Aanpassing voorschriften ingevolge het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (1996)

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 24-06-1996 t/m heden

Aanpassing voorschriften ingevolge het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (1996)

Circulaire aan de Ministers

I. Inleiding/managementinformatie

In deze circulaire worden de verrekeningsbedragen betreffende inwoning, verwarming, energie en water bekendgemaakt, zoals deze per 1 juli 1996 gaan gelden. Voor de ambtenaar voor wie reeds inhoudingen op grond van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel via het IPA-salarissysteem plaatsvinden, zullen de onderhavige wijzigingen voor zover van toepassing automatisch worden aangepast.

II. Aanpassing verrekeningsbedrag inwoning per 1 juli 1996

In verband met de aanpassing van huren per 1 juli 1996 wordt het maximale verrekeningsbedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel met 4% verhoogd. Hierdoor wordt het betreffende verrekeningsbedrag voor inwoning per 1 juli 1996 vastgesteld op f 355,00 (was f 341,00).

De bedragen van de huurwaarde van dienstwoningen, die mede van belang zijn ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, dienen naar van de zijde van de Belastingdienst is vernomen per 1 juli 1996 eveneens met 4% te worden verhoogd.

Woningen welke op of na 1 juli 1995 gereed zijn gekomen vallen buiten deze verhoging.

In afwijking van het vorenstaande dient een extra huurverhoging in aanmerking te worden genomen in gevallen waarin de economische huurwaarde van een dienstwoning, behalve door de algemene verhoging van 4%, mede door andere factoren is beïnvloed, bijvoorbeeld als gevolg van een door of vanwege de inhoudingsplichtige aangebrachte verbetering aan de dienstwoning.

III. Maximumverrekeningsbedragen verwarming, electriciteit e.d.

De maximumverrekeningsbedragen voor het van rijkswege verstrekte genot van verwarming, electrische energie e.d. genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b tot en met e, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel worden, overeenkomstig de gebruikelijke systematiek, aangepast aan de hand van de prijsontwikkeling in de periode van april 1995 tot april 1996.

Dit leidt ertoe dat bedoelde bedragen per 1 juli 1996 als volgt wijzigen:

Verstrekking

huidig

bedrag

nieuw

bedrag

Verwarming van de woning

f 86,00

f 87,00

Energie voor kookdoeleinden

f 33,00

f 35,00

Electrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden

f 27,00

f 31,00

Leidingwater

f 25,00

f 27,00

Met het in afschrift bijgevoegde besluit, zijn de hiervoor genoemde bedragen alsook bedragen die niet per 1 juli 1996 worden aangepast maar voorkomen in mijn besluit van 18 december 1995, AD95/U1312 (Stcrt. 249), opgenomen.

Ik verzoek u met bovengenoemde wijzigingen rekening te houden.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de

Directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

A.H.C. Annink

Regeling Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt onder Besluit verstaan het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel.

Artikel 2

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van kost, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld op f 341,00 per maand.

Artikel 3

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt gesteld op f 355,00 per maand.

Artikel 4

Het verschuldigde bedrag voor kost voor de belanghebbende, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 249,00 per maand.

Artikel 5

Het verschuldigde bedrag voor inwoning voor de belanghebbende, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit wordt gesteld op f 231,00 per maand.

Artikel 6

Bij geoorloofde afwezigheid wordt het bedrag, bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Besluit gesteld op f 8,00 per dag.

Artikel 7

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van verwarming van de woning, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub b, van het Besluit, wordt gesteld op f 87,00.

Artikel 8

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van energie voor kookdoeleinden, bedeld in artikel 3, eerste lid, sub c, van het Besluit wordt gesteld op f 35,00.

Artikel 9

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van electrische energie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub d, van het Besluit, wordt gesteld op f 31,00.

Artikel 10

Het maximum van het verschuldigde bedrag voor het van rijkswege verstrekte genot van leidingwater, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub e, van het Besluit, word gesteld op f 27,00.

Artikel 11

Het verschuldigde bedrag voor het privé-gebruik van een dienstauto bedoeld in artikel 3a, eerste lid, bedraagt 36 cent per afgelegde kilometer.

Artikel 12

De regeling van 12 december 1995, nr. AD95/U1279 (Stcrt. 245), wordt ingetrokken.

Artikel 13

Deze regeling, die zal worden gepubliceerd in de Staatscourant, treedt in werking met ingang van 1 juli 1996.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,
voor deze
,
de

Directeur-generaal Management en Personeelbeleid

,

A.H.C. Annink

Naar boven