[Regeling vervallen per 24-02-2005]
Behoefte aan orgaantransplantatie en de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien
1. De behoefte aan voorzieningen
Er zijn thans 7 academische ziekenhuizen waar orgaantransplantaties plaatsvinden.
Met het huidige aantal centra wordt op dit moment voorzien in de behoefte aan orgaantransplantatie.
De verwachting is dat de behoefte aan orgaantransplantatie de komende jaren zal toenemen.
Ontwikkelingen die hierop wijzen zijn onder meer indicatieverruiming bij bestaande
vormen van transplantatie, de ontwikkeling van nieuwe vormen van transplantatie en
het van kracht worden van de Wet op de orgaandonatie waardoor een toename van het aantal beschikbare donororganen wordt voorzien. Hoe
groot deze toename zal zijn is echter niet op voorhand exact aan te geven, en daarmee
ook niet de toename in behoefte aan orgaantransplantatie. Om de mogelijke consequenties
van een toename in het aanbod van donororganen beter in kaart te brengen is in het
kader van de invoering van de Wet op de orgaandonatie door de Ziekenfondsraad, in samenwerking met het College voor Ziekenhuisvoorzieningen
en het Nationaal Ziekenhuisinstituut, een scenariostudie uitgevoerd. Deze scenariostudie
is voor dit planningsbesluit een belangrijk referentiekader voor de bepaling van de
behoefte aan voorzieningen voor orgaantransplantatie.
2. De wijze waarop in de behoefte kan worden voorzien
Bij de aanwijzing van transplantatiecentra in het kader van dit planningsbesluit is
aansluiting gezocht bij de op dit moment aanwezige transplantatiecentra en de huidige
verdeling van de verschillende vormen van orgaantransplantatie over deze centra. Op
deze manier kan optimaal worden voortgebouwd op de bestaande expertise en infrastructuur
op het gebied van orgaantransplantatie. Op basis hiervan kan op de volgende wijze
in de behoefte aan orgaantransplantatie worden voorzien:
Als centrum voor multi-orgaantransplantatieprogramma’s worden aangewezen:
- -
Academisch Ziekenhuis Groningen;
- -
Academisch Ziekenhuis Rotterdam;
- -
Academisch Ziekenhuis Utrecht;
- -
Academisch Ziekenhuis Leiden.
In deze vier centra kunnen in principe alle huidige, onder de werkingssfeer van artikel 2 WBMV vallende, vormen van orgaantransplantatie worden aangeboden. Daarnaast dienen
ook nieuwe vormen van orgaantransplantatie die onder artikel 2 WBMV worden gebracht binnen genoemde centra tot ontwikkeling te worden gebracht.
Aangezien het vanuit het oogpunt van doelmatigheid en kwaliteit ‐ mede gelet op de
huidige aantallen transplantaties en de geleidelijke groei die hierin verwacht wordt
‐ niet zinvol is dat alle centra ook daadwerkelijk alle vormen van orgaantransplantatie
gaan uitvoeren is het nodig dat de centra onderling een verdeling van de aandachtsvelden
per ziekenhuis afspreken. Daarnaast dienen zij afspraken te maken omtrent indicatiestelling,
wachtlijstbeheer en behandeling. Hierop zal worden toegezien door een bij de Ziekenfondsraad
op te richten Begeleidingscommissie orgaantransplantatie die de transplantatieprogramma’s
zal begeleiden. Aan de vergunning zal het voorschrift worden verbonden dat de centra
hun medewerking aan de werkzaamheden van de Begeleidingscommissie verlenen. Tevens
zullen de centra op grond van artikel 6, lid 3, van de WBMV worden verplicht periodiek gegevens aan de Begeleidingscommissie orgaantransplantatie
te overleggen die voor de werkzaamheden van de Begeleidingscommissie relevant zijn.
Als transplantatiecentrum alleen voor nieren worden daarnaast aangewezen;
- -
Academisch Ziekenhuis Nijmegen;
- -
Academisch Medisch Centrum Amsterdam;
- -
Academisch Ziekenhuis Maastricht.
Ook voor deze centra zullen bovengenoemde voorschriften gelden.
De hiervoor aangegeven centra kunnen in de huidige behoefte aan orgaantransplantatie
voorzien. Daarnaast hebben de aangegeven centra voldoende capaciteit om een mogelijke
toename van de behoefte aan orgaantransplantatie voorlopig op te vangen. Hierbij is
het van belang dat een eventuele toename van de behoefte aan een bepaalde vorm van
orgaantransplantatie in eerste instantie wordt opgevangen in de centra waar deze vorm
van orgaantransplantatie reeds wordt uitgeoefend.
Uitbreiding van de infrastructurele voorzieningen ten behoeve van orgaantransplantatie
binnen de aangewezen centra zal pas worden overwogen wanneer kan worden vastgesteld
dat:
- -
de organisatie van de voorziening per vestigingsplaats in Nederland doelmatig en
transparant is;
- -
de afstemming en taakverdeling tussen de centra doelmatig en transparant is;
- -
de benutting van de infrastructurele voorzieningen binnen de centra maximaal is en
er onvoldoende mogelijkheden zijn om met de bestaande infrastructuur, en/of onaanvaardbare
verstoring van het organisatorische evenwicht in de centra, een verdere groei op te
vangen, en;
- -
in het aanvragende ziekenhuis de voorziene produktie-omvang voldoet aan de criteria
voor de uit oogpunt van kwaliteit en doelmatigheid tenminste benodigde produktie.
3. Orgaantransplantatie bij kinderen.
Vooralsnog wordt de bestaande situatie gehandhaafd. Dat wil zeggen dat lever- en longtransplantatie
bij kinderen voorlopig alleen in het Academisch Ziekenhuis Groningen kan plaatsvinden,
harttransplantatie in de academische ziekenhuizen van Rotterdam en Utrecht en niertransplantatie
in de academische ziekenhuizen van Utrecht, Rotterdam en Nijmegen en in het Academisch
Medisch Centrum te Amsterdam.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.