Instellingsbeschikking stuurgroep Nationaal Onderzoekprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-11-1997 t/m heden

Instellingsbeschikking stuurgroep Nationaal Onderzoekprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Verkeer en Waterstaat (verder te noemen VW), Economische Zaken (verder te noemen EZ), Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (verder te noemen LNV), Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking (verder te noemen BuZa en OS), Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (verder te noemen OCW), en in overeenstemming met de Voorzitter van het Algemeen Bestuur van de Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk Onderzoek (verder te noemen NWO),

Gezien het besluit betreffende het Nationaal Onderzoekprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering van 30 oktober 1989 Stcrt. 1989,218, en het standpunt over dit programma d.d. 19 maart 1990 (Kamerstukken II, 1989/1990, 21611, nr. 1) en de Vervolgnota Klimaatverandering d.d. 24 juni 1996 (Kamerstukken II, 1995/96, 24 785, nr.1),

Overwegende dat het wenselijk is het Nationaal Onderzoekprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering te continueren ter onderbouwing van het nationaal en internationaal klimaatbeleid en de verankering van het klimaatonderzoek in de Nederlandse onderzoekswereld,

Besluit:

Artikel 2

Er is een stuurgroep Nationaal Onderzoekprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering (NOP-MLK).

Artikel 4

De stuurgroep bestaat uit:

  • a. een voorzitter, tevens lid, zijnde de Directeur Lucht en Energie van DGM/VROM;

  • b. een vice-voorzitter, tevens lid, zijnde de directeur van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI);

  • c. een secretaris, tevens lid, te benoemen door de Minister van VROM;

  • d. een lid, zijnde de themacoördinator Klimaatverandering van DGM/VROM;

  • e. een lid, te benoemen door de Minister van VW;

  • f. twee leden, te benoemen door de Minister van EZ;

  • g. twee leden, te benoemen door de Minister van LNV;

  • h. een lid, te benoemen door de Ministers van BuZa en OS;

  • i. een lid, te benoemen door de Minister van OCW;

  • j. een lid, te benoemen door NWO;

  • k. twee leden te benoemen door de Vereniging Verbond van Nederlandse Ondernemers - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (VNO-NCW) via het Bureau Milieuzaken (BMRO);

  • l. twee leden te benoemen door de Stichting Natuur en Milieu.

De stuurgroep kan besluiten aan de stuurgroep leden toe te voegen uit maximaal twee andere maatschappelijke organisaties, die ieder één lid benoemen.

Artikel 5

De stuurgroep laat zich bij zijn werkzaamheden bijstaan door:

  • a. Het Programmabureau NOP-MLK van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (verder te noemen het Programmabureau). Het Programmabureau is in opdracht van de stuurgroep verantwoordelijk voor de uitvoering van het NOP-MLK. Het Programmabureau draagt zorg voor de algemene coördinatie van zowel de planning als de uitvoering van het onderzoek. De uitvoering van het onderzoek vindt plaats in de vorm van onderzoeksprojecten. Nadat de stuurgroep de voorstellen voor deze onderzoeksprojecten heeft goedgekeurd, geeft het RIVM deze projecten in opdracht aan derden, behoudens universiteiten en para-universitaire instellingen.

  • b. NWO, dat zorg draagt voor de opdrachtverlening van het universitaire en para-universitaire onderzoek. De samenwerking met het Programmabureau NOP-MLK van het RIVM is neergelegd in een convenant tussen RIVM en NWO.

  • c. De Programmacommissie NOP-MLK (verder te noemen de Programmacommissie). De Programmacommissie is het inhoudelijke adviesorgaan van de stuurgroep. De hoofdtaak van de Programmacommissie is het zorgdragen voor de inhoudelijke kwaliteitsbewaking, de onderzoeksprogrammering, de globale inhoudelijke projectformulering en de inhoudelijke beoordeling der onderzoeksresultaten. Voorzitter en leden van de Programmacommissie worden benoemd door de voorzitter van de stuurgroep na raadpleging van de leden van de stuurgroep. De Programmacommissie wordt bijgestaan door vier Programmeringsgroepen. De voorzitters van deze Programmeringsgroepen zijn lid van de Programma-commissie. Het Programmabureau verzorgt de secretariaten van Programma-commissie en Programmeringsgroepen.

Artikel 6

De verdeling van de taken en bevoegdheden, de wijze van benoeming, de werkwijze, de besluitvorming, het afleggen van verantwoording door de Programmacommissie, de Programmeringsgroepen en het Programmabureau, en de financiële relaties tussen DGM/VROM, NWO en RIVM worden, voor zover niet geregeld in dit instellingsbesluit, neergelegd in een door de stuurgroep vast te stellen of te wijzigen reglement genaamd ’Structuur en Beheer van NOP-2’ in goed overleg met de betrokken partijen.

Artikel 7

De stuurgroep is bevoegd, met inachtneming van dit besluit, nadere regels te stellen met betrekking tot zijn eigen werkwijze.

Artikel 8

De stuurgroep stelt aan het begin van de programmaperiode van fase 2 van het programma NOP-MLK, welke loopt van 1995 tot en met 2001, een meerjaren-onderzoekprogramma op met de daarbij behorende doelstellingen. Aan het einde van de programmaperiode brengt de stuurgroep rapport uit over de behaalde resultaten aan de betrokken ministers. Daarbij wordt het onderzoekprogramma geëvalueerd en getoetst aan de doelstellingen van het NOP-MLK. De stuurgroep kan hierover advies vragen aan derden.

Artikel 9

  • 1 Dit besluit treedt in werking op 1 november 1997.

  • 2 Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de ministers die het aangaat, de voorzitter van de stuurgroep, de organisaties die leden van de stuurgroep benoemen, de Directeur-Generaal van het RIVM, het Hoofd van het Programmabureau, de voorzitter van de Programmacommissie, en de voorzitters der Programmeringsgroepen.

’s-Gravenhage, 31 oktober 1997

De

Minister

van Volkshuisvesting,

M. de Boer

Naar boven