Besluit van 19 oktober 1998, houdende regels met betrekking tot de taak en bevoegdheid
van de cliëntenvertrouwenspersoon jeugdhulpverlening en jeugdbescherming (Besluit
cliëntenvertrouwenspersoon jeugdhulpverlening en jeugdbescherming)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
24 juni 1998, DJB/JHV-982109, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie;
Gelet op artikel 1, derde lid, van de Wet op de jeugdhulpverlening en artikel III van de Wet van 29 mei 1997 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening
in verband met het klachtrecht (Stb. 273);
De Raad van State gehoord (advies van 7 augustus 1998, No. W13.98.0276);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 7 oktober 1998, DJB/JHV-98.4231, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: