Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 04-09-2009 t/m 31-12-2014

Besluit van 24 maart 1998, houdende het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 september 1997, nr. GZB/VVB/975144, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 8, onder b, en artikel 12 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 18 november 1997, no. W13.97.0626);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 maart 1998 met nummer GZB/VVB/98814, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder druiven: vruchten van Vitis Vinifera L.

  • 2 Dit besluit is niet van toepassing op een eet- of drinkwaar die rechtmatig is vervaardigd of in de handel is gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot een douane-unie strekkend Verdrag, dan wel rechtmatig is vervaardigd in een staat die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend Verdrag dat Nederland bindt.

Artikel 2

Het is verboden met gebruikmaking van de bij dit besluit aangegeven aanduidingen andere waren te verhandelen dan die waaraan die aanduidingen bij dit besluit zijn voorbehouden.

Artikel 3

De aanduiding azijn mag uitsluitend worden gebezigd voor een vloeibare waar die azijnzuur als kenmerkend bestanddeel bevat, met dien verstande dat het gehalte aan azijnzuur van de waar ten minste 4 gram per 100 ml bedraagt.

Artikel 4

De aanduiding mayonaise mag uitsluitend worden gebezigd voor een eetwaar bestaande uit een emulsie van het type olie in water, die ten minste 70% vet en ten minste 5% eigeel bevat.

Artikel 5

De aanduiding vruchtenwijn mag uitsluitend worden gebezigd voor een gegiste drank die is bereid uit het sap van ander fruit dan druiven, met een alcoholgehalte van ten minste 8,5 volumeprocenten bij 20°C.

Artikel 6

De aanduiding roomijs mag uitsluitend worden gebezigd voor consumptie-ijs dat bestemd is om in bevroren toestand te worden genuttigd, en dat:

  • geen ander vet bevat dan melkvet;

  • een melkvetgehalte heeft van ten minste 5%; en

  • geen ander eiwit bevat dan melkeiwitten.

Artikel 7

De aanduiding mosterd mag uitsluitend worden gebezigd voor een eetwaar die ten minste is samengesteld uit mosterdzaad of mosterdmeel, en azijn of een azijnzuurhoudende vloeistof, voor zover het gehalte aan droge stof ten minste 20%, en het gehalte aan mosterdolie ten minste 20% van de keukenzoutvrije droge stof bedraagt.

Artikel 7a

De aanduiding limonade of frisdrank mag uitsluitend worden gebezigd voor een drinkwaar die geen alcohol bevat, tenzij dit door een natuurlijk gistingsproces onbedoeld en onvermijdelijk aanwezig is tot een gehalte van ten hoogste 5 gram ethylalcohol per liter, en die bestaat uit:

  • water, natuurlijk mineraalwater of bronwater; en

  • suikers of zoetstoffen;

  • waaraan mogen zijn toegevoegd:

  • koolzuur;

  • aroma's;

  • eetbare bestanddelen van vruchten of planten; of

  • vruchten- of plantensappen.

Artikel 8

Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische en andere scheidingsmethoden, organoleptische bepalingsmethoden en detectiemethoden, alsmede de daartoe door een andere lid-staat van de Europese Unie aangewezen methoden.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 1998, met uitzondering van artikel 6 en artikel 7, die in werking treden met ingang van 1 mei 1998.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 maart 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Uitgegeven de eenendertigste maart 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven