Regeling IGC-Code Schepenbesluit 1965

[Regeling vervallen per 01-01-2005.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 03-09-2000 t/m 31-12-2004

Regeling IGC-Code Schepenbesluit 1965

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en met de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba;

Gelet op de artikelen 5, tweede lid, 8, vijfde lid, en 130g van het Schepenbesluit 1965;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder IGC-Code: de Code for the Construction and Equipment of Ships Carrying Liquefied Gases in Bulk, vastgesteld bij de als bijlage 1 bij deze regeling opgenomen resolutie MSC.5(48) van 17 juni 1983 van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie, waarbij:

    • a. de toevoeging `1986' verwijst naar de tekst van de Code zoals deze luidt met inachtneming van de als bijlagen 2 en 4 bij deze regeling opgenomen resoluties MSC.17(58) en MSC.32(63), met dien verstande dat van resolutie MSC.32(63) uitsluitend de onderdelen 2 en 4 van toepassing zijn;

    • b. de toevoeging `1994' verwijst naar de tekst van de Code zoals deze luidt met inachtneming van de als bijlagen 2, 3 en 4 bij deze regeling opgenomen resoluties MSC.17(58), MSC.30(61) en MSC.32(63), met dien verstande dat van resolutie MSC.32(63) uitsluitend de onderdelen 2 en 4 van toepassing zijn;

    • c. de toevoeging `1998' verwijst naar de tekst van de Code zoals deze luidt met inachtneming van de als bijlagen 2 tot en met 5 bij deze regeling opgenomen resoluties MSC.17(58), MSC.30(61), MSC.32(63) en MSC.59(67).

  • 2 In de IGC-Code 1986, in de IGC-Code 1994 en in de IGC-Code 1998 wordt verstaan onder:

    a. International Code for the Construction and Equipment of Ships Carrying Dangerous Chemicals in Bulk:

    de Regeling IBC-Code Schepenbesluit 1965;

    b. Chapter II-2 of the 1983 SOLAS amendments:

    hoofdstuk II-2 van het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de veiligheid van mensenlevens op zee, 1974, met Bijlagen (Trb. 1976, 157), zoals voor het Koninkrijk uitgevoerd in bijlage IV van het Schepenbesluit 1965;

    c. International Convention on Load Lines:

    het op 5 april 1966 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de uitwatering van schepen, 1966, met Bijlagen (Trb. 1966, 275), zoals voor het Koninkrijk uitgevoerd in bijlage I van het Schepenbesluit 1965;

    d. Administration:

    het Hoofd van de Scheepvaartinspectie;

    e. Port Administration:

    de bevoegde autoriteit van het land in welks haven het schip laadt of lost;

    f. anniversary date:

    verjaardatum als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Schepenbesluit 1965;

    g. should:

    al naar gelang het gebruik ’moet’ of ’moeten’;

    h. recognized standards:

    toepasselijke en voor het Hoofd van de Scheepvaartinspectie aanvaardbare internationale of nationale gestandaardiseerde normen, dan wel gestandaardiseerde normen van een op grond van artikel 6 van de Schepenwet aangewezen klassebureau.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Gastankschepen die zijn gebouwd op of na 1 juli 1986, maar voor 1 oktober 1994, of waarvan, ongeacht hun bouwdatum, de verbouwing tot gastankschip is aangevangen op of na 1 juli 1986 maar voor 1 oktober 1994 en die bestemd zijn voor het vervoer in bulk van de vloeibaar gemaakte gassen, genoemd in hoofdstuk 19 van de IGC-Code 1986, voldoen aan de bepalingen van de IGC-Code 1986. Aan boord is de tekst van de IGC-Code 1986 aanwezig.

  • 2 Gastankschepen die zijn gebouwd op of na 1 oktober 1994, maar voor 1 juli 1998, of waarvan, ongeacht hun bouwdatum, de verbouwing tot gastankschip is aangevangen op of na 1 oktober 1994 maar voor 1 juli 1998 en die bestemd zijn voor het vervoer in bulk van de vloeibaar gemaakte gassen, genoemd in hoofdstuk 19 van de IGC-Code 1994, voldoen aan de bepalingen van de IGC-Code 1994. Aan boord is de tekst van de IGC-Code 1994 aanwezig.

  • 3 Gastankschepen die zijn gebouwd op of na 1 juli 1998 of waarvan, ongeacht hun bouwdatum, de verbouwing tot gastankschip op of na 1 juli 1998 is aangevangen en die bestemd zijn voor het vervoer in bulk van de vloeibaar gemaakte gassen, genoemd in hoofdstuk 19 van de IGC-Code 1998, voldoen aan de bepalingen van de IGC-Code 1998. Aan boord is de tekst van de IGC-Code 1998 aanwezig.

  • 4 Het eerste, het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing ten aanzien van:

    • a. hoofdstuk 1, de artikelen 1.1.2, 1.3.3.1, 1.3.3.2, 1.4.2, 1.5.1, 1.5.5, 1.5.6.2.3, 1.5.6.3, 1.5.6.8.1, 1.5.6.8.2,

    • b. hoofdstuk 4, artikel 4.1.1,

    • c. hoofdstuk 5, artikel 5.1.1, en

    • d. hoofdstuk 10, artikel 10.1.3,van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Een gastankschip als bedoeld in artikel 2, eerste of tweede lid, is voorzien van een certificaat van geschiktheid voor het vervoer van vloeibaar gemaakte gassen in bulk (International Certificate of Fitness for the Carriage of Liquefied Gases in Bulk). Het model van het certificaat is het model, opgenomen in de appendix van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998..

  • 2 Een gastankschip als bedoeld in artikel 2, eerste of tweede lid, vervoert de vloeibaar gemaakte gassen, genoemd in hoofdstuk 19 van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998. slechts indien deze staan vermeld op het in het eerste lid bedoelde certificaat. Het vervoer geschiedt volgens de bepalingen van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998..

  • 3 Een gastankschip als bedoeld in artikel 2, eerste of tweede lid, vervoert vloeibaar gemaakte gassen die niet worden genoemd in hoofdstuk 19 van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998., maar die wel een of meer van de eigenschappen, genoemd in artikel 1.2 van de onderscheidene IGC-Codes, bezitten slechts indien deze vermeld staan op het in het eerste lid bedoelde certificaat. Het vervoer van deze gassen geschiedt volgens de door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie aan die vermelding verbonden voorschriften.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Een aanvraag voor de vermelding van een vloeibaar gemaakt gas op een certificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt ingediend bij het Hoofd van de Scheepvaartinspectie.

  • 2 Indien de aanvraag een vloeibaar gemaakt gas als bedoeld in artikel 3, derde lid, betreft, worden bij de aanvraag in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

    • a. de juiste technische benaming van de stof of van de componenten van het mengsel,

    • b. in geval van een mengsel: de verhouding waarin de componenten voorkomen, en

    • c. de gevaren die de stof of het mengsel oplevert.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 De medische uitrusting, bedoeld in artikel 130h van het Schepenbesluit 1965, wordt op de gastankschepen, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, aangevuld met de navolgende hoeveelheid zuurstof:

    • a. 3 flessen met een inhoud van ten minste 2 liter, gevuld met zuurstof onder een druk van 200 bar als reserve voor de draagbare apparatuur, en

    • b. 1 fles met een inhoud van ten minste 40 liter, gevuld met zuurstof onder een druk van 200 bar, opgesteld nabij het hospitaal of verblijf waarin zich de ziekenkooi bevindt en zodanig aangesloten dat de beademingsapparatuur in het hospitaal of in het bedoelde verblijf zuurstof uit deze fles kan betrekken.

  • 2 De berging van de reservezuurstof geschiedt op een wijze die passend is in verband met het brandgevaar dat zuurstof onder druk kan opleveren.

  • 3 De bergruimte is ingericht om alle reserve-cilinders te bevatten. De 40-literfles is verticaal opgesteld.

  • 4 De inrichting van de bergruimte stemt zo veel mogelijk overeen met het hierna als voorbeeld geschetste.

Bijlage 36195.png
  • 5 De sleutel voor de afsluiter van de 40-literfles is opgeborgen bij de fles, met dien verstande dat deze sleutel tijdens het gebruik op de afsluiter is aangebracht. De sleutel van de afsluitbare deur is op een opvallende plaats binnen het hospitaal of binnen het verblijf waarin zich de ziekenkooi bevindt, opgeborgen.

  • 6 De hogedrukleiding is zo kort mogelijk. Indien door de ligging van het hospitaal of van het verblijf waarin zich de ziekenkooi bevindt, een korte verbinding niet mogelijk is, worden met betrekking tot de opstelling van zuurstofflessen de aanwijzingen van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie ter zake gevolgd.

  • 7 Bij ingebruikstelling wordt ervoor gezorgd dat de leidingen volkomen schoon en vetvrij zijn.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Op de in artikel 2, eerste en tweede lid, bedoelde schepen zijn aan dek op duidelijk aangegeven plaatsen een of meer ringdouches alsmede middelen voor het spoelen van de ogen aanwezig.

  • 2 De ringdouches zijn voorzien van een bediening door middel van een voetpedaal en zij zijn aangesloten op de zoetwaterleiding. Tijdens het laden en lossen zijn zij voor onmiddellijk gebruik gereed.

  • 3 De ringdouches en de middelen voor het spoelen van de ogen zijn onder alle weersomstandigheden te gebruiken.

  • 4 De middelen voor het spoelen van de ogen worden ten genoegen van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie uitgevoerd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Deze regeling is niet van toepassing op schepen die zijn overgeschreven van een scheepsregister in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Overeen-komst inzake de Europese Economische Ruimte naar een scheepsregister in Nederland, voorzover deze regeling voorschriften bevat die afwijken van de voorschriften die door een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel door of vanwege een staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte ter uitvoering van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998., zijn vastgesteld.

  • 2 Schepen als bedoeld in het eerste lid voldoen aan de voorschriften die een staat als bedoeld in het eerste lid ter uitvoering van onderscheidenlijk de IGC-Code 1986, de IGC-Code 1994 en de IGC-Code 1998., heeft vastgesteld, voorzover deze voorschriften afwijken van de voorschriften in deze regeling.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 1998.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling IGC-Code Schepenbesluit 1965.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die in Nederland ter inzage worden gelegd bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6 te Den Haag, en bij de Scheepvaartinspectie, ’s-Gravenweg 665 te Rotterdam. Van de terinzagelegging van de bijlagen in de Nederlandse Antillen en in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant, onderscheidenlijk de Landscourant van Aruba.

Den Haag, 23 april 1998

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven