Instellingsbeschikking Raad van Advies voor het Gerechtelijk Laboratorium

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-02-1999 t/m heden

Instellingsbeschikking Raad van Advies voor het Gerechtelijk Laboratorium

De Minister van Justitie,

Overwegende dat voor de uitvoering van de kerntaken van het Gerechtelijk Laboratorium te Rijswijk een goede samenwerking met alle bij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde betrokken personen en instanties noodzakelijk is;

Overwegende dat het gewenst is dat ter bevordering van deze samenwerking een Raad van Advies voor het Gerechtelijk Laboratorium wordt ingesteld;

Besluit:

Artikel 2

  • 1 De Raad heeft tot taak de directeur van het Gerechtelijk Laboratorium te adviseren over de uitvoering van de kerntaken van het laboratorium in het perspectief van de wensen van de gebruikers van de produkten van het laboratorium met betrekking tot de aard en de kwaliteit van het forensisch onderzoek.

  • 2 Bij de uitoefening van zijn taak kan de Raad project-/werkgroepen instellen.

  • 3 De Raad stelt omtrent zijn werkwijze regels vast.

Artikel 3

  • 1 In de Raad hebben zitting:

    • a. als voorzitter tevens lid:

      • -

        de portefeuillehouder Gerechtelijk Laboratorium van het College van Procureurs-generaal;

    • b. als leden:

      • -

        de voorzitter van het landelijk overleg van Rechters-commissarissen;

      • -

        een rechter met uitgebreide ervaring binnen de strafrechtsector;

      • -

        twee leden van het Openbaar Ministerie, aan te wijzen door het College van Procureurs-generaal;

      • -

        drie ambtenaren aan te wijzen door de Raad voor Hoofdcommissarissen;

      • -

        een advocaat/procureur aan te wijzen door de Orde van Advocaten;

      • -

        een vertegenwoordiger uit het Platform Bijzondere Opsporingsdiensten;

      • -

        een adviserend lid van het Ministerie van Justitie;

      • -

        een adviserend lid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2 De personen, bedoeld in het eerste lid, worden bij afzonderlijke beschikking benoemd. Zij worden op eigen aanvraag door de Minister ontslagen. Zij kunnen voorts bij besluit van de Minister worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 3 De vertegenwoordigers van de Nederlandse Orde van Advocaten, het Plaform Bijzondere Opsporingsdiensten, het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijzen, ieder voor zich, een vaste plaatsvervanger aan.

  • 4 De Raad wordt ondersteund door een secretariaat, waarin wordt voorzien door het Gerechtelijk Laboratorium.

Artikel 5

Het Gerechtelijk Laboratorium verstrekt de Raad desgevraagd dan wel eigener beweging de inlichtingen die deze nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak.

Artikel 6

De Raad verstrekt desgevraagd aan de Minister van Justitie de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voorzover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 7

Deze beschikking wordt aangehaald als: Instellingsbeschikking Raad van Advies voor het Gerechtelijk Laboratorium.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in het Algemeen Politieblad.

Den Haag, 5 december 1998

De

ministerie

van Justitie,
namens deze,
de

directeur-generaal Rechtshandhaving (wnd.)

,

H.C.J.L. Borghouts

Naar boven