Regeling afkoop geldelijke steun woonwagens en standplaatsen

[Regeling vervallen per 13-12-2008.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 18-07-2003 t/m 12-12-2008

Regeling afkoop geldelijke steun woonwagens en standplaatsen

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 33, eerste lid, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder

  • a. de minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b. woonwagenbeschikking: ministeriële beschikking tot verstrekking van leningen voor het in eigendom verkrijgen van te verhuren woonwagens, of van geldelijke steun in verband met de exploitatie van verhuurde woonwagens, verhuurde standplaatsen of standplaatsen waarvoor krachtens artikel 10 van de Woonwagenwet ontheffing is verleend, en die niet gebaseerd is op het Besluit woninggebonden subsidies of het Besluit woninggebonden subsidies 1995;

  • c. aanvrager: aanvrager van een beschikking tot vaststelling van een afkoopbedrag;

  • d. ontvanger: ontvanger van de beschikking tot vaststelling van het afkoopbedrag.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 De minister kan op aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in het tweede en derde lid een afkoopbedrag vaststellen ter beëindiging van de verbintenissen jegens die rechtspersoon, die voortvloeien uit een woonwagenbeschikking.

  • 2 Voor vaststelling van een afkoopbedrag komen in aanmerking rechtspersonen die:

    • a. krachtens publiekrecht zijn ingesteld en

    • b. op 31 december 2002 nog rechten ontleenden aan een woonwagenbeschikking, voorzover die rechten na die datum niet zijn overgedragen.

  • 3 Voor vaststelling van een afkoopbedrag komen tevens in aanmerking rechtspersonen die:

    • a. krachtens publiekrecht zijn ingesteld en

    • b. waaraan na 31 december 2002 de rechten, verbonden aan een woonwagenbeschikking, zijn overgedragen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 Het afkoopbedrag wordt overeenkomstig het tweede tot en met zesde lid vastgesteld.

  • 2 De som van de contante waarden op 1 januari 1998 van de op of na die datum door de minister op grond van een woonwagenbeschikking ten gunste van de aanvrager verschuldigde bedragen aan geldelijke steun, wordt verminderd met de som van de contante waarden op 1 januari 1998 van de op of na die datum krachtens een woonwagenbeschikking betaalde jaarlijkse bedragen aan geldelijke steun.

  • 3 Indien op grond van een woonwagenbeschikking leningen zijn verstrekt voor het in eigendom verkrijgen van te verhuren woonwagens, wordt het overeenkomstig het tweede lid berekende bedrag verminderd met de som van de bedragen van die leningen, die de aanvrager op 1 januari 1998 aan het Rijk verschuldigd was, vermeerderd met het totaalbedrag aan voor die leningen verschuldigde rente te rekenen vanaf de datum waarop het ten aanzien van de desbetreffende woonwagens vastgestelde exploitatiejaar is verstreken tot 1 januari 1998.

  • 4 Indien toepassing is gegeven aan het derde lid, wordt het overeenkomstig de voorgaande leden berekende bedrag vermeerderd met de som van de contante waarden op 1 januari 1998 van de op of na die datum door het Rijk ingevorderde bedragen aan rente en aflossing van de desbetreffende leningen.

  • 5 Het overeenkomstig de voorgaande leden berekende bedrag wordt, behoudens in geval dat bedrag negatief is, vermeerderd met een rente van 6,75 procent per jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998 tot de datum van betaling van het afkoopbedrag.

  • 6 Voor de berekening van de rente, bedoeld in het vijfde lid, wordt uitgegaan van maanden van 30 dagen en van jaren van 360 dagen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 Voor de toepassing van artikel 3 wordt voor het tijdvak van de geldigheidsduur van de beschikkingen tot vaststelling van de bedragen aan geldelijke steun met een ingangsdatum voor 1 januari 1998 uitgegaan van de met betrekking tot de desbetreffende woonwagenbeschikking van toepassing zijnde waarden voor:

    • a. de jaarlijkse stijging van de variabele exploitatiekosten;

    • b. het rendement over het geïnvesteerd vermogen, en

    • c. de jaarlijkse stijging van de huurprijs.

  • 2 Voor het tijdvak na het verstrijken van de geldigheidsduur van de in het eerste lid bedoelde beschikkingen wordt uitgegaan van:

    • a. een jaarlijkse stijging van de variabele exploitatiekosten met 3 procent;

    • b. de in het eerste lid, aanhef en onder b, bedoelde waarden voor het rendement over het geïnvesteerd vermogen tot de datum van conversie;

    • c. een rendement over het geïnvesteerd vermogen van 7 procent vanaf de datum van conversie;

    • d. een jaarlijkse stijging van de huurprijs met 3,8 procent, en

    • e. voorzover het woonwagens betreft, een BTW-percentage van 17,5 procent.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Voor de toepassing van artikel 3 wordt de contante waarde berekend met een disconteringsrente van 6,75 procent per jaar, met dien verstande dat wordt uitgegaan van maanden van 30 dagen en van jaren van 360 dagen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

De vaststelling van het afkoopbedrag heeft tot gevolg dat:

  • a. een verbintenis van het Rijk jegens de ontvanger uit hoofde van geldelijke steun die verstrekt is op grond van een woonwagenbeschikking, teniet gaat voorzover deze verbintenis betrekking heeft op het tijdvak vanaf 1 januari 1998;

  • b. een verbintenis van het Rijk jegens de ontvanger uit hoofde van leningen die verstrekt zijn op grond van een woonwagenbeschikking, teniet gaat voorzover deze verbintenis betrekking heeft op het tijdvak vanaf 1 januari 1998;

  • c. aanspraken van het Rijk op de ontvanger als gevolg van herziening van woonwagenbeschikkingen vervallen, en

  • d. aanspraken van de ontvanger op het Rijk als gevolg van herziening van woonwagenbeschikkingen vervallen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

De minister kan de beschikking tot vaststelling van het afkoopbedrag ten nadele van de ontvanger wijzigen:

  • a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan hij bij de vaststelling van het afkoopbedrag niet op de hoogte was en redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan het afkoopbedrag lager zou zijn vastgesteld, of

  • b. indien de vaststelling van het afkoopbedrag onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Een aanvraag tot vaststelling van een afkoopbedrag wordt uiterlijk op 15 september 2003 bij de minister ingediend, met gebruikmaking van een door de minister daartoe beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 De beschikkingen op de aanvragen tot vaststelling van een afkoopbedrag worden gegeven voor 1 november 2003.

  • 2 Indien een mogelijke ontvanger geen aanvraag tot vaststelling van een afkoopbedrag indient, wordt geen enkele beschikking als bedoeld in het eerste lid gegeven.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

  • 1 Indien het afkoopbedrag positief is, wordt dat bedrag binnen vier weken na de vaststelling daarvan betaald.

  • 2 Indien het afkoopbedrag negatief is, wordt dat bedrag binnen de in het eerste lid genoemde termijn ingevorderd.

  • 3 De beschikking tot vaststelling van het afkoopbedrag vermeldt de datum waarop het afkoopbedrag wordt betaald of wordt ingevorderd.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

In geval de ontvanger een openbaar lichaam is als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, is artikel 10, derde lid, van het Besluit financiële verhouding van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

De minister kan artikel 10, tweede lid, buiten toepassing laten.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 december 1998.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 13-12-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling afkoop geldelijke steun woonwagens en standplaatsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 1998

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.W. Remkes

Naar boven