Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-07-2018 t/m heden

Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 16, 17, 19, 24, 103, vierde lid, 111 tot en met 116, 118, 145, onderdeel e, 191 en 193 van het Reglement rijbewijzen;

Besluit:

Artikel 1

  • 2 In het rijbewijs worden van de in de bij deze regeling behorende bijlage vastgestelde coderingen uitsluitend de hoofdcoderingen vermeld. De subcoderingen worden uitsluitend vermeld voor zover de vermelding op grond van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (Pb EU L 403) verplicht is.

  • 3 In het rijbewijzenregister worden hoofdcoderingen en subcoderingen geregistreerd.

  • 4 Indien het rijbewijs is voorzien van een microchip worden, in afwijking van het derde lid, op de microchip bij alle hoofdcoderingen eveneens alle subcoderingen vermeld.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid.

Deze regeling zal worden geplaatst in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 14 mei 1996

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage bij de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid

Geharmoniseerde communautaire codes

Bestuurder (medische redenen)

01. Correctie en/of bescherming van het gezichtsvermogen

01.01 Bril

01.02 Contactlenzen

01.05 Ooglap

01.06 Bril of contactlenzen

01.07 Specifiek gezichtshulpmiddel

02. Gehoorprothese/hulp communicatie

03. Prothese/orthese van de ledematen

03.01 Prothese/orthese arm

03.02 Prothese/orthese been

Aanpassingen voertuig

10. Aangepaste versnellingsbak

10.02 Automatische keuze van de versnelling

10.04 Aangepaste bediening van de versnellingsbak

15. Aangepaste koppeling

15.01 Aangepast koppelingspedaal

15.02 Handmatig bediende koppeling

15.03 Automatische koppeling

15.04 Maatregel om blokkering of activering van het koppelingspedaal te voorkomen

20. Aangepaste remsystemen

20.01 Aangepast rempedaal

20.03 Rempedaal geschikt voor bediening met linkervoet

20.04 Schuifrempedaal

20.05 Kantelbaar rempedaal

20.06 Handbediende rem

20.07 Remmen met een maximale bedieningskracht bedrijfsrem....N (bijvoorbeeld: 20.07 (300N))

20.09 Aangepaste parkeerrem

20.12 Maatregel om blokkering of activering van het rempedaal te voorkomen

20.13 Knierem

20.14 Rembediening ondersteund door externe kracht

25. Aangepaste acceleratiesystemen

25.01 Aangepast gaspedaal

25.03 Kantelbaar gaspedaal

25.04 Handmatig gas geven

25.05 Gas geven met de knie

25.06 Gas geven ondersteund door externe kracht

25.08 Gaspedaal aan linkerkant

25.09 Maatregel om blokkering of activering van het gaspedaal te voorkomen

31. Aangepaste pedalen en pedaalbescherming

31.01 Extra parallelpedalen

31.02 Pedalen op (nagenoeg) gelijke hoogte

31.03 Maatregel om blokkering of bediening van gas- en rempedalen te voorkomen als de pedalen niet met de voet worden bediend

31.04 Vloerverhoging

32. Gecombineerde bedrijfsrem- en acceleratiesystemen

32.01 Gecombineerd, met één hand bediend bedrijfsrem- en acceleratiesysteem

32.02 Gecombineerd, met externe kracht bediend bedrijfsrem- en acceleratiesysteem

33. Gecombineerde bedrijfsrem-, acceleratie- en besturingssystemen

33.01 Gecombineerd acceleratie-, bedrijfsrem- en besturingssysteem bediend door externe kracht met één hand

33.02 Gecombineerd acceleratie-, bedrijfsrem- en besturingssysteem bediend door externe kracht met twee handen

35. Aangepaste bedieningsorganen

(verlichting, ruitenwisser, ruitensproeier, claxon, richtingaanwijzers, enz.)

35.02 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur los te laten

35.03 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur met de linkerhand los te laten

35.04 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur met de rechterhand los te laten

35.05 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en de acceleratie- en remmechanismen los te laten

40. Aangepaste stuurinrichting

40.01 Stuurinrichting met een maximale bedieningskracht van … N (bijvoorbeeld: 40.01 (140N))

40.05 Aangepast stuurwiel (groter en/of dikker stuurwiel, kleinere diameter stuurwiel, enz.)

40.06 Aangepaste stand van het stuurwiel

40.09 Voetstuur

40.11 Hulpmiddel op stuurwiel

40.14 Aangepaste alternatieve stuurinrichting voor bediening met één hand/arm

40.15 Aangepaste alternatieve stuurinrichting voor bediening met twee handen/armen.

42. Aangepaste hulpmiddelen voor zicht naar achteren/opzij

42.01 Aangepast hulpmiddel voor zicht naar achteren

42.03 Extra hulpmiddel in het voertuig voor zijdelings zicht

42.05 Hulpmiddel tegen dode hoek

43. Aangepaste bestuurdersstoel

43.01 Bestuurdersstoel op een normale kijkhoogte en op normale afstand van het stuurwiel en de pedalen

43.02 Bestuurdersstoel aangepast aan lichaamsvorm

43.03 Bestuurdersstoel met zijsteun voor goede zitstabiliteit

43.04 Bestuurdersstoel met armleuningen .........

43.06 Aangepaste veiligheidsgordel

43.07 Veiligheidsgordel met steun voor goede stabiliteit

44. Aanpassingen van het motorrijwiel (vermelding subcode verplicht)

44.01 Eén remelement voor alle remhandelingen

44.02 Aangepaste voorrem

44.03 Aangepaste achterrem

44.04 Aangepaste gashendel

44.08 Zithoogte waarbij de bestuurder in zittende positie beide voeten tegelijk op de grond kan plaatsen en het motorrijwiel in evenwicht kan houden tijdens stoppen en stilstaan

44.09 Maximale bedieningskracht van de voorrem ... N(*) (bijvoorbeeld ‘44.09.(140N)’)

44.10 Maximale bedieningskracht van de achterrem ... N(*) (bijvoorbeeld ‘44.10 (240N)’)

44.11 Aangepaste voetsteun

44.12 Aangepaste handgreep

45. Motorrijwiel uitsluitend met zijspan

46. Alleen driewielers

47. Alleen voertuigen met meer dan twee wielen die tijdens het starten, stoppen en stilstaan niet door de bestuurder in evenwicht moeten worden gehouden

50. Alleen het voertuig met chassisnummer (voertuigidentificatienummer, VIN)

61. Alleen rijden bij daglicht (bijvoorbeeld: één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang)

62. Alleen rijden binnen een straal van … km vanaf de woonplaats van de rijbewijshouder of alleen binnen de stad/regio …

63. Alleen rijden zonder passagiers

64. Rijden met maximale snelheid van … km per uur

65. Rijden alleen toegestaan in gezelschap van een andere houder van een rijbewijs van op zijn minst dezelfde categorie

66. Rijden zonder aanhangwagen

67. Rijden op snelweg niet toegestaan

68. Alcohol niet toegestaan

69. Alleen rijden met voertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot overeenkomstig EN 50436. Opgave van een einddatum is facultatief (bijvoorbeeld ‘69’ of ‘69(01.01.2016)’)

Administratieve vermeldingen

70. Ingewisseld voor rijbewijs nr. … afgegeven door … (voor een derde land: EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 70.0123456789.NL)

71. Duplicaat van rijbewijs nr. … (voor een derde land: EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 71.987654321.HR)

73. Alleen vierwielige motorvoertuigen van categorie (B1).

78. Alleen geldig voor voertuigen met automatische schakeling.

79. [...] Alleen voertuigen conform de specificaties tussen haken, in het kader van de toepassing van artikel 13 van richtlijn 2006/126/EG:

79.01 Alleen tweewielige voertuigen met of zonder zijspan

79.02 Alleen driewielige of lichte vierwielige voertuigen van de categorie AM

79.03 Alleen driewielers

79.04 Alleen driewielers met een aanhangwagen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg

79.05 Motorrijwielen van categorie A1 met een verhouding vermogen/gewicht van meer dan 0,1 kW/kg

79.06 Voertuigen van de categorie BE met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa groter is dan 3.500kg

80. Alleen voor houders van een rijbewijs voor driewielige motorrijwielen van de categorie A die jonger zijn dan 24 jaren

81. Alleen voor houders van een rijbewijs voor tweewielige motorrijwielen van de categorie A die jonger zijn dan 21 jaren

95. Bestuurder, houder van het getuigschrift van vakbekwaamheid, die voldoet aan de vakbekwaamheidsvereisten van Richtlijn 2003/59/EG tot ... (bijvoorbeeld ‘95(01.01.12)’)

96. Voertuigen van categorie B met een aanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg, waarbij de toegestane maximummassa van het samenstel hoger ligt dan 3 500 kg, maar ten hoogste 4 250 kg bedraagt

97. Geen toestemming voor het besturen van een voertuig van categorie C1 dat onder Verordening (EEG) nr. 3821/85 valt(**)

Nationale codes

  • 100. Alleen tijdens privégebruik

  • 101. Tijdens privégebruik en tijdens beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden

  • 105. Tijdens privégebruik en tijdens beroepsmatig gebruik, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden

Naar boven