Aanwijzing keuringsinstantie voor machines

[Regeling vervallen per 01-09-2003.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-08-2003

Beschikking ter uitvoering van artikel 5, eerste, tweede en vierde lid van de Wet op de gevaarlijke werktuigen (Aanwijzing keuringsinstantie voor machines)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelezen het verzoekschrift van 30 januari 1996 van de stichting Aboma+Keboma te Ede;

Overwegende, dat een keuringsinstantie in ieder geval moet voldoen aan de minimumcriteria voor aanwijzing genoemd in bijlage VII van de Richtlijn 89/392 EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van der Lidstaten betreffende machines (PbEG L 183);

Overwegende dat de stichting Aboma+Keboma – voor wat betreft de in artikel 2, eerste lid van deze beschikking genoemde machines – aan bijlage VII van voornoemde richtlijn voldoet, hetgeen ondermeer is gebleken uit het op haar naam gestelde certificaat van erkenning van de stichting Raad voor Accreditatie;

Gelet op artikel 5, eerste, tweede en vierde lid van de Wet op de gevaarlijke werktuigen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. besluit:

het Besluit machines;

b. machine, keuringsinstantie, richtlijn en wet:

hetgeen het besluit daaronder verstaat;

c. de Commissie:

de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

d. regeling:

de Regeling ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, het Besluit machines en het Warenwetbesluit machines.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

  • 1 De stichting Aboma+Keboma, Pascalstraat 9 te Ede wordt aangewezen als keuringsinstantie, die bevoegd is tot het verrichten van keuringen, het afgeven van certificaten van goedkeuring en het verstrekken van verklaringen van geschiktheid voor technische dossiers met betrekking tot

    • -

      hefbruggen voor voertuigen (bijlage IV richtlijn, A15),

    • -

      hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 meter bestaat (bijlage IV richtlijn, A16),

    • -

      kantelbeveiligingsinrichtingen/ROPS (bijlage IV richtlijn, B4),

    • -

      constructies ter beveiliging tegen vallende voorwerpen/ FOPS (bijlage IV richtlijn, B5).

  • 2 Deze aanwijzing kan worden ingetrokken, indien de keuringsinstantie niet meer aan de in artikel 3 gestelde voorwaarden voldoet of haar taken beëindigt. Het voornemen tot intrekking wordt tijdig kenbaar gemaakt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

De keuringsinstantie dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • a. Bij de keuring alsmede bij de uitvoering van de overige in artikel 2 beschreven taken neemt zij de in de wet, het besluit, en de regeling gestelde regels in acht.

    Daarbij voldoet zij tevens aan de voorschriften opgenomen in bijlage VI van de richtlijn en blijft zij voldoen aan de minimumcriteria van bijlage VII van de richtlijn.

  • b. Zij zorgt ervoor dat anderen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, die de in dat artikellid bedoelde beproevingen verrichten, daarbij de in de wet, het besluit, de regeling en de richtlijn gestelde regels in acht nemen.

    De daarvoor noodzakelijke afspraken met die anderen legt zij schriftelijk vast.

    Zij houdt tevens een register bij, aan de hand waarvan bedoelde anderen en de door deze uit te voeren beproevingen per soort afdoende kunnen worden geïdentificeerd.

  • c. Indien een ter keuring aangeboden model voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen stelt zij een EG-verklaring van typeonderzoek op als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel c, sub 3 van het besluit, dat ter kennis van de aanvrager wordt gebracht.

    Indien zij een EG-verklaring van type-onderzoek weigert te verstrekken dan wel intrekt, doet zij hiervan onmiddellijk mededeling aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder opgave van de redenen. Van een weigering een EG-verklaring van typeonderzoek te verstrekken doet zij tevens mededeling aan de andere keuringsinstanties.

  • d. Zij deelt haar beslissingen zo spoedig mogelijk mede aan de aanvrager. Zij vermeldt daarbij de mogelijkheden van bezwaar en beroep alsmede de termijnen waarbinnen dat bezwaar of beroep moet worden ingesteld.

  • e. Zij bewaart op een systematische en behoorlijke wijze de keuringsrapporten, dossiers, verslagen, certificaten en verklaringen en overige gegevens, die samenhangen met en betrekking hebben op de vervulling van de aan haar opgedragen taken.

    Aan de hand van deze gegevens dienen de gekeurde machines afdoende te kunnen worden geïdentificeerd.

  • f. Zij blijft haar zetel in Nederland behouden.

  • g. Zij doet jaarlijks blijken van het afsluiten van een, gezien de taken welke uit deze beschikking kunnen voortvloeien, voldoende verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid.

  • h. Zij verstrekt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid desgevraagd inlichtingen omtrent de uitvoering van deze beschikking. Tevens verstrekt zij genoemd Ministerie elk jaar een schriftelijke rapportage over de werkzaamheden, die zij in het voorafgaande jaar ter uitvoering van deze beschikking heeft verricht. Deze rapportage voldoet tenminste aan het bepaalde in bijlage 1.

  • i. Zij verleent de ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die met het toezicht zijn belast, toegang tot alle plaatsen waarvan de betreding voor de vervulling van hun taak nodig is en verschaft hen op hun verzoek alle voor dit toezicht van belang zijnde informatie.

  • j. Zij informeert het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onmiddellijk indien de op haar naam gestelde erkenning van de stichting Raad voor Accreditatie (voorheen Raad voor de Certificatie en NKO/Sterin/Sterlab) zijn geldigheid verliest of dreigt te verliezen voor zover de erkenning werkzaamheden betreft als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze beschikking. Tevens stelt zij genoemd Ministerie terstond in het bezit van de beoordelingsrapportages van de stichting Raad voor Accreditatie betreffende voornoemde erkenning, alsmede van de daaromtrent gevoerde correspondentie.

  • k. Zij overlegt met andere keuringsinstanties over een juiste en zo veel mogelijk uniforme toepassing van procedures, richtlijnvoorschriften en normen.

  • l. Indien zij van plan is werkzaamheden, waarvoor zij is aangewezen te beëindigen, deelt zij dit tenminste drie maanden vóór de voorgenomen datum van beëindiging van die werkzaamheden mede aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • m. De in voorwaarde e genoemde gegevens draagt zij, voor zover deze betrekking hebben op de te beëindigen werkzaamheden, over aan

    • -

      hetzij het Ministerie voornoemd,

    • -

      hetzij, na hiervoor instemming te hebben gekregen van het Ministerie voornoemd, een andere keuringsinstantie, die werkzaamheden uitvoert als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

De aanwijzingsbeschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 maart 1996.

’s-Gravenhage, 17 april 1996

De

Staatssecretaris

voornoemd

R.L.O. Linschoten

Naar boven