Besluit betreffende de wijziging van de wettelijke tijd in 1998, 1999, 2000 en 2001

[Regeling vervallen per 04-05-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 26-11-1997 t/m 03-05-2007

Besluit van 7 november 1997, betreffende de wijziging van de wettelijke tijd in 1998, 1999, 2000 en 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 19 september 1997, nr. BW97/U1478, Directoraat-generaal Openbaar Bestuur;

Gelet op de achtste richtlijn nr. 97/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juli 1997 inzake de bepalingen op het gebied van de zomertijd (PbEG 1997, L 206/62), alsmede op artikel 1, tweede lid, van de wet van 16 juli 1958, Stb. 352, tot nadere regeling van de wettelijke tijd;

De Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 1997);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 31 oktober 1997, kenmerk BW97/1758, Directoraat-generaal Openbaar Bestuur;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 04-05-2007]

De Midden-Europese zomertijd vangt in de jaren 1998, 1999, 2000 en 2001, aan op de laatste zondag van de maand maart om 02.00 uur en eindigt op de laatste zondag van de maand oktober om 03.00 uur.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 04-05-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 november 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven vijfentwintigste november 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven