Artikel 1. Aanspraken van inwoners van Nederland
Aan het op 27 september 1993 tussen Nederland en Mexico gesloten Verdrag tot het vermijden
van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking
tot belastingen naar het inkomen (Trb. 1993, nr. 160), kunnen inwoners van Nederland
onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes
vermelde artikelen van het Verdrag en onderdelen van het Protocol:
-
a. vermindering tot 15 percent van de Mexicaanse belasting op dividenden, betaald door
een lichaam dat inwoner van Mexico is aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk
gerechtigde daarvan is (artikel 10, tweede lid, onderdeel b);
-
b. vermindering tot 5 percent van de Mexicaanse belasting op dividenden betaald door
een lichaam dat inwoner van Mexico is aan een lichaam dat inwoner van Nederland is,
indien dat lichaam de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is en het middellijk
of onmiddellijk ten minste 10 percent beheerst van het kapitaal van het Mexicaanse
lichaam dat de dividenden betaalt (artikel 10, tweede lid, onderdeel a);
-
c. algehele vrijstelling van de Mexicaanse belasting op dividenden betaald door een
lichaam dat inwoner van Mexico is aan een lichaam dat inwoner van Nederland is, indien
dat lichaam de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is en het middellijk of
onmiddellijk ten minste 10 percent beheerst van het kapitaal van het Mexicaanse lichaam
dat de dividenden betaalt en zolang dat lichaam op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting
en toekomstige wijzigingen daarop ter zake van die dividenden niet aan de Nederlandse
vennootschapsbelasting wordt onderworpen (onderdeel VII van het Protocol);
-
d. algehele vrijstelling van Mexicaanse belasting op interest, afkomstig uit Mexico
en voor zover deze interest wordt betaald:
-
1. ter zake van een obligatie, schuldbewijs of soortgelijke verplichting van de Regering
van Mexico, de Centrale Bank van Mexico, een staatkundig onderdeel of plaatselijk
publiekrechtelijk lichaam daarvan (artikel 11, derde lid, onderdeel a);
-
2. ter zake van een obligatie, schuldbewijs of soortgelijke verplichting aan de Regering
van Nederland, de Centrale Bank van Nederland (Nederlandsche Bank NV), een staatkundig
onderdeel of publiekrechtelijk lichaam daarvan (artikel 11, derde lid, onderdeel b);
-
3. ter zake van leningen op preferentiële voorwaarden, bedoeld ter bevordering van de
ontwikkeling en export, met een looptijd van drie jaren of meer, en gegarandeerd of
verzekerd door de Regering van Nederland, de Centrale Bank van Nederland (Nederlandsche
Bank NV) of enig agentschap dat of enige instantie (waaronder begrepen een financiële
instelling) die eigendom is van de Nederlandse Regering (artikel 11, derde lid, onderdeel
c).
De bepalingen van dit punt zijn van toepassing op de Nederlandse Financieringsmaatschappij
voor Ontwikkelingslanden NV en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden
NV. De bevoegde autoriteiten kunnen in onderling overleg andere agentschappen of instanties
aanwijzen, waarop de bepalingen van dit punt in elk geval van toepassing zijn (onderdeel
IX, vierde lid, van het Protocol);
-
4. aan een erkend pensioenfonds in Nederland (artikel 11, derde lid, onderdeel d).
Een pensioenfonds dat als zodanig erkend is in Nederland en waarvan het inkomen in
het algemeen is vrijgesteld van belasting in Nederland zal als inwoner van Nederland
worden beschouwd. Als zulk een pensioenfonds zal worden beschouwd elk pensioenfonds
dat in Nederland erkend is en volgens de Nederlandse wettelijke bepalingen onder toezicht
staat (onderdeel I van het Protocol);
-
e. vermindering tot 10% van de Mexicaanse belasting op interest afkomstig uit Mexico
en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is
ter zake van:
-
1. elke lening van welke soort dan ook die verstrekt is door een bank of enige andere
financiële instelling, met inbegrip van investeringsbanken en spaarbanken, en verzekeringsmaatschappijen
(onderdeel IX, eerste lid, letter A, sub i, van het Protocol);
-
2. obligaties en waardepapieren die in wezenlijke mate en regelmatig worden verhandeld
aan een erkende effectenbeurs (onderdeel IX, eerste lid, letter A, sub ii, van het
Protocol);
-
f. vermindering tot 5 percent van de Mexicaanse belasting op interest afkomstig uit
Mexico en betaald na 13 oktober 1999 aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk
gerechtigde daarvan is ter zake van:
-
1. elke lening van welke soort dan ook die verstrekt is door een bank, met inbegrip
van investeringsbanken en spaarbanken en verzekeringsmaatschappijen (onderdeel IX,
eerste lid, letter B, onderdeel a, sub i, van het Protocol);
-
2. obligaties en waardepapieren die in wezenlijke mate en regelmatig worden verhandeld
aan een erkende effectenbeurs (onderdeel IX, eerste lid, letter B, onderdeel a, sub
ii, van het Protocol).
In afwijking van het vorenstaande bedraagt het percentage echter 10 percent indien
de uiteindelijk gerechtigde niet een persoon is als beschreven in dit onderdeel in
geval van rente:
-
1. betaald door een bank, met inbegrip van investeringsbanken en spaarbanken (onderdeel
IX, eerste lid, letter B, onderdeel b, sub i, van het Protocol);
-
2. betaald door de koper van machines en uitrusting aan een uiteindelijk gerechtigde
die de verkoper van die machines of uitrusting is in samenhang met een verkoop op
krediet (onderdeel IX, eerste lid, letter B, onderdeel b, sub ii, van het Protocol).
De bepalingen van dit onderdeel zijn slechts van toepassing zolang Nederland op grond
van zijn nationale wetgeving geen bronbelasting heft op interest betaald aan een inwoner
van Mexico (onderdeel IX, eerste lid, laatste volzin, van het Protocol).
Voor de toepassing van de onderdelen e, punt 2, en f, punt 2, betekent de uitdrukking
’erkende effectenbeurs’:
-
1. in het geval van Nederland: effectenbeurzen die zijn erkend op grond van artikel
16 van de Wet Toezicht Effectenverkeer (onderdeel IX, tweede lid, onderdeel a, van
het Protocol);
-
2. in het geval van Mexico: effectenbeurzen die voldoen aan de voorwaarden van de Wet
op de Effectenbeurs (Mercado de Valores) van 2 januari 1975 (onderdeel IX, tweede
lid, onderdeel b, van het Protocol);
-
3. elke andere effectenbeurs waarover de bevoegde autoriteiten van de beide Staten overeenstemming
bereiken (onderdeel IX, tweede lid, onderdeel c, van het Protocol).
Ingeval Mexico voornemens is de voordelen van de onderdelen e en f, te ontzeggen in
verband met het vereiste van ’in wezenlijke mate en regelmatig worden verhandeld’,
als genoemd in de onderdelen e, punt 2, en f, punt 2, zal zijn bevoegde autoriteit
van te voren met de bevoegde autoriteit van Nederland overleggen, teneinde in onderlinge
overeenstemming vast te stellen of de bepaling van de onderdelen e en f van toepassing
is (onderdeel IX, derde lid, van het Protocol);
-
g. vermindering tot 15 percent van de Mexicaanse belasting op niet onder de onderdelen
e en f vallende interest, afkomstig uit Mexico en betaald aan een inwoner van Nederland,
die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 11, tweede lid);
-
h. vermindering tot 10 percent van de Mexicaanse belasting op royalties, afkomstig uit
Mexico en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan
is, zolang Nederland op grond van zijn nationale wetgeving geen bronbelasting van
royalty’s heft (onderdeel XI, eerste lid, van het Protocol);
-
i. vermindering tot 15 percent van de Mexicaanse belasting op niet onder onderdeel h
vallende royalty’s, afkomstig uit Mexico en betaald aan een inwoner van Nederland
die de uiteindelijke gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede lid).
De uitdrukking ’royalty’s’, zoals gebezigd in de onderdelen h en i, betekent vergoedingen
van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht
op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap waaronder begrepen
bioscoopfilms, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model,
een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, dan wel voor het gebruik van,
of voor het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke
uitrusting, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid,
handel of wetenschap. De uitdrukking ’royalty’s’ omvat mede voordelen verkregen uit
de vervreemding van al deze rechten of dit eigendom, welke afhankelijk zijn van de
produktiviteit of het gebruik daarvan (artikel 12, derde lid).
Niettegenstaande de bepalingen van de onderdelen h en i, mag Mexico zijn activabelasting
heffen van activa als genoemd in artikel 12, derde lid, die beschikbaar zijn gesteld
door inwoners van Nederland aan in-woners van Mexico die aan die belasting onderworpen
zijn. In dat geval verleent Mexico een aftrek van de activabelasting ter grootte van
die activa tot een bedrag, dat gelijk is aan de inkomstenbelasting die geheven zou
zijn van de royalty’s betaald voor het beschikbaar stellen van die activa bij toepassing
van het belastingtarief in zijn nationale wetgeving als ware deze bepaling niet van
toepassing. Ingeval na de vermindering met deze aftrek de activabelasting van de activa
niettemin zou uitgaan boven het bedrag aan belasting dat in overeenstemming met de
bepalingen van de onderdelen h en i mag worden geheven, zullen de bevoegde autoriteiten
met elkaar overleggen om te trachten de aldus resulterende hogere belasting uit te
sluiten (onderdeel XI, tweede lid, van het Protocol).
De in de onderdelen a, b, e, f, g, h en i vermelde verminderingen zijn te berekenen
over het brutobedrag van de dividenden, interest en royalty’s.
De in de onderdelen a, b, e, f, g, h en i vermelde verminderingen zijn niet van toepassing
indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, de interest of de royalty’s
in Mexico een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting,
of in Mexico zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt,
en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de vordering
uit hoofde waarvan de interest wordt betaald, of het recht of de zaak uit hoofde waarvan
de royalty’s worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of
tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort (artikel 10, vijfde lid respectievelijk
artikel 11, vijfde lid, en artikel 12, vierde lid).