Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering, Uitleveringswet enz. (bepalingen procedure [...] van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen)

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-06-1999 t/m heden

Wet van 1 oktober 1998 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet, de Wet economische delicten en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen betreffende de bepalingen aangaande de procedure in cassatie in strafzaken, herzieningszaken, uitleveringszaken en zaken in het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de cassatieprocedure in strafzaken, herzieningszaken, uitleveringszaken en zaken in het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen op enkele punten te wijzigen in het belang van een doelmatige rechtspleging;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL VII

Artikel I, onderdeel A, C en E, is behoudens de artikelen 438, 440 en 443 niet van toepassing op zaken waarin op het moment van inwerkingtreding van deze wet de stukken van het geding reeds bij de griffier van de Hoge Raad zijn binnengekomen. Op deze zaken worden de voor het moment van inwerkingtreding geldende bepalingen toegepast.

ARTIKEL VIII

Artikel I, onderdeel B, is niet van toepassing in zaken waarin op het moment van inwerkingtreding van deze wet het gerecht de beschikking reeds heeft gewezen. Op deze zaken worden de voor het moment van inwerkingtreding geldende bepalingen toegepast.

ARTIKEL IX

Artikel I, onderdeel D, is niet van toepassing op aanvragen tot herziening die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet reeds bij de griffier van de Hoge Raad zijn binnengekomen. Deze aanvragen worden afgedaan volgens de voor het moment van inwerkingtreding geldende bepalingen.

ARTIKEL X

Artikel II is, behoudens de verwijzing naar de artikelen 438 en 443, niet van toepassing op uitleveringszaken waarin op het moment van inwerkingtreding van deze wet de stukken van het geding reeds bij de griffier van de Hoge Raad zijn binnengekomen.

ARTIKEL XI

Artikel IV is, behoudens de verwijzing naar de artikelen 438 en 443, niet van toepassing op zaken betreffende de overdracht van strafvonnissen waarin op het moment van inwerkingtreding van deze wet de stukken van het geding reeds bij de griffier van de Hoge Raad zijn binnengekomen.

ARTIKEL XII

Deze wet treedt in werking op een nader bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 1 oktober 1998

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de vijftiende oktober 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven