Regeling gegevens buitenlandse betrekkingen vergunninghouder interlandelijke adoptie

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-10-1998 t/m heden

Regeling gegevens buitenlandse betrekkingen vergunninghouder interlandelijke adoptie

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op artikel 16, tweede lid, van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie ( Wet van 8 december 1988, Stb. 566, als gewijzigd bij de wet van 14 mei 1998 tot uitvoering van het op 29 mei 1993 te ‘s-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie en, in verband daarmee, wijziging van de Wet opneming buitenlande pleegkinderen (Stb. 302),

Besluit:

Artikel 1

Een verzoek om een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie dient de navolgende gegevens te bevatten:

  • a. Een afschrift van de statuten van de aanvrager.

  • b. Een nauwkeurige beschrijving van de wijze waarop de aanvrager zich ervan vergewist dat de opneming van een buitenlands kind ter adoptie in Nederland in het belang van zodanig kind kan worden geacht.

  • c. Een opgave van de samenstelling van het bestuur van de rechtspersoon, waarbij tevens wordt aangegeven op welke wijze door de samenstelling van het bestuur de behartiging van de belangen van de in aanmerking komende buitenlandse kinderen en van de aspirant-adoptiefouders is gewaarborgd.

  • d. Een uiteenzetting omtrent de aard van de bemiddelende werkzaamheden en de wijze waarop de aanvrager uitvoering zal geven aan bemiddelende werkzaamheden en de procedure welke de aspirant-adoptiefouders dienen te volgen ter opneming van een buitenlands kind ter adoptie, zulks onderverdeeld per land.

  • e. Voor zover de aanvrager reeds bemiddelende activiteiten heeft verricht: een verslag van werkzaamheden alsmede de balans en staat van baten en lasten met toelichting over het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vergunning wordt aangevraagd.

  • f. Een opgave per land van de personen en instanties in het buitenland waarmee de aanvrager betrekkingen heeft in verband met de voorgenomen bemiddeling inzake de opneming van buitenlandse kinderen ter adoptie. Hieronder worden in elk geval verstaan: gerechtelijke en andere bevoegde instanties, kindertehuizen, advocaten en andere personen en/of instellingen en organisaties welke bij de bemiddeling betrokken zijn. Ingeval personen en/of instellingen met elkaar samenwerken, wordt daarvan mededeling gedaan.

  • g. Een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager uitvoering geeft aan het verzorgen van begeleiding nadat het buitenlandse kind is opgenomen.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 augustus 1998

De

Staatssecretaris

van Justitie,

J. Cohen

Naar boven