Erkenningsregeling geschillencommissies consumentenklachten 1997

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 19-10-2012 t/m heden

Erkenningsregeling geschillen- commissies consumentenklachten 1997

De Minister van Justitie,

Overwegende, dat het gewenst is een goede consumentenklachtenbehandeling te bevorderen;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • b. consument: een afnemer van niet voor een beroep of bedrijf bestemde goederen of diensten;

  • c. consumentenklacht: een geschil tussen een consument en een ondernemer c.q. dienstverlener dat door die consument aan die ondernemer c.q. dienstverlener kenbaar is gemaakt en waarover tussen partijen is overeengekomen dat zij dat onderwerpen aan het oordeel van een geschillencommissie;

  • d. geschillencommissie: een commissie, die uitspraken doet in de vorm van arbitrage of bindend advies in geschillen, die hun oorsprong vinden in consumentenklachten;

  • e. bij een geschillencommissie aangesloten ondernemer: een ondernemer, die zich heeft verplicht zich aan de uitspraken van een geschillencommissie te onderwerpen;

  • f. branche: de ondernemers, die dezelfde groepen produkten of diensten aanbieden, hetzelfde distributiesysteem toepassen of een andere verwantschap vertonen die aansluiting bij eenzelfde geschillencommissie rechtvaardigt;

  • g. Stichting: de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC), zijnde de overkoepelende organisatie voor instelling en instandhouding van erkende onafhankelijke geschillencommissies voor consumentenklachten.

Artikel 2

De Minister erkent een geschillencommissie op een overeenkomstig artikel 5 ingediende aanvraag en met inachtneming van het bepaalde in deze regeling, indien deze commissie naar zijn oordeel in voldoende mate zal bijdragen tot het oplossen van geschillen, die hun oorsprong vinden in consumentenklachten en indien deze commissie voldoet aan het bepaalde in § 2.

§ 2. Eisen ten aanzien van erkenning

Artikel 3

  • 1 De bij de geschillencommissie aangesloten ondernemers dienen tot dezelfde branche te behoren.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde ondernemers dienen, voor zover het betreft de overeenkomsten die zij met consumenten sluiten, in hun branche naar het oordeel van de Minister een groep van voldoende betekenis te vormen.

  • 3 De geschillencommissie dient open te staan voor aansluiting door iedere tot de branche behorende ondernemer.

  • 4 De geschillencommissie dient zich voor erkenning aan te sluiten bij de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC).

  • 5 De Stichting stuurt een schriftelijk verzoek tot erkenning van de bij de Stichting aan te sluiten geschillencommissie aan de Minister.

Artikel 4

  • 1 De samenstelling van de geschillencommissie geschiedt met inachtneming van de volgende voorschriften:

    • a. de geschillencommissie bestaat uit één lid, dan wel uit een oneven aantal leden;

    • b. indien de geschillencommissie uit één lid bestaat, dient deze de hoedanigheid van meester in de rechten te bezitten;

    • c. indien de geschillencommissie uit meerdere leden bestaat, dient:

      ‐ de voorzitter onafhankelijk te zijn van de overige leden die in de commissie zijn vertegenwoordigd;

      ‐ de voorzitter dan wel de secretaris de hoedanigheid van meester in de rechten te bezitten;

    • d. aan geen der bij het geschil betrokken partijen dient een bevoorrechte positie bij de samenstelling van de geschillencommissie te worden toegekend;

    • e. de bij de benoeming van een lid van de geschillencommissie te volgen procedure dient schriftelijk te zijn vastgelegd.

  • 2 De bij de behandeling van geschillen te volgen procedure dient schriftelijk te zijn vastgelegd en te bevatten:

    • a. een duidelijke omschrijving van de geschillen, die kunnen worden behandeld;

    • b. aanduiding van de wijze waarop een geschil aanhangig moet worden gemaakt en regels omtrent de termijn binnen welke dit moet plaatsvinden;

    • c. regels omtrent de mogelijkheid van wraking van een lid van de geschillencommissie door partijen, op grond van feiten of omstandigheden die een onpartijdig of onafhankelijk oordeel van dat lid zouden bemoeilijken;

    • d. regels omtrent de wijze waarop de wederpartij op de hoogte zal worden gesteld van het aanhangig maken van het geschil en van de behandeling daarvan door de commissie;

    • e. de mogelijkheid voor alle betrokken partijen op voet van gelijkheid hun standpunt mondeling of schriftelijk, desgewenst met bijstand van derden, kenbaar te maken en kennis te nemen van alle standpunten en alle feiten die door de andere partij naar voren zijn gebracht en eventueel van de verklaringen van getuigen en deskundigen;

    • f. de mogelijkheid om een deskundige een advies te laten uitbrengen;

    • g. de mogelijkheid om getuigen en deskundigen te horen;

    • h. [Red: vervallen;]

    • i. de mogelijkheid dat de commissie een minnelijke schikking tussen partijen beproeft;

    • j. regels omtrent de wijze waarop de besluitvorming in de commissie plaatsvindt;

    • k. regels omtrent de vaststelling van de hoogte van het bedrag, dat, zo dit is verschuldigd, bij het aanhangig maken van het geschil dient te worden voldaan;

    • l. regels omtrent de mogelijkheid om partijen in de kosten van de behandeling van een geschil te veroordelen en vaststelling van een hierbij geldend maximumbedrag;

    • m. regels omtrent vorm, inhoud en bekendmaking van de uitspraak waarbij de bepaling opgenomen dient te zijn dat de uitspraak schriftelijk moet worden gedaan, met redenen omkleed moet zijn, moet zijn ondertekend en schriftelijk aan partijen moet worden meegedeeld;

    • n. indien beroep van een uitspraak mogelijk is: regels omtrent het mededelen van de mogelijkheid van beroep, de wijze en termijn van het instellen, alsmede de behandeling van dit beroep.

  • 3 De Stichting publiceert een jaarverslag over de werkzaamheden van de geschillencommissies. Het jaarverslag verschaft inzicht in aard en aantal geschillen dat aan de geschillencommissies is voorgelegd.

§ 3. Aanvraag voor erkenning

Artikel 5

  • 1 Een aanvraag voor erkenning van een geschillencommissie dient bij de Minister te worden ingediend.

  • 2 De aanvraag dient informatie te bevatten over het aantal en marktaandeel van de bij de geschillencommissies aangesloten ondernemers en van gegevens waaruit blijkt dat aan het bepaalde in paragraaf 2 is voldaan.

Artikel 6

De Minister beslist op de aanvraag binnen 6 maanden nadat de aanvraag is ingediend. Van de beslissing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

§ 4. Erkenning

Artikel 7

  • 1 Een erkenning van een geschillencommissie geschiedt onder de volgende voorwaarden:

    • a. [Red: vervallen;]

    • b. de geschillencommissie dient desgevraagd wijzigingen in de gegevens als bedoeld in artikel 5, tweede lid, zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de Minister door te geven.

  • 2 Aan de erkenning kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.

§ 5. Intrekking van erkenning

Artikel 8

  • 1 De Minister kan een erkenning intrekken:

    • a. Indien bij de aanvraag om erkenning zodanig onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt dat de Minister bij de beslissing op een aanvraag om erkenning een andere beslissing zou hebben genomen indien hem de juiste informatie was verstrekt;

    • b. indien naar zijn oordeel de geschillencommissie niet in voldoende mate bijdraagt tot het oplossen van geschillen die hun oorsprong vinden in consumentenklachten;

    • c. indien niet langer wordt voldaan aan de ten tijde van de erkenning van de geschillencommissie gestelde eisen ten aanzien van erkenning;

    • d. indien niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 7 gestelde voorwaarden.

  • 2 Alvorens een beslissing tot intrekking te nemen hoort de Minister de geschillencommissie dan wel één of meer vertegenwoordigers daarvan, alsmede de overige naar zijn oordeel belanghebbenden.

Artikel 9

Van een beslissing tot intrekking van een erkenning van een geschillencommissie wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 december 1996

W. Sorgdrager

Naar boven