Instellingsbeschikking Begeleidingscommissie Project Mainportontwikkeling Rotterdam
(PMR)
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Staatssecretaris van Economische
Zaken;
Overwegende:
dat het kabinet met de projectbeslissing inzake ’Verkenning Ruimtetekort Mainport
Rotterdam’ aangeeft dat er op korte termijn een ruimtetekort is in de haven van Rotterdam;
dat het Kabinet bovenstaand overziende, heeft besloten een PKB/MER-procedure te starten,
die zich zal richten op een landaanwinning van ongeveer 1000 ha netto aaneengesloten
haven- en industrieterrein met een eigen zeehaventoegang én hoe uitwerking gegeven
kan worden aan de binnen ROM-Rijnmond afgesproken 750 ha natuur- en recreatiegebied.
Daarbij worden de mogelijkheden tot fasering onderzocht met als één van de varianten
500 ha droog. Uitbreidbaarheid in de toekomst dient (technisch) mogelijk te blijven.
Daarnaast zal onder andere een meest milieuvriendelijk alternatief en het alternatief:
’inbreiden’ in de haven van Rotterdam en het benutten van de thans bestaande en voorziene
mogelijkheden in zuid-west Nederland, worden onderzocht. Dit alternatief wordt in
de projectbeslissing nul-alternatief genoemd;
dat daarbij zal worden aangegeven op welke manier en in welk kader op evenwichtige
wijze uitwerking zal worden gegeven aan de in de aanvangsbeslissing geformuleerde
doelstelling ‐ versterking van mainport Rotterdam en verbetering van de leefomgeving
‐ én aan de samenhang van de eventuele uitbreiding van de Maasvlakte met de bestaande
haven en omgeving.