Uitvoeringsreglement inzake aanvragen voor een financiële bijdrage voor de ontwikkeling en realisering van een lange speelfilm

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 04-05-2024.
Geldend van 03-07-1998 t/m 31-12-2010

Uitvoeringsreglement inzake aanvragen voor een financiële bijdrage voor de ontwikkeling en realisering van een lange speelfilm

Het bestuur van Stichting Nederlands Fonds voor de Film heeft besloten tot wijziging van de navolgende uitvoeringsreglementen. Deze reglementen luiden thans als volgt.

Ter uitvoering van artikel 2 lid 3 en artikel 6 lid 7 van het Bijdrage-Reglement van het Nederlands Fonds voor de Film geldt het volgende:

1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

1.1 In dit uitvoeringsreglement wordt onder een lange speelfilm verstaan een fictiefilm met een vertoningsduur van tenminste 60 minuten, bestemd voor vertoning in een bioscoop- of filmtheater.

1.2.1 Een aanvraag voor een financiële bijdrage ten behoeve van de scenario-ontwikkeling, de projectontwikkeling, de realisering en/of de afwerking van een lange speelfilm dient te worden ingediend door een producent.

1.2.2 Ingeval de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon, dient de natuurlijke persoon die deze rechtspersoon rechtsgeldig vertegenwoordigt en namens deze leiding geeft aan de scenario-ontwikkeling, projectontwikkeling, realisering of afwerking van de lange speelfilm, aantoonbare ervaring te hebben als producent.

1.3 De financiële bijdrage wordt verstrekt aan de producent.

1.4 Dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan treedt in werking op de tweede dag na die waarop dit uitvoeringsreglement of de wijziging in de Staatscourant is gepubliceerd.

1.5 Vanaf het moment van inwerkingtreding van dit uitvoeringsreglement of een wijziging hiervan, worden besluiten op aanvragen voor financiële bijdragen inzake films in de bijdragencategorie Lange Speelfilm alsmede andere door het Bestuur van het Fonds te nemen besluiten aangaande films in die bijdragencategorie overeenkomstig dit uitvoeringsreglement afgehandeld.

1.6 De thans geldende Voorwaarden voor het aanvragen van een financiële bijdrage voor de ontwikkeling en realisering van een lange speelfilm worden ingetrokken met ingang van het moment van inwerkingtreding van dit reglement.

2. Scenario-ontwikkeling Lange Speelfilm

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

2.1 De hoogte van een financiële bijdrage voor de scenario-ontwikkeling van een lange speelfilm wordt door het Bestuur per geval bepaald.

2.2 De maximale financiële bijdrage voor de scenario-ontwikkeling bedraagt f 65.000, ongeacht het aantal versies van het scenario en het aantal betrokken auteurs en producenten.

2.3 Het verstrekken van een financiële bijdrage voor de scenario-ontwikkeling voor een lange speelfilm bindt het Bestuur in geen geval tot het verlenen van enige andere bijdrage.

2.4.1 Ten hoogste 10% van de financiële bijdrage mag worden aangewend ter tegemoetkoming in de producersfee en de overheadkosten van de producent.

2.4.2 Indien het te ontwikkelen scenario wordt gebaseerd op een bestaand werk, kan de financiële bijdrage mede worden aangewend ter dekking van de kosten, verbonden aan (de verwerving van) een optie op de verfilmingsrechten van dat werk met een looptijd van tenminste een jaar.

2.5 Na oplevering van het scenario kan opnieuw een financiële bijdrage worden aangevraagd voor het herschrijven van het scenario met inachtneming van artikel 2.2 van dit uitvoeringsreglement.

2.6 Indien bij het (her)schrijven van het scenario de hulp van een specialist (script consultant) moet worden ingeroepen en/of ten behoeve daarvan een vertaling van het scenario in een vreemde taal noodzakelijk is, kan het Bestuur hiervoor een aanvullende bijdrage verstrekken met inachtneming van artikel 2.2 van dit reglement.

2.7 Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de scenario-ontwikkeling van een lange speelfilm dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

  • a. een ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde model;

  • b. een exemplaar van de synopsis en een toelichting van de maker(s) op het filmproject in de Nederlandse taal;

  • c. een begroting, waarin de met de scenario-ontwikkeling samenhangende kosten zijn gespecificeerd, alsmede de financiering hiervan;

  • d. een indicatie van de kosten van de realisering;

  • e. een overeenkomst danwel een intentieverklaring van de auteur(s) van het scenario en – voor zover van toepassing – van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit blijkt dat de producent bij oplevering van het scenario, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende zal zijn op de verfilmingsrechten daarop of tenminste over een – hernieuwbare – optie op deze verfilmingsrechten beschikt.

  • f. de stukken, waaruit een eigen investering van de producent en/of een investering door derden in de kosten, verbonden aan de scenario-ontwikkeling van de lange speelfilm, blijkt. Deze investering dient tenminste 20% van de begrote kosten te bedragen.

2.8.1 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de scenario-ontwikkeling van een lange speelfilm worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. de overige financiering van de scenario-ontwikkeling dient – voor zover van toepassing – ten genoege van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

  • b. de ontvanger van de financiële bijdrage dient een exemplaar van het scenario waarvoor de bijdrage wordt verleend aan het Bestuur te leveren binnen de termijn, die het Bestuur bepaalt in de beslissing op de aanvraag;

  • c. het scenario dient in de Nederlandse taal aan het Bestuur te worden opgeleverd binnen de sub b van dit artikellid genoemde termijn;

  • d. bij oplevering van het scenario dient de ontvanger van de financiële bijdrage aan te tonen, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende op de verfilmingsrechten op het scenario en – voor zover van toepassing – op het bestaande werk te zijn of tenminste over een – hernieuwbare – optie op deze verfilmingsrechten te beschikken;

2.8.2 Indien de ontvanger van de financiële bijdrage de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van de financiële bijdrage te wijzigen.

3. Projectontwikkeling Lange Speelfilm

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

3.1 Een projectontwikkelingsbijdrage wordt uitsluitend verleend met als doel de producent financieel te steunen in de zakelijke opzet van het filmproject en kan dienen ter tegemoetkoming in de kosten die gemoeid zijn met locatieresearch, casting, financieringsopzet, de opzet van een internationale coproductie, het (doen) verrichten van voorverkopen e.d.

3.2 De hoogte van een financiële bijdrage voor de projectontwikkeling van een lange speelfilm wordt door het Bestuur per geval bepaald.

3.3 De maximale financiële bijdrage voor de projectontwikkeling bedraagt f 20.000, ongeacht de tijdsduur van de projectontwikkeling en het aantal betrokken producenten.

3.4 Het verstrekken van een financiële bijdrage voor de projectontwikkeling van een lange speelfilm bindt het Bestuur in geen geval tot het verlenen van enige andere bijdrage.

3.5 Ten hoogste 10% van de financiële bijdrage mag worden aangewend ter tegemoetkoming in de producersfee en de overheadkosten van de producent.

3.6 Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de projectontwikkeling van een lange speelfilm dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

  • a. een ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde model;

  • b. een begroting, waarin de met de projectontwikkeling samenhangende kosten zijn gespecificeerd, alsmede de financiering hiervan;

  • c. een indicatie van de kosten van de realisering en afwerking van de lange speelfilm en van de financieringsopzet daarvan;

  • d. een planning voor de preproductie van de film;

  • e. een exemplaar van de synopsis en het scenario voor de lange speelfilm in de Nederlandse taal;

  • f. de overeenkomst tussen de producent en de auteur(s) van het scenario en – voor zover van toepassing – van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit blijkt dat de producent, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende is op de verfilmingsrechten daarop.

  • g. Een intentieverklaring van de regisseur waaruit blijkt dat deze beschikbaar en bereid is om zich te verbinden tot de realisering van de film;

  • h. de stukken, waaruit een eigen investering van de producent en/of een investering door derden in de kosten, verbonden aan de projectontwikkeling van de lange speelfilm, blijkt. Deze investering dient tenminste 30% van de begrote kosten te bedragen.

3.7.1 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de projectontwikkeling van een lange speelfilm wordt de volgende verplichting verbonden:

de overige financiering van de projectontwikkeling dient – voor zover van toepassing – ten genoege van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

3.7.2 Indien de ontvanger van de financiële bijdrage de in lid 1 van dit artikel genoemde verplichting niet of niet tijdig nakomt, is het Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van de financiële bijdrage te wijzigen.

4. Realisering/Afwerking Lange Speelfilm

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

4.1 De hoogte van een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een lange speelfilm wordt door het Bestuur per geval bepaald.

4.2.1 De maximale financiële bijdrage ten behoeve van de realisering en afwerking van een lange speelfilm bedraagt f 1.000.000.

4.2.2 Met betrekking tot internationale coproducties betrekt het Bestuur bij het bepalen van de bijdrage de omvang van de deelname van de Nederlandse producent in de kosten van ontwikkeling en realisering, alsmede van de aard van de Nederlandse inbreng in het project.

4.3 Eerder door het Bestuur verstrekte bijdragen van welke aard dan ook ten behoeve van dezelfde lange speelfilm, uitgezonderd bijdragen die zijn verstrekt voor de scenario-ontwikkeling, worden geacht deel uit te maken van de totale realiserings- of afwerkingsbijdrage voor deze lange speelfilm.

4.4 Het Bestuur verleent geen bijdrage voor de omzetting van een televisieserie naar een lange speelfilm, indien deze omzetting uitsluitend de distributie en vertoning van de speelfilmversie in Nederland tot doel heeft.

In afwijking hierop kan het Bestuur een bijdrage verlenen, indien de omzetting betrekking heeft op een jeugdtelevisieserie.

4.5 Om in aanmerking te komen voor een afwerkingsbijdrage mag de betreffende film niet geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid gebracht zijn of worden voordat het Bestuur een beslissing op de aanvraag heeft genomen. Uitzondering geldt voor de vertoning voor uitsluitend promotionele doeleinden van fragmenten van de film met een totale duur van ondergeschikte betekenis.

4.6 Bij de aanvraag voor een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een lange speelfilm dient de producent in ieder geval de volgende gegevens te overleggen:

  • a. een ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier van het door het Bestuur gehanteerde model;

  • b. een begroting volgens het door het Bestuur gehanteerde begrotingsmodel, behalve voor animatiefilmprojecten waarvoor een afwijkend begrotingsmodel kan worden gebruikt;

  • c. een gespecificeerd financieringsplan ter dekking van deze begroting;

  • d. een exemplaar van de synopsis en het scenario voor de lange speelfilm in de Nederlandse taal;

  • e. de overeenkomst tussen de producent en de auteur(s) van het scenario en – voor zover van toepassing – van het bestaande werk waarop het scenario is gebaseerd, waaruit blijkt dat de producent, al dan niet door middel van een exclusieve licentie, enig rechthebbende is op de verfilmingsrechten daarop.

  • f. Ingeval van een internationale coproductie dienen voorts te worden overgelegd:

    • de coproductie-overeenkomst(en);

    • een curriculum vitae van de coproducent(en);

4.7 Indien de aanvraag alleen de afwerking van een lange speelfilm betreft, dient naast een begroting van de totale kosten van de ontwikkeling en realisering van de film, een gespecificeerd overzicht van de afwerkingskosten te worden bijgevoegd. Tevens dient te worden aangetoond op welke wijze de kosten van de ontwikkeling en de realisering van de film gefinancierd zijn.

4.8 Ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag voor uitsluitend een afwerkingsbijdrage dient een werkkopie met geluid van de lange speelfilm voor vertoning beschikbaar te zijn.

4.9 Bij de aanvraag dient de producent tenminste reële vooruitzichten op theaterdistributie van de film in Nederland en bij voorkeur ook een uitzendintentie van een Nederlandse zendgemachtigde aan te tonen.

4.10.1 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de realisering of afwerking van een lange speelfilm worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. de overige financiering van het project dient ten genoege van het Bestuur te worden aangetoond aan de hand van schriftelijke bewijsstukken binnen een termijn van negen maanden na bekendmaking van de verlening van de financiële bijdrage;

  • b. de overeenkomst tussen de ontvanger van de financiële bijdrage en de regisseur van het project dient te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn en door het Bestuur te worden goedgekeurd;

  • c. Ingeval van een internationale coproductie dienen voorts de schriftelijke bewijsstukken met betrekking tot de financiering door de coproducent(en) te worden overgelegd binnen de sub a van dit artikellid genoemde termijn.

4.10.2 Aan de verlening van een financiële bijdrage voor de realisering van een lange speelfilm met een productiebudget van meer dan f 4.000.000 kan het Bestuur de verplichting verbinden dat voor de realisering van de film een Completion-bond wordt afgesloten.

4.10.3 Indien de ontvanger van de financiële bijdrage de in leden 1 en 2 van dit artikel genoemde verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, is het Bestuur bevoegd de verlening van de financiële bijdrage in te trekken of ten nadele van de ontvanger van de financiële bijdrage te wijzigen.

Naar boven