Wijzigingswet Wet op de telecommunicatievoorzieningen en het Wetboek van Strafvordering [...] en apparatuur voor satellietgrondstations)

[Regeling vervallen per 13-12-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 28-11-1997 t/m 12-12-2006

Wet van 21 februari 1997, houdende wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en het Wetboek van Strafvordering in verband met de volledige wederzijdse erkenning van goedkeuringen van randapparatuur en van apparatuur voor satellietgrondstations

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 91/263/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1991, inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge erkenning van de conformiteit van de apparatuur (PbEG L 128), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993, tot wijziging van de richtlijnen 87/404/EEG (drukvaten van eenvoudige vorm), 88/378/EEG (veiligheid van speelgoed), 89/106/EEG (voor de bouw bestemde produkten), 89/336/EEG (elektromagnetische compatibiliteit), 89/392/EEG (machines), 89/686/EEG (persoonlijke beschermingsmiddelen), 90/384/EEG (niet-automatische weegwerktuigen), 90/385/EEG (actieve implanteerbare medische hulpmiddelen), 90/396/EEG (gastoestellen), 91/263/EEG (eindapparatuur voor telecommunicatie), 92/42/EEG (nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels) en 73/23/EEG (elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen) (PbEG L 220), en zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 93/97/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 oktober 1993, houdende aanvulling van richtlijn 91/263/EEG wat de apparatuur voor satellietgrondstations betreft (PbEG L 290), alsmede gelet op richtlijn nr. 94/46/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 oktober 1994, tot wijziging van richtlijn 88/301/EEG en richtlijn 90/388/EEG met name met betrekking tot satellietcommunicatie (PbEG L 268), noodzakelijk is de Wet op de telecommunicatievoorzieningen aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGINGEN IN DE WET OP DE TELECOMMUNICATIEVOORZIENINGEN

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

[Red: Wijzigt de Wet op de telecommunicatievoorzieningen.]

ARTIKEL II

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]

ARTIKEL III

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]

ARTIKEL IV

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

Artikel 29b van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen zoals dit komt te luiden na inwerkingtreding van deze wet, is niet van toepassing ten aanzien van:

  • a. randapparatuur waarvoor, in overeenstemming met richtlijn nr. 86/361/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1986 betreffende de eerste fase van de wederzijdse erkenning van goedkeuringen van eindapparatuur voor telecommunicatie (PbEG L 217), voor 6 november 1992 een typegoedkeuring is verleend;

  • b. randapparatuur waarvoor in de periode tussen 6 november 1992 en het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, op grond van richtlijn nr. 91/263/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge erkenning van de conformiteit van de apparatuur (PbEG L 128), een goedkeuring is verleend.

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Lech, 21 februari 1997

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven twintigste maart 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven