Instellingsregeling tijdelijke commissie committee on multi media in teacher training 2 (Committ 2)

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-04-1997 t/m 30-12-2004

Instellingsregeling tijdelijke commissie committee on multi media in teacher training 2 (Committ 2)

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen

Besluit:

tot de instelling van de tijdelijke commissie Committee on multi media in teacher training 2 (Committ 2).

§ 1. Instelling, taak en kader

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Er is een tijdelijke commissie, de Committee on multi media in teacher training 2 (Committ 2), verder te noemen de commissie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De taak van de commissie is:

  • 1. Experimentele lerarenopleidingen:

    • a. tender-procedure uitzetten voor de totstandkoming van experimentele lerarenopleidingen voor het basis- en voortgezet onderwijs: eisen aan de experimentele lerarenopleidingen formuleren, tijdpad uitzetten, offertes beoordelen en de minister daarover adviseren.

    • b. begeleiden van de uitvoering van de experimentele lerarenopleidingen.

    • c. een zodanige procedure voor de totstandkoming van de experimentele lerarenopleidingen volgen, dat deze vanaf 1998 operationeel zijn.

  • 2. Emergent practice projecten:

    • a. hogescholen aanzetten tot het opzetten en uitvoeren van emergent practice projecten gedurende de jaren 1997, 1998 en 1999. Voor zover financiering daarvan met de zogenaamde Pabo-up-middelen en met middelen uit het studeerbaarheidsfonds geschiedt voorkomen dat projecten elkaar overlappen en er op toezien dat de projecten volledig dekkend zijn ten aanzien van het gehele curriculum van de lerarenopleidingen. Voor zover financiering daarvan uit andere middelen geschiedt daarvoor een tender-procedure uitzetten.

    • b. hogescholen adviseren over en begeleiden bij de uitvoering van de emergent practice projecten.

    • c. de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, hierna te noemen de minister, over de uitvoering van de emergent practice projecten informeren en daarover aan hem rapporteren.

  • 3. Technische specificaties: technische standaarden voor netwerkvoorzieningen, hard- en software ten behoeve van de lerarenopleidingen onderling en ten behoeve van de aansluiting tussen lerarenopleidingen en scholen ontwerpen en hierover aan de minister rapporteren.

  • 4. Regionale centra voor onderwijstechnologie:

    • a. de inrichting van regionale centra voor onderwijstechnologie voor de lerarenopleidingen voor het basis- en voortgezet onderwijs begeleiden en daarover aan de minister rapporteren.

    • b. een zodanige procedure voor de totstandkoming van de regionale centra voor onderwijstechnologie volgen dat deze vanaf de tweede helft van 1997 in toenemend aantal operationeel worden.

  • 5. Monitoring, evaluatie en kennisoverdracht:

    • de uitvoering van de bovenstaande vier onderdelen van het programma met onderzoek begeleiden, evalueren en zorgen voor kennisoverdracht van, naar en tussen alle betrokken partijen.

    Een meer gedetailleerd overzicht van de taken van de commissie is opgenomen in bijlage 1, die onlosmakelijk met deze instellingsbeschikking verbonden is (hierna te noemen de bijlage).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het kader van de advisering door de commissie wordt bepaald door de brief van de minister aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 11 december 1996 (kenmerk HBO/AS-96032380).

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie dient uiterlijk op 1 augustus 1999 haar eindrapport in. Daarvóór dient de commissie elk kwartaal een voortgangsrapport bij de minister in.

§ 2. Samenstelling en werkwijze

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 6 De leiding van de commissie bestaat uit: .....

  • 7 Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • .....;

    • een lid van het beoogde Centrum voor ICT in het Onderwijs;

    • .....;

    • .....;

    • een studentlid;

    • .....;

  • 8 De minister kan zo nodig de commissie met nieuwe leden uitbreiden.

  • 9 De commissie wordt ondersteund door een secretariaat dat wordt gevoerd door:`

    ....., meer in het bijzonder belast met monitoring;

    ....., meer in het bijzonder belast met supervisie over de programma-uitvoering.

  • 10 De werkwijze van de commissie is neergelegd in de bijlage.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie bepaalt binnen het conform artikel 12 goedgekeurde budget haar eigen werkwijze. De commissie wordt bijgestaan door een contactpersoon van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (verder te noemen het ministerie).

Artikel 7

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De voorlichting en de publiciteit over de werkzaamheden en de producten van de commissie geschieden onder verantwoordelijkheid van de minister.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De commissie kan ten behoeve van haar werk deskundigen raadplegen, waaronder - op persoonlijke titel - ambtelijke deskundigen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het rapport van de commissie wordt opgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de leden. Afwijkende opvattingen, die door een minderheid van de leden van de commissie ter sprake zijn gebracht, worden desgewenst in het rapport weergegeven. De commissie biedt haar rapport aan de minister aan.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij of zij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem of haar tot bekendmaking verplicht op uit zijn of haar taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel11.

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het beheer van de stukken van de commissie geschiedt met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het besluit algemene secretariële aangelegenheden rijksadministratie (Staatsblad 1980 nummer 182) overeenkomstig de bij het ministerie geldende regels. Na opheffing van de commissie wordt het archief overgedragen aan de onderafdeling centrale archiefbewaarplaats van het ministerie.

§ 3. Financiën

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De voorzitter en de leden ontvangen per vergadering een beloning op basis van het Vacatiegeldenbesluit (Kb 18 april 1988, Stb. 205) en de daarop gebaseerde regeling Aanscherping toepassing vacatiegeldenbesluit (7 juni 1995, P&O, POZ-95015118), waarbij de commissie als zware commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit wordt aangemerkt.

De commissie dient voor aanvang van de werkzaamheden ter goedkeuring aan de minister een gespecificeerde begroting in waarin ten minste worden vermeld:

  • de uitgaven ten behoeve van het verlenen van faciliteiten aan de leden, uitgesplitst per persoon;

  • de kosten van eventuele diensten van derden;

  • de overige uitgaven, onderscheiden naar kostensoorten.

De voor het functioneren van de commissie noodzakelijk geachte kosten komen binnen de goedgekeurde begroting ten laste van de begroting van het ministerie.

De commissie legt uiterlijk twee maanden na afloop van haar werkzaamheden rekening en verantwoording af aan de minister van de gedane uitgaven.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze beschikking treedt in werking op de dag van de poststempel en werkt terug tot 1 maart 1997.

Afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

dr.ir. J.M.M. Ritzen

Naar boven