vorige (of voorvorige) jaar en de laatste drie loonopgaven,

    • b. van een zelfstandige de laatste drie vastgestelde jaarrekeningen en over de tijd daarna de voorlopige cijfers, ook tussentijdse, en prognoses,

    • c. de laatste drie aangiften inkomsten- en vermogensbelasting, indien bestaand, met de bijbehorende aanslagen,

    • d. bewijsstukken van bijzondere lasten,

    • e. een draagkrachtberekening (over en weer), en bij kinderalimentatie ook van een eventuele onderhoudsplichtige stiefouder.

  • 3 De verzoeker moet bij de rechtbank het relevante proces-verbaal of de relevante processen-verbaal opvragen.

  • 4 Bij nazending van stukken moet het rekestnummer worden vermeld.

  • 5 Uiterlijk op de zesde werkdag voor de zitting mogen nog stukken worden overgelegd, mits in viervoud en met toezending in afschrift aan de andere partijen en belanghebbenden. Het hof draagt geen zorg voor doorzending van deze stukken.

    Het hof zal niet letten op later aan de partijen en het hof overgelegde stukken, tenzij deze kort en eenvoudig te doorgronden zijn. Als de wederpartij geen bezwaar heeft, kan het hof desgewenst toch op latere stukken letten.

Artikel 6. Verklaring non-appèl

Een verklaring van non-appèl wordt niet afgegeven, indien niet uit het petitum van het (aanvullende) beroepschrift blijkt dat geen beroep wordt ingesteld tegen de echtscheiding zelf.

In geval van onduidelijkheid wordt een akte van berusting verlangd.

Artikel 7. Verweertermijnen

  • 1 Het hof geeft het einde van de verweertermijn op bij doorzending van een verzoekschrift of van een rekest met incidenteel beroep. Gewoonlijk beloopt de termijn vier weken.

  • 2 In niet-financiële en spoedeisende financiële zaken kan een kortere termijn worden bepaald.

Artikel 8. Intrekking

Ontvangst van een mededeling van intrekking beëindigt het ingetrokken principale dan wel het ingetrokken incidentele beroep, tenzij daarna met bekwame spoed een beslissing over de proceskosten wordt gevraagd of herhaald.

Artikel 9. Uitstel

  • 1 Zonder uitstelmededeling van het hof mag niemand op uitstel rekenen.

  • 2 Uitstel wordt in financiële zaken hoogstens eenmaal wegens verhindering verleend, mits gevraagd binnen twee weken na de oproep met opgave van de verhinderdata van alle partijen.

  • 3 Hetzelfde geldt in andere zaken, indien de wederpartij het uitstelverzoek ondersteunt of de zaak volgens het hof uitstel kan lijden.

  • 4 Later wordt geen uitstel wegens verhindering meer verleend, tenzij het hof dit op gemotiveerd verzoek waarin is vermeld of de wederpartij instemt, in een uitzonderlijk geval toestaat.

  • 5 Lopende schikkingsonderhandelingen zijn geen reden voor uitstel.

Artikel 10. Afdoening zonder mondelinge behandeling

  • 1 Op schriftelijke verzoek(en) van alle partijen wordt zonder mondelinge behandeling uitspraak gedaan. Op hun verzoek wordt daarin een overeenkomst vastgelegd.

  • 2 Wegens schikkingsonderhandelingen mogen partijen gezamenlijk afzien van een mondelinge behandeling in ruil voor de bevoegdheid binnen een door hen voor te stellen termijn van enkele maanden nog eenmaal schriftelijk mee te delen wat zij nuttig achten.

Artikel 11. Mondelinge behandeling

  • 1 Bij de mondelinge behandeling, die vooral voor vragen aan de partijen zelf dient, hebben advocaten een korte spreektijd.

  • 2 Slechts met instemming van de partijen kan het hof ter zitting toestaan dat binnen een bepaalde zeer korte termijn een eenvoudig stuk mag worden nagestuurd waarop de wederpartij dan binnen een week mag reageren. Stukken die na de behandeling buiten zo’n afspraak om of te laat worden ontvangen, zendt het hof terug.

Artikel 12. Slotbepaling

Indien de omstandigheden van het geval daartoe nopen, kan het hof van dit reglement afwijken.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het hof.

Naar boven